Façade (Een Sci-Fai / Bouquetreeksverhaal)

Façade (Een Sci-Fai / Bouquetreeksverhaal)

SFRRomantiekmettekst

De briljante maar onaantrekkelijke auteur Jefte Vos staat voor de keuze: langzaam vergeten worden of zich onderwerpen aan de wetten van het digitale tijdperk. Wanneer zijn uitgever hem een radicale oplossing aanbiedt – een charismatische jonge vrouw als zijn publieke gezicht – gaat Jefte mee in een zorgvuldig geconstrueerde illusie die zijn carrière nieuw leven inblaast. Maria Martens wordt zijn stem, zijn gezicht, zijn publieke persona. Met behulp van geavanceerde technologie fluistert hij haar zijn woorden in, terwijl zij de wereld verovert met zijn ideeën.

Maar in de schaduwrijke grensgebieden tussen auteur en performer, tussen authenticiteit en façade, sluimert een onvermijdelijk verraad. Wat gebeurt er wanneer de creatie zich tegen haar schepper keert?

Een science-fictionverhaal geschreven met AI in de stijl van de Bouquetreeks.

HOOFDSTUK 1: DIAGNOSE ‘TERMINAAL’

H1 (Aangepast)

De ochtendzon werd gefilterd door de stoffige jaloezieën van Jefte Vos’ werkkamer. Stapels vergeelde manuscripten en literaire tijdschriften bekleedden de muren als isolatiemateriaal tegen de buitenwereld. Zijn vingers zweefden boven het toetsenbord van zijn laptop – een anachronisme in deze ruimte die verder leek te zijn blijven hangen in het pre-digitale tijdperk. Hij staarde naar zijn gezicht in de antieke spiegel die hij ooit op een rommelmarkt had gevonden—een passend symbool voor zijn carrière, dacht hij bitter. Eens waardevol, nu overbodig.

De koffie in zijn versleten keramische mok was koud geworden. Hij nam een slok en grimaste. Toen zijn telefoon trilde, wist hij wie het was voordat hij de naam zag.

“Marieke”, groette hij zijn uitgever met een stem die klonk als schuurpapier over hout.

“Jefte, we moeten praten. Persoonlijk. Over een uur.”

Geen vraag, een mededeling. Zo werkte Marieke Dekker altijd.

Nu zat hij tegenover haar in het strakke vergaderzaaltje van Literaire Uitgeverij Wolters. De ruimte ademde designmeubels en minimalisme – een esthetiek die Jefte altijd had beschouwd als een vorm van intellectuele capitulatie.

“Je begrijpt dat we je werk waarderen”, zei Marieke, haar stem zacht maar klinisch, als een arts die een patiënt moet meedelen dat hij terminaal ziek is. “Je literaire nalatenschap is groot, dat staat buiten kijf. Maar de realiteit is dat lezers tegenwoordig meer willen dan alleen woorden op pagina’s.”

Jefte kneep zijn ogen samen. “En wat willen ze dan wel, volgens jou?”

“Een verhaal achter het verhaal. Een persoonlijkheid. Een gezicht dat ze kunnen taggen op Instagram.” Marieke’s vingers dansten over haar tablet. “Kijk naar deze data: auteurs onder de veertig verkopen gemiddeld zevenentwintig procent meer, puur op basis van hun online aanwezigheid.”

Jefte voelde een koude woede opborrelen. “Dus je stelt voor dat ik… wat? Botox? Een Instagram-filter? Ik ga geen plastische chirurgie ondergaan voor de boekverkoop, als dat soms dacht.”

Marieke glimlachte, een flits van tanden die even perfect uitgelijnd stonden als de boeken in de designkast achter haar. “Niets zo drastisch”, zei Marieke, terwijl ze een tablet uit haar tas haalde en deze naar Jefte schoof. Op het scherm stond een foto van een jonge vrouw met een intelligente blik in haar ogen en een gezicht dat gemaakt leek voor de camera. “Maria Martens. Achtentwintig, master in literatuurwetenschappen, charismatisch en fotogeniek. En het belangrijkste: ze begrijpt je werk. Ze is bereid om je publieke gezicht te worden.”

Jefte snoof. “Een stand-in? Je wilt dat iemand anders doet alsof ze mij is? Hoe zit het met mijn … artistieke integriteit?”

“Die zit in je woorden, niet in hoe ze naar de markt worden gebracht. En jij levert de woorden, zij alleen het gezicht. De perfecte symbiose voor het digitale tijdperk”, zei Marieke. Ze leunde voorover. “Je hebt twee keuzes: langzaam vergeten worden, of je aanpassen en relevant blijven.”

Jefte staarde naar het gezicht op het scherm. Er was iets in haar ogen—een honger die hij herkende. Dezelfde honger die hij had gehad toen hij begon met schrijven.

“Ik wil haar ontmoeten”, zei hij uiteindelijk. “Voordat ik een beslissing neem.”

HOOFDSTUK 2: DE REGELING

H2 (Aangepast)

Maria Martens stapte de vergaderruimte binnen als een personage uit een verhaal dat Jefte nooit zou schrijven – te perfect, te uitgekiend in haar berekende nonchalance. Haar lichtbruine haar viel in losse golven over haar schouders, en haar ogen – intelligent maar toegankelijk – maakten direct contact met de zijne.

Ze had zijn laatste drie boeken gelezen—écht gelezen, niet oppervlakkig gescand—en sprak over zijn personages alsof ze oude vrienden waren.”Uw hoofdpersoon in ‘De Schaduwjager’ zoekt niet werkelijk naar een moordenaar”, zei ze, haar stem vol zelfvertrouwen. “Hij zoekt verlossing van zijn eigen schuld. De moordenaar is slechts een fysieke manifestatie van zijn innerlijke demonen.”

Jefte knipperde met zijn ogen, verrast door haar inzicht. “Dat is… juist.”

“Ik begrijp wat u probeert te doen met uw verhalen, meneer Vos. U creëert niet slechts spanning; u onderzoekt de menselijke conditie. Ik zou het een eer vinden om die boodschap naar een breder publiek te brengen.”

Haar stem had de juiste resonantie – eerbied zonder onderdanigheid.

“Zie je wel”, zei Marieke. “Ze begrijpt je stem, je visie. Ik zei het toch.”

“En ze is jung und schön”, mompelde Jefte in een vleugje Duits.

Maria’s ogen vernauwden zich even – ze had het verstaan. “En ik weet dat u moeite heeft met de oppervlakkigheid van de hedendaagse cultuur. “Zoals u schreef in ‘De Papieren Mens’: ‘Wij bouwen façades om achter te verdwijnen, terwijl we doen alsof we onszelf onthullen.'”

Een citaat uit zijn minst bekende, meest experimentele roman. Jefte voelde een onwillige vlaag van respect. “En je hebt er geen problemen mee om… wat? Te doen alsof je mijn ideeën hebt?”, vroeg hij.

“Ik zie het anders”, antwoordde ze. “We brengen uw ideeën samen naar de wereld. U blijft de schepper; ik word slechts het voertuig.” Ze pauzeerde. “Tenzij u denkt dat een vrouwelijke stem uw werk zou verzwakken?”

Het was een slimme zet—hem dwingen zijn eigen vooroordelen te confronteren. Jefte schudde zijn hoofd. “Mijn zorgen hebben niets te maken met je geslacht, maar alles met authenticiteit.”

“In een wereld van filters en algoritmes is authenticiteit relatief geworden, meneer Vos. Wat telt is of de boodschap overkomt.” Ze leunde voorover. “En laten we eerlijk zijn: uw boodschap verdient het om gehoord te worden.”

Jefte dacht na over Marieke’s woorden—langzaam vergeten worden, of zich aanpassen. Hij keek naar de eerste edities van zijn boeken die op zijn planken stonden. Verhalen die hij had geschreven niet voor roem, maar omdat ze verteld moesten worden.

“We hebben een systeem nodig”, zei hij uiteindelijk. “Zodat je mijn woorden kunt overbrengen zoals ik ze uitspreek. Mijn woorden voor jouw stem.”

HOOFDSTUK 3: FAUSTIAANSE MARKETING

H3 (Aangepast)

Het systeem was even elegant als absurd. Een bijna onzichtbaar oortje, een microfoon verborgen in Jefte’s studeerkamer, en Maria die zijn woorden reproduceerde tijdens interviews alsof ze spontaan uit haar eigen brein ontsproten. Een literaire buikspreekact voor het digitale tijdperk.

Ze oefenden urenlang, Jefte’s woorden stroomden door Maria’s mond, haar expressies en gebaren die zijn ideeën tot leven brachten op een manier die hij nooit zou kunnen. Het was een vreemde, intieme samenwerking. “Ik ben de geest in de machine”, dacht hij. “En zij het lichaam.” Of misschien ging hun symbiose verder dan dat? Het voelde steeds meer alsof hun geesten versmolten raakten, met behoud van hun afzonderlijke lichamen.

“De auteur als concept is altijd al een constructie geweest”, filosofeerde hij tijdens een van hun sessies. “De lezer kent nooit de werkelijke persoon, alleen de persona die wordt gepresenteerd. Maar niet elk persona voldoet. Niet elke persona resoneert in het huidige medialandschap.”

Maria herhaalde het met een naturel dat zowel indrukwekkend als verontrustend was. Ze had de juiste pauzes, de subtiele intonaties die hij zelf zou gebruiken, maar verpakt in een presentatie die ‘mediageniek’ was – een woord dat hij verafschuwde.

“Het is vernederend”, bromde Jefte tegen Marieke, terwijl ze het systeem testten in een gesimuleerd interview.

“Het is overleven”, corrigeerde Marieke. “Denk aan het als een vertaling – van jouw taal naar die van deze tijd.”

“Ik heb nog een voorstel”, zei Marieke, terwijl ze haar tablet opzij legde. “Iets ingrijpender, maar potentieel revolutionair.”

Jefte keek haar achterdochtig aan. “Ingrijpender dan dit?”

“We publiceren je nieuwe manuscript onder Maria’s naam.”

Jefte keek scherp naar Marieke’s gezicht, op zoek naar een indicatie dat dit een slecht doordachte grap was.

“Dat is diefstal”, zei hij uiteindelijk.

“Dat is marketing”, corrigeerde Marieke. “Je krijgt betaald, volledig volgens je reguliere royalty-structuur. Je naam blijft genoemd in de kleine lettertjes als ‘creatief adviseur’. Maar het boek draagt Maria’s naam als auteur.”

“Een debuut”, mompelde Maria, haar ogen groot. “Mijn debuutroman.”

“Een sensatie uit het niets”, knikte Marieke. “Jong, mediageniek, met een diepgang die lezers niet verwachten. Het zou… explosief kunnen zijn.”

Jefte schudde langzaam zijn hoofd. “Waarom zou ik dit accepteren?”

“Omdat je werk eindelijk de aandacht zou krijgen die het verdient”, zei Marieke zacht. “Omdat woorden belangrijker zijn dan ego. En omdat het alternatief is dat je langzaam in vergetelheid raakt.”

“Probeer het één keer”, drong Marieke aan. “Eén boek.”

Jefte zuchtte. “Eén”, stemde hij toe. Hij vroeg zich af of Faust zich ook zo had gevoeld.  

HOOFDSTUK 4: DE DIGITALE ZIEL

H4 (Aangepast)

“De Digitale Ziel”, de ‘debuutroman’ van Maria Martens, verscheen drie maanden later in de boekhandel. De omslag toonde een kunstzinnige foto van Maria zelf, peinzend uit een raam starend, haar profiel gevangen in een spel van licht en schaduw.

Het eerste interview, voor het literaire programma ‘Boekengasten’, overtrof alle verwachtingen. Maria, gekleed in een outfit die Jefte “intellectueel toegankelijk” zou noemen, sprak over ‘haar’ roman met een passie die authentiek aanvoelde, zelfs voor hem.

Jefte observeerde het succes vanuit de schaduwen. Terwijl Maria zijn woorden sprak tijdens literaire evenementen, zat hij in hotelkamers of achter in boekhandels, fluisterend in een microfoon. Het was surrealistische dubbelgangerij, maar hij kon niet ontkennen dat het werkte.

“Ze speelt Jefte Vos beter dan ikzelf”, mompelde hij tegen Marieke, terwijl ze de uitzending terugkeken in zijn appartement.

“Ze verkoopt Jefte Vos beter dan jij zelf”, corrigeerde Marieke. “Kijk naar deze cijfers.” Ze toonde hem een scherm met vroege verkoopdata. De lijn die wekenlang had gedaald, vertoonde nu een spectaculaire opwaartse curve.

Jefte staarde naar de grafiek en voelde een complexe mengeling van opluchting, schaamte en een vreemde, ongemakkelijke opwinding. Er school iets bevrijdends in deze maskerade, een dwaze vorm van literaire bevrijding.

“Het boek vindt eindelijk zijn publiek”, zei Maria zachtjes. “Uw woorden worden gelezen, meneer Vos. Is dat niet waar het uiteindelijk om gaat?”

Jefte keek haar aan, trachtte cynisme te vinden in haar uitspraak, maar vond alleen een oprechte, bijna naïeve overtuiging die hem ontwapende. En zweeg, terwijl hij zich afvroeg wat zijn ‘relevantie’ waard was nu deze was gebouwd op een steeds complexere illusie.

HOOFDSTUK 5: EEN EIGEN STEM

H5 (Aangepast)

De maanden verstreken, en de façade werd een fundament. Maria was niet langer alleen Jefte’s stem voor media-optredens, maar verscheen ook bij boekhandelsigneersessies, literaire festivals, en zelfs als gastdocent bij de schrijversopleiding waar Jefte jaren had gedoceerd.

“De Digitale Ziel” had inmiddels drie herdrukken beleefd en stond op de shortlist voor twee prestigieuze debuutprijzen. Het boek werd alom geprezen om zijn “verrassende volwassenheid” en “zeldzame combinatie van toegankelijkheid en diepgang” – kwaliteiten die critici nooit zo expliciet hadden opgemerkt in Jefte’s werk onder zijn eigen naam.

Tijdens een bijzonder succesvol boekevenement in Rotterdam, waar Maria een staande ovatie kreeg voor het beantwoorden van vragen die Jefte via haar oortelefoon had beantwoord, voelde hij een vreemde mix van trots en vervreemding. Zijn woorden, haar gezicht—was dat werkelijk nog zijn succes?

De verschuiving was subtiel, bijna onmerkbaar.

Maria werd gevraagd naar de technologische implicaties in “De Digitale Ziel”, een thema dat Jefte grondig had onderzocht in het boek.

“De grens tussen mens en machine wordt niet alleen vervaagd door technologie”, begon Jefte in zijn microfoon. Hij verwachtte dat Maria zijn woorden zou herhalen, “maar door onze bereidheid om onze autonomie…”

Maar Maria zei iets anders.

“De technologische transcendentie die we zoeken is eigenlijk een vorm van ontsnapping”, zei ze vloeiend, zonder enige indicatie dat ze afweek van Jefte’s script. “We schuiven onze verantwoordelijkheid af op algoritmes en systemen, niet omdat ze beter zijn, maar omdat ze ons bevrijden van de last van onze menselijkheid.”

Jefte verstijfde. De gedachte was interessant, zelfs provocerend, maar het waren niet zijn woorden. Niet zijn ideeën. Voor het eerst sprak Maria met haar eigen stem, en het interview oogstte meer applaus dan ooit.

HOOFDSTUK 6: HATELIJK GEFELICITEERD

H6 (Aangepast)

De vergaderzaal van Uitgeverij Wolters was gevuld met een energie die Jefte onmiddellijk herkende als het soort opwinding dat alleen komt met grote commerciële verwachtingen. Marieke, normaal zo beheerst, straalde een bijna koortsachtige intensiteit uit terwijl ze de presentatie leidde.

“De reacties zijn uitzonderlijk”, zei ze tegen het kleine team van redacteuren en marketingspecialisten. “We hebben een momentum gecreëerd dat we nu moeten verzilveren.”

Jefte zat aan het einde van de tafel, half luisterend naar plannen voor een uitgebreide boekentournee, een podcast-serie, en – absurd genoeg – een merkpartnerschap met een exclusief brillenmerk.

“En dan natuurlijk het grote nieuws”, zei Marieke, zich nu direct tot Jefte wendend. “Maria’s eigen roman.”

Jefte’s blik schoot omhoog, zijn volle aandacht nu getrokken. “Maria’s… wat?”

“Haar eigen roman”, herhaalde Marieke, alsof ze over iets volkomen vanzelfsprekends sprak. “Ze heeft een volledig manuscript ingeleverd. En het is… verrassend goed.”

Een gevoel van ongeloof en verraad stroomde door Jefte’s aderen. “Hier weet ik niets van.”

Maria, die aan de andere kant van de tafel zat, keek naar hem met een mengeling van triomf en schaamte. “Ik wilde het je vertellen”, zei ze zachtjes. “Het is allemaal zo snel gegaan.”

“Waar gaat het over?” vroeg Jefte, zijn stem beheerst ondanks de storm die in hem woedde.

“Over een jonge vrouw die haar stem vindt door die van iemand anders te worden”, antwoordde Maria, zonder haar ogen af te wenden van de zijne. “Over identiteit, maskerades, de prijs van authenticiteit.”

“Autobiografisch”, merkte Jefte droogjes op.

Jefte opende zijn ogen en keek naar haar – deze jonge vrouw die zijn stem had gestolen en die nu beweerde haar eigen stem te hebben gevonden. “Gefeliciteerd met je debuut”, zei hij, en het cynisme in zijn stem was zo dik dat niemand aan tafel hem kon missen. “Hatelijk gefeliciteerd”, fluisterde hij. Heel hatelijk.” 

HOOFDSTUK 7: SPIEGLVLAKKEN

H7 (Aangepast)

Het boek, “Spiegelvlakken”, verscheen in een golf van publiciteit die Jefte met een mengeling van afschuw en fascinatie observeerde. De omslag droeg Maria’s gezicht – peinzend, intellectueel, perfect gekadreerd – en daaronder de naam: Maria Martens, nu gepresenteerd als een literair fenomeen in eigen recht.

De recensies in de kranten waren vernietigend voor hem in hun lof voor haar: “Een zeldzaam fenomeen: een ’tweede roman’ die aanvoelt als een artistieke wedergeboorte. Martens bewijst dat haar debuut geen toeval was maar slechts het begin van een uitzonderlijke literaire reis…”

Jefte las dit alles in zijn appartement, waar de stilte steeds zwaarder werd. Marieke’s telefoontjes werden minder frequent. De uitnodigingen voor literaire evenementen droogden op. Het was alsof het literaire establishment collectief had besloten dat er slechts ruimte was voor één literaire stem in deze niche, en dat de jongere variant de voorkeur verdiende.

De definitieve slag kwam drie maanden na de publicatie, toen Marieke langskwam met een voorstel dat ze presenteerde als een “strategische heroriëntatie.”

“De markt voor literaire fictie is altijd al beperkt geweest”, zei ze, haar stem zacht maar klinisch, terwijl ze tegenover hem zat in zijn studeerkamer. “Twee vergelijkbare stemmen in hetzelfde segment creëert verwarring bij de lezers.”

Jefte staarde haar aan. “Je laat me vallen.”

“Ik herpositioneer onze investering”, corrigeerde ze. “Jouw backlist blijft in druk, natuurlijk. Classics never die.” Ze glimlachte, alsof dit een troost was. “Je zou kunnen overwegen om… misschien je memoires te schrijven? Over je jaren in de literatuur?”

“Een afscheidsboek”, vertaalde Jefte bitter. “De gepensioneerde schrijver blikt terug voordat hij in z’n kist verdwijnt.”

Nadat ze was vertrokken, zat Jefte urenlang in het schemerdonker van zijn studeerkamer. Hij staarde naar de ruggen van zijn eigen boeken, fysieke incarnaties van een stem die nu door anderen werd geclaimd en geherdefinieerd. 

HOOFDSTUK 8: DEEPFAKE

H8 (Aangepast)

In de weken die volgden, vond Jefte zichzelf verloren in het digitale konijnenhol van kunstmatige intelligentie en deepfake-technologie. Urenlang bekeek hij interviews met Maria, bestudeerde haar manieren, haar stem, de subtiele bewegingen van haar gezicht terwijl ze praatte. Een vaag, vormeloos verlangen om het narratief terug te claimen, om de controle over zijn eigen literaire nalatenschap te herwinnen maakte zich van hem meester.

Hij stortte zich op urenlange experimenten. Eerst met eenvoudige videomanipulaties – Maria’s gezicht subtiel vervormend, haar stem een octaaf lager zettend, haar verfijnde handgebaren vervangend door de meer hoekige bewegingen die kenmerkend waren voor zijn eigen interviews uit vroegere tijden. Hij gaf haar zijn snor, zijn baard, zijn bril – net zo lang totdat Maria volledig leek te zijn opgegaan in Jefte.

Later waagde hij zich aan geavanceerdere technieken. Hij voedde een deepfake-algoritme met uren beeldmateriaal van zichzelf uit archiefdocumentaires, gecombineerd met Maria’s recente optredens. Het resultaat was verontrustend: een digitaal hybride wezen dat Maria’s jeugdige uitstraling bezat maar met zijn scherpe ogen, zijn karakteristieke schouderophalen, zijn cynische halve glimlach.

“Een spiegeling van een spiegeling”, mompelde hij tegen het scherm, waar zijn digitale geest nu rondzwierf in Maria’s digitale lichaam. Langzaam begon een idee vorm te krijgen. Geen plan voor wraak, maar iets subtieler – een metamorfose die het hele concept van literaire identiteit op zijn kop zou zetten. 

HOOFDSTUK 9: ALEXANDRA DE GROTE

H9 (Aangepast)

Drie maanden later was Alexandra Veld geboren – een composiet van fotografie, 3D-modellering en geavanceerde bewegingssimulatie. Jefte construeerde niet alleen haar uiterlijk—donker haar, doordringende groene ogen, een gezicht dat zowel intellectueel als toegankelijk was—maar ook haar achtergrond. Een briljante maar teruggetrokken schrijfster die jaren in het buitenland had gewoond. Een mysterieuze figuur die zelden interviews gaf, maar wier woorden spraken met een intensiteit die de literaire wereld zou schokken.

Met een aanzienlijk deel van zijn spaargeld richtte Jefte een kleine, onafhankelijke uitgeverij op via een reeks schermbedrijven. “Eerste editie”, noemde hij het—een knipoog naar wat hij als het begin van zijn wedergeboorte beschouwde. En er kwam een YouTube-kanaal, “Literaire Deconstructies”, met videoanalyses van ondergewaardeerde literaire werken, essays over culturele stromingen, en filosofische verkenningen van het hedendaagse digitale bestaan.

Al gauw gaf Alexandra blijk van een voorliefde voor het oudere werk van Jefte. Ze presenteerde fragmenten uit dit werk als “vergeten literaire parels”, en plaatste ze in een hedendaagse context die hun relevantie opnieuw bevestigde. “Luister naar deze passage uit Vos’ ‘De Papieren Mens’ uit 1997”, zei ze in een video die viraal ging onder literatuurliefhebbers. “‘Wij bouwen façades om achter te verdwijnen, terwijl we doen alsof we onszelf onthullen.’ Beschouwt u eens hoe profetisch deze woorden zijn in onze huidige sociale media-landschap, waar authenticiteit tegelijkertijd wordt verheerlijkt en systematisch ondermijnd.” Haar analyses waren scherpzinnig, toegankelijk, en diep persoonlijk – Jefte’s eigen gedachten, maar gepresenteerd met een frisheid en directheid die hij in zijn eigen stem had verloren.

Alexandra Veld werd een digitaal fenomeen – niet massaal populair, maar invloedrijk binnen culturele en literaire kringen. Wat het kanaal onderscheidde, was niet alleen de diepte van de analyses, maar ook de hypnotiserende kwaliteit van Alexandra’s presentatie – een mysterieuze aanwezigheid die kijkers zowel intellectueel als esthetisch in vervoering bracht. Alexandra was een visueel raadsel – met een gezicht dat tegelijkertijd vertrouwd en ondefinieerbaar was, een stem met een melodieus taalgebruik dat luisteraars deed denken aan verschillende literaire figuren zonder dat ze een specifieke connectie konden leggen. Ze was, zoals een vroege recensent haar noemde, “een soort Alexandra de Grote van de literaire kritiek – iemand die rijken van ideeën verovert met een schijnbaar moeiteloze autoriteit.”

Vier maanden na haar YouTube-debuut verscheen “Synthetische Zielen” van Alexandra Veld in de boekhandels. Het was een verhaal over een man wiens identiteit wordt gestolen door een AI-systeem en zijn strijd om zichzelf te herdefiniëren in een wereld die zijn authenticiteit niet meer waardeert. Jefte orkestreerde een beperkte maar strategische marketingcampagne, gebruikmakend van zijn kennis van de industrie zonder zijn betrokkenheid te onthullen. De mysterieuze afwezigheid van Alexandra werkte als een magneet—iedereen in de literaire wereld wilde weten wie deze nieuwe stem was die zo krachtig schreef over technologie, identiteit en verraad. “Deze nieuwe schrijfster, Alexandra Veld, heeft een stem die zowel verfrissend als diep doorleefd aanvoelt”, schreef een vooraanstaande criticus. “Ze schrijft over digitale ontmenselijking met een emotionele intensiteit en een modern perspectief dat bij de huidige generatie aanslaat.”

Uitgeverijen begonnen te informeren naar de mogelijkheid om met haar samen te werken. Literaire tijdschriften vroegen om bijdragen. Universitaire literatuurdepartementen stuurden uitnodigingen voor gastcolleges. Het duurde niet lang totdat Marieke een e-mail naar Alexandra’s literair agent stuurde, in werkelijkheid een door Jefte gecreëerde digitale persona, met het verzoek om een ontmoeting. “Eerste editie” wees elk aanbod beleefd af, met het excuus dat Alexandra alleen in digitale vorm communiceerde. Het versterkte slechts de mystiek rond Alexandra, en de verkoopcijfers stegen exponentieel.

Niemand wist wie Alexandra Veld was. Sommigen suggereerden dat ze een collectief moest zijn, anderen vermoedden een gevestigde auteur die onder pseudoniem werkte. Een groeiende theorie was dat ze een volledig digitale constructie was – een AI-experiment dat de grenzen tussen menselijke en kunstmatige creativiteit verkende.

Alleen Jefte, die de video’s uploadde vanuit zijn stille appartement, kende de waarheid: Alexandra was zijn geheime creatie, zijn literaire wedergeboorte, zijn manier om opnieuw te spreken zonder de beperkingen van zijn fysieke identiteit, zijn leeftijd, zijn voorgeschiedenis. zeg Jefte hoe de verkoopcijfers van zijn oude boeken langzaam maar zeker begonnen te stijgen. Alexandra Veld bracht zijn woorden naar een nieuw publiek, een publiek dat misschien nooit naar een 65-jarige schrijver had geluisterd, maar dat werd geboeid door dezelfde ideeën wanneer ze werden gepresenteerd door deze mysterieuze digitale entiteit.

Marieke belde enkele weken later, haar stem ongewoon nederig. “Heb je Alexandra Velds YouTube-kanaal gezien?” vroeg ze. “Ze analyseert jouw werk. De reacties zijn… opmerkelijk. Er is een hernieuwde interesse in je backlist.”

“Ik heb het gehoord”, zei Jefte neutraal.

“Ik vroeg me af of je geïnteresseerd zou zijn in een nieuwe uitgave van je verzameld werk”, zei Marieke voorzichtig. “Met een voorwoord van Alexandra Veld, misschien? Haar team heeft aangegeven dat ze open staat voor samenwerking.”

Jefte onderdrukte een lach. “Haar team?”

“Ze heeft een soort collectief dat haar vertegenwoordigt”, zei Marieke. “Niemand lijkt haar direct te kunnen bereiken. Het is allemaal zeer… curieus.”

“Inderdaad curieus”, stemde Jefte in. “Ik zal erover nadenken.” 

HOOFDSTUK 10: FRUSTRATIE

H10 (Aangepast)

Maria Martens, ondertussen, worstelde met de verwachtingen die waren gecreëerd door “Spiegelvlakken.” Haar derde roman, “Digitale Renaissance”, stuitte op lauwe recensies. Critici merkten een “vreemde statische kwaliteit” op, een “gebrek aan evolutie” dat suggereerde dat ze “gevangen zit in haar eigen formule.”

Marieke, altijd gevoelig voor verschuivende marktomstandigheden, begon meer interesse te tonen in Alexandra Veld, en probeerde contact te leggen met haar “team” over mogelijke samenwerkingen. “Haar laatste video over jouw ‘Geometrieën van Verlangen’ heeft meer views dan de promotievideo’s voor Maria’s laatste boek”, zei Marieke toen ze Jefte sprak. Jefte kon de frustratie in haar stem horen. “Hoe doet ze dat? Ze heeft niet eens een bekende uitgever achter zich.”

“Misschien is dat juist haar kracht”, suggereerde Jefte. “Ze is vrij van commerciële verwachtingen.”

Marieke snoof. “Vrijheid betaalt geen rekeningen, Jefte.”

“Blijkbaar wel voor haar”, antwoordde hij, en beëindigde het gesprek. 

HOOFDSTUK 11: LITERAIRE FRAUDE

H11 (Aangepast)

De confrontatie waar Jefte al die maanden naartoe had gewerkt, werd werkelijkheid tijdens een prestigieus literair televisieprogramma waar Maria Martens was uitgenodigd om te spreken over “de staat van de hedendaagse Nederlandse literatuur.” Alexandra Veld zou via een vooraf opgenomen video-interview deelnemen.

De eerste helft van het programma verliep zoals verwacht: Maria sprak eloquent over literaire trends, refereerde subtiel aan haar eigen werk, en vermeldde Jefte zelfs als een bron van “blijvende inspiratie”.

Toen kwam het vooraf opgenomen interview met Alexandra, waarin ze sprak over de invloed van digitale technologieën op authentieke literaire expressie. “We leven in een tijd waarin representatie belangrijker is geworden dan substantie”, zei Alexandra, haar enigmatische ogen recht in de camera kijkend. “Auteurs worden merken, en merken kunnen worden gesimuleerd. De vraag is: wat blijft er over van de ware creatieve impuls in deze eindeloze spiegeldoolhof?”

De presentator, geïntrigeerd door deze uitspraak, keerde terug naar Maria. “Wat vindt u van deze observatie? Is er inderdaad een crisis van authenticiteit in de literatuur?”

Maria aarzelde. Haar hand ging naar het bijna onzichtbaar oortje dat ze zoals altijd in had. Haar blik vertoonde even paniek, terwijl ze wachtte op de influistering die altijd kwam wanneer ze complexere literaire vragen kreeg. De AI-stem die haar tijdens interviews voedde met perfecte, diepzinnige antwoorden gebaseerd op Jefte’s literaire nalatenschap.

Maar er kwam niets. Ergens, in een serverruimte van het technologiebedrijf dat haar AI-assistent huisvestte, was een algoritme vastgelopen op Alexandra’s vraag over authenticiteit – een ironische paradox die het systeem niet kon verwerken.

“Ik… ik denk dat authenticiteit altijd een complex concept is geweest in de literatuur”, begon Maria, terugvallend op algemeenheden, haar ogen nu licht panisch. “Alle schrijvers bouwen voort op wat voor hen kwam…”

“Maar specifiek over uw eigen werk”, onderbrak de presentator. “Uw roman ‘Spiegelvlakken’ werd geprezen om de manier waarop het traditie en innovatie combineerde. Sommige critici hebben gesuggereerd dat uw nieuwste werk minder risico’s nam. Bent u het daarmee eens?”

Maria’s ogen flitsten even naar rechts – een onbewuste beweging die Jefte, vanuit zijn huiskamer de uitzending volgend, herkende als het zoeken naar een influistering die niet kwam. Ze tikte zachtjes tegen haar oortje, een wanhopige poging om het contact te herstellen.

“Mijn creatieve proces is… organisch”, zei ze, haar stem nu iets hoger dan normaal. “Ik geloof dat elk boek zijn eigen vorm vindt.”

“Interessant”, zei de presentator. “Want in uw essay in De Groene Amsterdammer schreef u dat – en ik citeer – ‘de vorm nooit organisch ontstaat maar wordt afgedwongen door de dialectische spanning tussen traditie en subversie.’ Heeft uw visie hierop zich ontwikkeld?”

Maria’s gezicht verbleekte zichtbaar. “Ik… ik denk dat die uitspraak moet worden gezien in de context van het specifieke werk dat ik besprak”, stamelde ze.

“Dat was een analyse van uw eigen roman”, zei de presentator fronsend.

Wat volgde was tien minuten van steeds pijnlijker wordende televisie, waarin Maria worstelde om vragen te beantwoorden over haar eigen werk, vastzat in cirkels van vaagheid, en uiteindelijk een “migraine-aanval” voorwendde om het interview te beëindigen.

De sociale media explodeerden onmiddellijk met speculaties. Binnen uren circuleerden clips van het desastreuze interview online, vergezeld door een groeiende golf van theorieën: Maria was een bedrieger, Maria had een ghostwriter, Maria was een front voor een collectief.

De situatie werd nog erger toen literatuurbloggers, geïntrigeerd door dit publieke struikelen, begonnen te graven in Maria’s werk. Ze vergeleken zinstructuren, thematische patronen en stilistische keuzes met eerdere Nederlandse auteurs.

Één blogger publiceerde een geavanceerde tekstuele analyse die onmiskenbare patronen van AI-gegeneerde tekst in Maria’s werk onthulde – de subtiele maar detecteerbare onregelmatigheden in woordvariatie, de voorspelbare ritmes in zinsopbouw, de te perfecte referenties aan literaire voorgangers. Vooral aan Jefte Vos, zo leek het. Het was alsof Maria een kunstmatig inteligent systeem had getraind met het verzamelde werk van Vos, schreef de blogger. En dat het AI-systeem nu variaties, uitbreidingen en nieuwe interpretaties van zijn ideeën produceerde —ideeën die Maria vervolgens presenteerde de hare. “Maria Martens is niet de auteur van haar eigen boeken”, concludeerde de blogger. “Ze is op zijn best een curator van kunstmatige intelligentie, op zijn slechtst een literaire fraudeur.”

Binnen een week was Maria’s literaire geloofwaardigheid volledig door het putje gegaan. Uitnodigingen voor lezingen en interviews werden ingetrokken. Een geplande verfilming van “Spiegelvlakken” werd “tijdelijk uitgesteld.” En haar uitgever, Marieke voorop, hield persconferenties waarop ze beweerde “even geschokt” te zijn als iedereen. 

HOOFDSTUK 12: DE CIRKEL ROND

H12 (Aangepast)

Eén week later ontving Jefte een onverwacht bezoek. Maria stond voor zijn deur, bleek en vermoeid, met wallen onder haar ogen die geen enkele filter kon verbergen.

“Ze hebben me laten vallen”, zei ze zonder inleiding, toen hij haar binnenliet in zijn appartement. “Marieke, de uitgeverij, iedereen. Het contract voor mijn vierde boek is geannuleerd.”

Jefte knikte langzaam, een vreemde mengeling van genoegdoening en medelijden voelend. “Je bent wel een unieke schrijver”, zei hij met een droge glimlach. “Je hebt je eigen boeken niet geschreven en je hebt je eigen boeken niet gelezen.”

Maria lachte schamper, de humor waarderend ondanks haar situatie. “Ik voel me als een personage in een van je romans. Iemand die plotseling beseft dat ze geen eigen stem heeft.”

“Ik ken dat gevoel”, zei Jefte zacht.

Maria zakte neer op zijn bank, plotseling uitgeput. “Ze zeiden dat het niet nodig was. Dat het systeem jouw stem had getransformeerd. Dat het nu mijn stem was en dat ik alleen de finale versie hoefde goed te keuren.” Ze lachte bitter. “Mijn stem. Wat een grap.”

Jefte liep naar zijn bureau en haalde een map tevoorschijn. “Ik heb een voorstel”, zei hij, en opende de map om een serie afbeeldingen te onthullen van Alexandra Veld – stills uit haar YouTube-video’s, zorgvuldig geselecteerd om haar expressieve veelzijdigheid te tonen.

“Alexandra Veld”, fluisterde Maria, de afbeeldingen bestuderend. “Jij hebt haar gecreëerd?!”

“Net zoals jij werd gecreëerd”, antwoordde Jefte. “Een façade. Een projectie. Maar deze keer volledig onder mijn controle.”

“Waarom laat je me dit zien?”

Jefte leunde naar voren. “Alexandra Veld heeft een uitnodiging om een prijs in ontvangst te nemen voor haar YouTube-kanaal, voor haar werk om literatuur te populariseren. Ze moet persoonlijk verschijnen – geen mogelijkheid voor video.”

Maria staarde hem aan, langzaam begrijpend. “Je wilt dat ik… haar speel? In het echt?”

“De cirkel rondmaken”, bevestigde Jefte. “Jij wordt mijn Alexandra, zoals je mijn stem was in interviews. Alleen deze keer weten we beiden precies wat we doen.”

“Waarom zou ik dat accepteren? Nog een keer iemand anders zijn?”

“Omdat je carrière voorbij is. Tenzij je een nieuwe identiteit vindt, en die bied ik je. Omdat je een geweldige actrice bent. En omdat je, als Alexandra Veld, literatuur kunt blijven bespreken die ertoe doet – literatuur die niet alleen commercieel succesvol is, maar die werkelijk iets te zeggen heeft.”

Maria’s ogen dwaalden opnieuw naar de afbeeldingen. “Dit is gestoord”, zei ze zachtjes.

“Dit is literatuur in het digitale tijdperk”, corrigeerde Jefte. “Eindeloze lagen van representatie, simulatie, en performativiteit. Jij als Maria die Jefte speelt. Nu jij als Alexandra die… wat eigenlijk? Een avatar speelt? Mij?”

Maria was lang stil, ze dacht na over het voorstel. “Ik zou opnieuw moeten beginnen”, zei ze uiteindelijk. “Mijn appartement opgeven, mijn vrienden vertellen dat ik naar het buitenland vertrek.”

“Alexandra heeft een afgelegen huis in België”, zei Jefte. “Met voldoende ruimte voor iemand die privacy op prijs stelt.”

“Dus ik zou weer jouw woorden uitspreken.”

“Je zou mijn woorden belichamen”, corrigeerde Jefte. “Deze keer met volledige kennis en instemming. Een bewuste artistieke collaboratie. Een mooie symbios”

Maria stond op en liep naar het raam, uitkijkend over de Amsterdamse grachten waar het licht van de late middag gouden sporen trok op het water. “Alexandra Veld”, zei ze, de naam proevend. “Wie is ze eigenlijk? Als persoon?”

“Dat is aan jou”, zei Jefte. “Ik heb een schets gemaakt. Jij geeft haar leven buiten de digitale ruimte.” 

HOOFDSTUK 13: VRIJHEID

H13 (Aangepast)

De prijsuitreiking vond plaats in het Concertgebouw, een kathedraal van cultuur die voor de gelegenheid was gevuld met de elite van de Nederlandse literaire wereld. Jefte zat achterin – een gepensioneerde schrijver die vrijwel niemand meer herkende zonder zijn bekende bril en baard, die hij had afgeschoren voor deze gelegenheid.

Maria – nu Alexandra – betrad het podium in een jurk van dieprood fluweel, haar haar nu donker en kort, haar houding getransformeerd door weken van voorbereiding. Met een stem die dieper en langzamer was dan haar natuurlijke spraak, bedankte ze de jury voor de erkenning.

“Literatuur is altijd een spel geweest van maskers”, zei ze in haar acceptatiespeech. “De auteur creëert personages die spreken op manieren waarop de auteur zelf niet kan spreken. In onze digitale tijd zijn deze maskers vermenigvuldigd, gefragmenteerd, gedigitaliseerd. De vraag is niet langer wie er spreekt, maar wat er gesproken wordt – en of het ons raakt, ons verandert, ons dwingt de wereld anders te zien.”

Vanuit zijn plek achterin de zaal observeerde Jefte het publiek dat aan haar lippen hing, gefascineerd door deze mysterieuze figuur die uit het digitale domein was gestapt om nu in levenden lijve voor hen te staan. Hij zag Marieke in de voorste rij, haar gezicht een mengeling van bewondering en calculatie – ongetwijfeld al broedend op plannen hoe ze deze nieuwe literaire sensatie het beste kon benaderen.

Later, tijdens de receptie, zag hij Maria/Alexandra in gesprek met verschillende uitgevers en redacteuren, omringd door bewonderaars die hoopten een moment van haar aandacht te krijgen. Ze speelde haar rol perfect – charismatisch maar enigszins gereserveerd, intellectueel maar toegankelijk, precies de mysterieuze literaire figuur die hij had ontworpen.

Jefte verliet het evenement zonder met iemand te spreken. Thuis klonk het applaus vanuit het Concertgebouw nog na. Een staande ovatie voor Alexandra Veld, die bestond als een digitale entiteit en nu ook als een fysieke performance, een gelaagde constructie van technologie en menselijkheid, onzichtbaar en toch volledig zichtbaar tegelijk. En toch ook een staande ovatie voor Jefte zelf: een onzichtbare schrijver die eindelijk werd gezien dankzij een persona die hij zelf had gecreërd. Hij begon te typen. Zo vrij hadden zijn woorden in jaren niet gestroomd.

EINDE 

Beelden: zelf gebakken met ChatGPT, filmposter vrij naar M.C. Escher

Logo voor de Science Fiction en Romantiek-reeks: zelf gebakken met ChatGPT

Deel:

Geef een reactie