De bezuinigingsparadox (Minder geld, meer innovatie)

De bezuinigingsparadox (Minder geld, meer innovatie)

Er wordt weer eens bezuinigd op het onderwijs, dit keer zelfs meer dan ooit in de afgelopen 40 jaar. En dat voor een kabinet dat ‘innovatie’ ziet als oplossing voor zo’n beetje elk probleem in de bouw, de landbouw, defensie en de energiesector – zo’n beetje elk maatschappelijk probleem, eigenlijk. Dan zou het toch juist meer geld naar onderwijs moeten laten stromen? Arjen Lubach dreef van de week de spot met de mega-bezuinigingen op onderwijs, en de Universiteit van Amsterdam citeert hem op LinkedIn met instemming. Maar is deze kritiek op de bezuinigingsdrift van het kabinet wel terecht?

Het verband tussen geld en innovatie (sowieso een glibberig begrip) lijkt me allerminst eenduidig. Nu weet ik ook wel dat volgens allerlei onderzoeken landen met hogere onderwijsuitgaven vaak beter presteren op innovatie-indexen en dat investeringen in specifieke onderwijsgebieden (STEM – Science, Technology, Engineering, Mathematics) positief correleren met innovatie-output in gerelateerde industrieën. Maar dat bewijst natuurlijk niet dat meer geld leidt tot meer innovatie.

Sorry voor mijn wijsneuzerigheid, maar de oorzaak-gevolgrelatie kan ook andersom liggen – dat innovatieve landen en sectoren nu eenmaal veel geld uitgeven aan onderwijs. Nee, ik denk het ook niet, maar de vanzelfsprekendheid waarmee wordt aangenomen dat ‘geld’ als input per definitie ‘innovatie’ als output heeft, staat me toch tegen. Belangrijker dan dat er ‘meer geld’ richting het onderwijs gaat is volgens mij dat dit geld met beleid wordt uitgegeven. Slecht besteed geld kan zelfs contraproductief zijn. Een overvloed aan middelen kan de motivatie om te innoveren verminderen; de noodzaak om creatieve oplossingen te bedenken voor problemen is dan nu eenmaal beperkt. Harry Lime zei het al: “In Italy, for thirty years under the Borgias, they had warfare, terror, murder, and bloodshed, but they produced Michelangelo, Leonardo da Vinci, and the Renaissance. In Switzerland, they had brotherly love, they had five hundred years of democracy and peace. And what did that produce? The cuckoo clock.”

Minder geld betekent ook niet per se minder innovatie. Het huidige onderwijs is sterk gericht op kennisoverdracht, niet op het ontwikkelen van nieuwe kennis. Daartoe zou een verschuiving nodig zijn waardoor het accent meer zou komen te liggen op het ontwikkelen van vaardigheden zoals creatief en kritisch denken en zou het probleemoplossend vermogen van studenten moeten worden gestimuleerd. Zo’n omslag vereist niet per se meer geld, wel een andere onderwijsbenadering.

En als dat te veel moeite is (onderwijshervormingen zijn taai), dan geldt nog altijd dat nood vaak vindingrijk maakt. Dat ‘necessity’ vaak de ‘mother of invention’ is, en zich een bezuinigingsparadox kan voordoen. Dat minder geld tot meer innovatie leidt.

Ik kan me bijvoorbeeld voorstellen dat bezuinigingen wetenschappers ertoe aanzetten om op grote schaal data te hergebruiken. Door hun onderzoeken vaker te baseren op bestaande datasets, bedoel ik – om die opnieuw te analyseren om nieuwe inzichten te verkrijgen of eerdere bevindingen te valideren, waardoor dure nieuwe dataverzameling overbodig wordt. Niets mis mee, zeker niet in vakgebieden met veel onderzoeken met een twijfelachtig reproduceerbaarheidsgehalte. Goed om daar eens zin en onzin van elkaar te scheiden, en alleen werkelijk betrouwbare nieuwe inzichten te ontwikkelen.

Of misschien dat bezuinigingen er vaker toe zullen leiden dat die bestaande datasets openbaar worden gemaakt. Zoals het Sloan Digital Sky Survey, een grootschalig project dat de hemel in kaart brengt, heeft gedaan. Dit heeft geleid tot honderden nieuwe wetenschappelijke publicaties van onderzoekers die geen directe betrokkenheid hadden bij het oorspronkelijke project – tot innovatie zonder extra kosten, met andere woorden.

Bezuinigingen kunnen wellicht ook interdisciplinaire samenwerking stimuleren, waarbij expertise en middelen worden gebundeld voor projecten die individueel niet haalbaar zijn. Een lichtend voorbeeld is het Human Genome Project, waaraan biologen, informatici, en wiskundigen hebben samengewerkt om het menselijk genoom in kaart te brengen. Een samenwerking die niet alleen heeft geleid tot een revolutie in de genetica, maar ook tot technologische innovaties die de kosten van DNA-sequencing hebben geplet.

Voor de duidelijkheid: schande dat het kabinet bezuinigt op het onderwijs. Maar het innovatieve vermogen van de Nederlandse wetenschap hoeft er niet per se onder te lijden – mij lijkt dat tenminste een onwetenschappelijke en weinig innovatieve stelling.

Beeld: zelf gebakken met Dall-E 3

Deel:

Geef een reactie