De trainerswissel (Over Wouter Bos en Job Cohen)

De trainerswissel (Over Wouter Bos en Job Cohen)

Wat moet een team waarvan de trainer is vertrokken wegens slechte prestaties? Met het vertrek van een falende leider zijn de problemen nog niet opgelost. Er moet immers een nieuwe trainer komen, het liefste een veel betere trainer.

Er wordt nogal eens gedacht dat het ontslag van een trainer tot een ‘schokeffect’ leidt, maar dit is helaas niet zo. Uit onderzoek (van A. Bruinshoofd en B. ter Weel van de Universiteit van Maastricht) blijkt weliswaar dat een nieuwe trainer een snelle stijging van het puntengemiddelde bewerkstelligt. Maar die prestatieverbeteringen overtreffen de daling van de resultaten voorafgaand aan een ontslag niet of nauwelijks. Het is dus louter een terugkeer naar het seizoensgemiddelde.

En als de trainer niet wordt ontslagen? Dan blijkt dat de prestatiedip dieper is, maar de negatieve curve snel wordt omgebogen en opnieuw op het seizoengemiddelde uitkomt. Dit gebeurt zelfs sneller dan wanneer een nieuwe trainer het roer overneemt. Kortom, je kunt als directie van een voetbalclub dus beter een matig presterende trainer de hand boven het hoofd houden en aanhouden dan hem ontslaan: een dure oplossing (afkoopregeling) waarmee je op termijn de club van de regen in de drup helpt.

En als je toch je trainer ontslaat, zorg dan dat je een veel, veel betere vervanger kiest. In dit geval: de trainer moet vooral zorgen dat hij een elftal op de been brengt dat veel toeschouwers (kiezers) aan zich bindt. Niet alleen voor het komende seizoen, maar ook voor het seizoen daarna. Tenzij je als directie weet dat deze trainer slechts ad interim is aangenomen. Dan moet je dus als de wiedeweerga zoeken naar iemand die je interimkracht kan vervangen. Of je erbij neerleggen dat de hoogtijdagen van je club toch echt voorbij zijn.

Deel:

Geef een reactie