Forever Young (Een Sci-Fai / Bouquetreeksverhaal)

Forever Young (Een Sci-Fai / Bouquetreeksverhaal)

SFRRomantiekmettekst

Alex Jongeling is al drie jaar zestien jaar oud. En dat zal hij altijd blijven.

In het luxe Forever Young compound leven vijftig tieners hun perfecte, zorgeloze leven – beschermd tegen ouderdom, teleurstelling en de harde werkelijkheid van de buitenwereld. Tot energie-consultant Luna Rodriguez arriveert met haar eeltige handen, lachlijntjes en een vastberadenheid die Alex nog nooit heeft gezien.

Voor het eerst vraagt Alex zich af: wat zou er gebeuren als ik wél zou opgroeien?

Een science-fictionverhaal geschreven met AI in de stijl van de Bouquetreeks.

HOOFDSTUK 1: SWEET SIXTEEN

H1 (Aangepast)“Alex! Gaming-toernooi begint!”, klonk het hard door de intercom. Zo hard dat Alex Jongeling wakker schrok. Om hem heen zoemde de airconditioning van het Forever Young compound – een constant, koel geluid dat de werkelijkheid van de veel te warme wereld daarbuiten maskeerde. Door het gepantserde glas van zijn slaapkamerraam zag hij de hittewazem boven de stad trillen, maar hier binnen was het altijd een perfecte 21 graden.

“Alex! Gaming-toernooi begint!”, klonk het weer. Nu hoorde Alex het pas: het was de giechelende stem van Maya. De stem van een zestienjarige meisje. Hij schoof zijn stoel weg van het bureau en rekte zich uit. Zijn lichaam voelde zoals altijd: compact, soepel, vol energie die nergens heen hoefde. Geen vermoeidheid van een werkdag, geen stress van rekeningen of verantwoordelijkheden. Het gevoel van iemand in de lente van zijn leven. Het gevoel dat je hebt als je zestien bent.

Maya stormde zijn kamer binnen zonder te kloppen – een voorrecht van Forever Young-bewoners. Privacy was voor volwassenen met geheimen. Haar blonde haar danste rond haar schouders terwijl ze op zijn bed sprong. Ze sleurde hem lachend mee naar de gemeenschappelijke ruimte van het compound.

Het zoemde er van activiteit. Vijftig Forever Young-bewoners hingen op banken, speelden games, keken naar streaming content. Af en toe steeg er gejuich op, dan was het weer doodstil. Allemaal kinderen van zestien jaar oud, allemaal al jaren zestien jaar oud. De perfecte leeftijd, hadden hun ouders gezegd. Oud genoeg om zelfstandig te zijn, jong genoeg om dromen te koesteren. Sweet sixteen.

“Heb je de nieuwe energie-consultant al gezien?” vroeg Lars terwijl hij controllers uitdeelde. “Ze ziet er zo… oud uit.”

“Oud?” Maya’s reactie was intenser dan Alex verwachtte. “Hoe oud?”

“Minstens vijfentwintig. Misschien dertig. Rimpels bij haar ogen.”

Maya was stil geworden, haar controller slap in haar handen. Alex zag iets in haar blik – nieuwsgierigheid? Angst?

“Maya? Alles oké?”

Ze schudde haar hoofd alsof ze wakker werd. “Ja, natuurlijk. Laten we spelen.”

Alex voelde weer dat kriebelen. Hij had de nieuwe consultant nog niet ontmoet, maar er was iets aan het idee van rimpels – tekenen van tijd, van verandering – dat hem eerder nieuwsgierig maakte dan dat het hem afstootte.

Het toernooi begon, maar Alex’ gedachten dwaalde af. Door het grote raam van de gemeenschappelijke ruimte kon hij de buitenwereld zien: mensen in lichte, ademende kleding die snel van schaduwplek naar schaduwplek bewogen. Arbeiders die zonnepanelen installeerden op daken, hun lichamen glibberig van het zweet.

“Alex! Je speelt niet mee”, klaagde Maya, maar haar stem klonk afwezig, alsof ook haar gedachten ergens anders waren.

“Sorry.” Hij pakte zijn controller, maar zijn blik werd steeds naar buiten getrokken. Een groep arbeiders droeg zware apparatuur naar een bestelwagen. Een van hen veegde zweet van haar voorhoofd met de rug van haar hand – een gebaar zo simpel en zo menselijk dat het hem raakte.

De vrouw draaide zich om en Alex zag haar gezicht. Donkere ogen, donkere huid, zwart haar in een praktische vlecht. Ze was inderdaad ouder dan hij – misschien midden twintig – en inderdaad had ze lijntjes rond haar ogen. En er was iets in haar blik wat Alex nooit had gezien in de spiegel: vastberadenheid.

Hun ogen ontmoetten elkaar door het glas. De vrouw keek hem even aan, knikte beleefd, en ging verder met haar werk.

“Dat moet de nieuwe consultant zijn”, mompelde Alex.

“Luna Rodriguez”, zei een stem achter hem. “Energie-efficiëntie specialist.”

Alex draaide zich om. Dr. Harrison, de compound-directeur, stond achter hem met een tablet in zijn handen.

“Ze is hier om ons energieverbruik te optimaliseren”, vervolgde Dr. Harrison. “Nieuwe regels. We moeten allemaal wat zuiniger aan doen met energie.”

“Waarom?” vroeg Maya, en Alex hoorde iets scherps in haar stem.

Dr. Harrison glimlachte die afgemeten glimlach die volwassenen gebruikten wanneer ze kinderen niet wilden belasten met complexe waarheden. “Maak je geen zorgen. Het verandert niets aan jullie leven hier.”

Maar Alex bleef naar buiten kijken, naar Luna Rodriguez die met resolute bewegingen haar werk deed in de brandende zon. Hij vroeg zich af hoe het voelde om zo moe te zijn, zo vol zweet, zo actief, zo doelgericht.

En Maya bleef ook kijken, haar handen ineengestrengeld, haar knokkels wit.

Voor het eerst in jaren vroeg Alex zich af hoe het zo voelen om volwassen te zijn.

Die avond, na het diner van synthetische voeding die perfect was afgestemd op zijn voedingsbehoeften en zijn dagelijkse injectie met verjongingsmiddelen, lag Alex op zijn bed en staarde naar het plafond. Het was stil in het compound – de airconditioning was gedempter ’s nachts, de andere bewoners sliepen of waren stil aan het gamen.

Er werd zacht geklopt op zijn deur. Alex verwachtte Lars of misschien Dr. Harrison, maar het was Maya. Ze droeg een pyjama en haar haar was los, wat haar jonger deed lijken dan ooit.

“Kan niet slapen”, zei ze, en ze kwam binnen zonder uitnodiging.

“Ik ook niet.”

Maya ging op het voeteneind van zijn bed zitten, haar knieën opgetrokken. “Alex, ben jij weleens nieuwsgierig naar… daarbuiten?”

Het was de eerste keer in drie jaar dat Maya over de buitenwereld begon.

“Soms”, gaf Alex toe. “En jij?”

Maya was lang stil. “De laatste tijd wel. Vooral vandaag.” Ze keek naar haar handen. “Vind je dat gek?”

“Nee. Ik dacht dat ik de enige was.”

“Toen ik die vrouw zag vandaag… Luna. Ze zag er moe uit, bezweet, maar ook…” Maya zocht naar woorden. “Tevreden. Alsof ze iets had bereikt.”

Alex knikte. “Ik zag het ook.”

“Wanneer hebben wij voor het laatst iets bereikt, Alex? Iets wat ertoe deed?”

De vraag bleef in de lucht hangen. Alex dacht aan zijn dagen – gamen, eten, slapen, herhalen. Wanneer had hij voor het laatst trots op zichzelf gevoeld? Echt trots, niet de oppervlakkige voldoening van een game winnen?

“Ik weet het niet”, zei hij eerlijk.

Maya knikte alsof ze dat antwoord had verwacht. “Ik ook niet. En dat is… eng.”

Ze zaten daar in de stilte van de perfecte kamer in het perfecte compound, twee aan hun leeftijd vastgeklonken tieners die voor het eerst voelden dat hun perfectie misschien niet genoeg was.

“Maya”, zei Alex uiteindelijk, “denk je dat onze ouders het bij het verkeerde eind hadden?”

“Ik weet het niet. Maar ik begin me af te vragen…” Ze stopte, alsof de woorden te gevaarlijk waren om uit te spreken.

“Wat?”

“Wie ik zou zijn geweest. Als ik volwassen had mogen worden.”

Alex dacht aan Luna Rodriguez. Aan hoe ze bewoog – niet met de vlotte, onbezorgde en fladderige manier die Maya had, maar met een enorm zelfvertrouwen en doelgerichtheid. Elke stap leek ergens toe te dienen. Ze leek hem niet iemand die ooit ‘zomaar’ iets deed.

Alex had zijn hele leven gehoord dat volwassenen hun dromen opgaven, dat ze compromissen sloten, dat ze vergaten wie ze werkelijk waren. Dat was waarom zijn ouders hem deze kans hadden gegeven: zodat hij zichzelf zou kunnen blijven, nooit hoeven te veranderen. Puur, zuiver, authentiek.

Maar terwijl hij daar lag in zijn perfecte kamer met zijn perfecte temperatuur, vroeg hij zich voor het eerst af: wie was hij eigenlijk? En hoe zou hij daar ooit achter komen als hij de rest van zijn leven als zestienjarige zou doorbrengen op Forever Young. Als hij altijd jong bleef?

Buiten zoemde de stad in de hitte. Mensen werkten, zweetten, droomden, faalden, hadden succes, ontwikkelden zich. Alex Jongeling en Maya Johansson merkten er weinig van, afgeschut als ze waren van de veel te warme buitenwereld.

Maar iets van die wereld begon al tot hen door te dringen.

HOOFDSTUK 2: LACHLIJNTJES

H2 (Aangepast)De volgende ochtend werden Alex en Maya wakker van ongewone geluiden. In plaats van het zachte zoemen van de airconditioning hoorden ze metalen geklets en stemmen van buiten. Ze gingen allebei naar Alex’ raam.

Luna Rodriguez stond in de technische ruimte van het compound, omringd door open panelen en kabels. Haar werkkleding was al donker van het zweet, hoewel de dag nog maar net begonnen was. Ze had een meetlint in haar hand en fronste naar een display.

“Laten we naar buiten gaan”, zei Maya plotseling.

Alex keek verrast op. “Naar buiten? Het is bloedheet.”

“Ik wil haar spreken.”

Ze trokken T-shirts aan en liepen naar buiten. De hitte sloeg hen in het gezicht als een warme handdoek – ze waren vergeten hoe de buitenlucht aanvoelde.

“Goedemorgen”, zei Alex.

Luna keek op van haar apparatuur. Haar ogen waren donkerbruin, bijna zwart, en ze had inderdaad lijntjes rond haar ooghoeken. Lachlijntjes, dacht Alex, en vroeg zich af hoe die waren ontstaan.

“Hoi”, zei ze, en ging verder met haar werk. “Jullie zijn bewoners?”

“Alex Jongeling. En dit is Maya.”

“Luna Rodriguez.” Ze stopte even en keek hen aan. “Hoe oud zijn jullie?”

“Zestien”, zeiden ze tegelijk.

Luna’s wenkbrauwen gingen omhoog. “Echt zestien, of Forever Young-zestien?”

Alex voelde zijn wangen nog warmer worden dan ze al waren. “Wat is het verschil?”

“Echte zestienjarigen zitten meestal nog op school. Of aan het werk.” Ze gebaarde naar het compound. “Zestienjarigen hier niet.”

Alex en Maya zwegen.

“Zestien. Hmm”, mompelde Luna. Ze draaide zich weer naar haar apparatuur. “Weten jullie hoeveel energie dit complex verbruikt?”

Ze schudden hun hoofden.

“Zevenhonderdduizend kilowattuur per jaar. Dat is genoeg voor tweehonderd gewone huishoudens.” Ze tikte op een meter. “Alleen al jullie airconditioning verbruikt meer stroom dan een heel dorp.”

“We betalen ervoor”, zei Alex, die in de verdediging schoot zonder te weten waarom.

“Dat klopt.” Luna’s stem was neutraal, maar Alex hoorde iets erin – een veroordeling, teleurstelling? “Geld is geen probleem als je ouders het hebben.”

Ze werkten een tijdje in stilte. Alex en Maya keken toe hoe Luna met gerichte, efficiënte bewegingen kabels controleerde en metingen deed. Haar handen waren bruin en eeltig, met kleine littekens op haar knokkels.

“Waarom doe je dit werk?” vroeg Maya uiteindelijk.

Luna stopte even. “Iemand het moet doen.”

“Maar waarom jij?” vroeg Alex.

“Waarom niet ik?” Luna’s blik was direct, uitdagend. “Ik ben opgegroeid in een buurt waar de stroom regelmatig uitviel tijdens hittegolven. Mensen stierven van de hitte. Mijn oma…” Ze stopte, schudde haar hoofd. “Laat maar.”

Alex voelde iets wat hij niet kon benoemen. Schaamte? Nieuwsgierigheid? “Wat gebeurde er met je oma?”

“De hittegolf van 2051. Geen airconditioning, geen geld voor een koelcentrum. Ze was tweeëntachtig.” Luna’s stem was vlak, maar Alex zag pijn in haar ogen. “Ik was toen negentien. Studeerde elektrotechniek. Besloot dat ik zou zorgen dat zoiets niet meer hoefde te gebeuren.”

Maya’s ogen werden groot. “Wat erg”, fluisterde ze.

Alex wist niet wat hij moest zeggen. “Sorry”, mompelde hij.

“Hoeft niet.” Luna ging verder met haar werk. “Het was niet jullie schuld.”

Ze werkten nog een uur samen – nou ja, Luna werkte en Alex en Maya keken toe. Af en toe stelde Luna hen vragen over het compound: hoeveel mensen er woonden, hoe de faciliteiten gebruikt werden, wat de piekuren waren voor energieverbruik.

“Gaming-toernooien zijn de ergste”, zei Alex. “Alle VR-systemen tegelijk, plus extra koeling omdat iedereen opgewonden raakt.”

Luna noteerde iets op haar tablet. “Hoeveel toernooien per week?”

“Drie of vier. Soms meer als we ons vervelen.”

Luna keek hen aan met een blik die hij niet kon duiden. “Vervelen jullie je vaak?”

Alex en Maya keken naar elkaar. “Eigenlijk wel, ja”, zei Maya zacht. “Er is niet zo veel om te doen behalve spelen en… spelen.”

“Hmm.”

“Wat bedoel je met ‘hmm’?” vroeg Alex.

Luna leunde tegen een koelunit. “Niets. Het is alleen… .”

“Wat?”

“Jullie hebben alle tijd van de wereld, alle vrijheid, geen verantwoordelijkheden. En jullie vervelen je.” Ze haalde haar schouders op. “Buiten hebben mensen te weinig tijd en te veel verantwoordelijkheden. En vervelen zich nooit.”

Alex voelde een irritatie opkomen. “Misschien omdat ze geen keus hebben.”

“Of misschien omdat ze wat hebben om voor te leven”, zei Maya zachter dan Alex haar ooit had horen praten.

De woorden bleven in de lucht hangen. Alex zag dat Maya naar Luna keek met iets wat hij niet kon benoemen. Bewondering? Verlangen?

Luna pakte haar spullen bij elkaar. “Ik ben klaar voor vandaag. Morgen kom ik terug om de warmtepompen te controleren.”

“Kunnen we je weer helpen?” vroeg Maya snel.

Luna keek verrast. “Als jullie willen.”

“We willen”, zeiden Alex en Maya tegelijk.

Die middag zaten Alex en Maya in de gemeenschappelijke ruimte, maar geen van beiden kon zich concentreren op het gesprek om hen heen. Lars vertelde een verhaal over een grappige video die hij had gezien, anderen lachten en grapten zoals altijd.

“Alex, Maya, jullie luisteren niet”, zei Lars, en hij porde Alex in zijn ribben.

“Sorry. We dachten aan iets.”

“Aan wat?”

Alex keek naar Maya, zag zijn eigen onzekerheid in haar ogen. “Niets belangrijks”, loog hij.

Maar terwijl de middag verstreek en zijn vrienden hun eeuwige spellen speelden, konden Alex en Maya alleen maar denken aan Luna’s eeltige handen. Voor het eerst in hun jonge leven voelden Alex Jongeling en Maya Johansson de tijd tikken.

Later die avond klopte Maya opnieuw op Alex’ deur.

“Ik kan weer niet slapen”, zei ze.

“Ik ook niet.”

“Hoe zou het zijn om volwassen te zijn?”, vroeg Maya.

“Dat vroeg ik me ook net af”, zei Alex.

HOOFDSTUK 3: DE BUITENWERELD

H3Drie dagen later wachtten Alex en Maya Luna op bij de ingang van het compound. Ze hadden een smoesje bedacht – ze wilden haar vragen stellen over energie-efficiëntie voor een “project” – maar eigenlijk wilden ze haar gewoon beter leren kennen.

Luna arriveerde om acht uur ’s ochtends in een kleine elektrische bestelauto vol gereedschap. Ze droeg dezelfde praktische werkkleding als de vorige keer: een lichtgrijze overall en werkschoenen met rubberen zolen.

“Goedemorgen”, zei Alex. “Mogen we je vandaag helpen?”

Luna keek hen beiden sceptisch aan. “Helpen waarmee?”

“Je werk. We willen leren hoe energiesystemen werken”, zei Maya.

“Waarom?”

Alex en Maya keken naar elkaar. De waarheid – dat ze zich vervelen, dat haar doelgerichtheid en volwassen gedrag hen fascineerde, dat ze voor het eerst in jaren nieuwsgierig waren naar de wereld buiten Forever Young – leek te bloot, te kwetsbaar.

“Gewoon, interessant”, zei Alex.

Luna bestudeerde hun gezichten alsof ze een leugendetector was. Uiteindelijk haalde ze haar schouders op.

“Oké. Maar geen gezeik als het zwaar werk wordt.”

Ze werkten die ochtend aan de buitenunits van het airconditioningsysteem. Luna legde uit hoe de warmtepompen werkten, hoe koelmiddel circuleerde, waarom energie-efficiëntie zo belangrijk was. Alex en Maya probeerden te helpen door gereedschap aan te geven en onderdelen vast te houden.

Na twee uur waren hun T-shirts doorweekt van het zweet. Hun handen deden zeer van het tillen. Hun ruggen protesteerden tegen het bukken en reiken. Maar er was ook iets anders: een gevoel van voldoening dat ze nog nooit hadden gehad na een ochtend gamen.

“Pauze”, zei Luna, en ze nam een grote slok uit haar waterfles.

Ze zaten in de schaduw van het compound. Alex keek naar zijn handen – er zat vet onder zijn nagels, een kleine snee op zijn duim van een scherpe rand. Maya wreef over haar schouders en kreunde.

“Dit is zwaarder dan het lijkt”, zei Maya.

“Dat is het altijd in het begin”, zei Luna. “Maar je went eraan.”

“Hoe lang doe je dit al?” vroeg Alex.

“Vijf jaar professioneel. Maar ik repareer dingen sinds ik tien was.”

Maya keek geïnteresseerd op. “Wat voor dingen?”

“Wat dan ook. Mijn familie had geen geld voor reparaties, dus leerde ik het zelf. Radio’s, lampen, later computers.” Luna glimlachte. “Mijn moeder noemde het mijn talent voor het onmogelijke.”

Maya was stil geworden. “Wat zou mijn talent zijn?” vroeg ze zachter.

“Wat bedoel je?”

“Ik bedoel… ik heb niets geleerd. Geen skills, geen… niets. Als ik morgen hier weg zou gaan, wat zou ik dan kunnen?”

Luna keek haar onderzoekend aan. “Dat is een interessante vraag. Wat vind je leuk?”

“Gamen. Maar dat is niet… nuttig.”

“Waarom doe je het dan?”

Maya dacht na. “Omdat ik goed ben in het oplossen van puzzels. In het zien van patronen. In teamwork.” Ze stopte.

Alex keek naar Maya en zag iets in haar ogen wat hij nog nooit had gezien: zelfreflectie.

“Luna”, zei Maya, “mag ik je iets vragen?”

“Ga je gang.”

“Waarom doe je dit?” vroeg ze. “Ik bedoel, je zou toch ook kunnen kiezen voor… dit?” Hij gebaarde naar het compound.

“Forever Young?” Luna lachte. “Mijn ouders zijn lasser en schoonmaakster. Die hebben geen geld voor eeuwige jeugd.”

“Maar als je het wel kon? Als het gratis was?”

Luna dacht lang na over zijn vraag. “Weet je wat het is”, zei ze uiteindelijk. “Ik ben ook zestien geweest geweest. Ik weet nog hoe dat voelde – doen alsof je alles weet, denken dat volwassenen dom zijn, alles is zwart-wit.” Ze nam nog een slok water. “Het was een mooie tijd. Maar ik zou er niet naar terug willen.”

“Waarom niet?”

“Omdat ik toen nog niet wist wie ik was. Ik dacht dat ik het wist, maar…” Ze haalde haar schouders op. “Ik had nog geen levenservaring. Dat is pas daarna gekomen.”

“Maar dan verlies je toch je echte zelf?” vroeg Maya. “Je moet je toch aanpassen om in de maatschappij te kunnen meedraaien?”

“Denken jullie dat dat is gebeurd? Dat ik me heb aangepast en mezelf ben verloren?”

Alex en Maya keken naar Luna – haar directe blik, haar doelgerichte houding, de manier waarop ze sprak over haar oma. “Nee”, zei Maya eerlijk. “Je lijkt… ‘echter’ dan de meeste mensen die ik ken.”

“Echter dan wijzelf”, voegde Alex toe.

“Precies. En echter dan toen ik zestien was. Omdat ik nu weet wat ik wil, wat ik kan, waar ik voor sta.” Luna stond op en pakte haar gereedschap.

Maya en Alex keken naar elkaar. In Maya’s ogen zag Alex dezelfde vragen die hijzelf had: Is je echte zelf iets wat je verliest als je ouder wordt? Of is het juist iets wat je vindt? En wat zou er gebeuren als zij de wijde wereld buiten de Forever Young introkken? Zouden ze zichzelf vinden? Alex’ hoofd duizelde van deze gedachten.

De rest van de dag werkten ze samen aan de optimalisatie van het koelsysteem. Luna toonde Alex en Maya hoe ze energie-readings konden aflezen, hoe ze lekken konden opsporen met zeepsop, hoe ze filters konden vervangen. Het was zwaar, vies werk, maar ze merkten dat ze geconcentreerd bleven op een manier die ze nooit hadden bij gamen.

“Niet slecht”, zei Luna toen ze klaar waren. “Jullie hebben er allebei aanleg voor.”

Alex en Maya voelden een warme trots die anders was dan de oppervlakkige voldoening van een game winnen. Dit was… solider. Reëler.

“Luna”, zei Maya, “kun je ons de buitenwereld laten zien? Hoe mensen daar echt leven?”

Luna keek hen lang aan. “Allebei?”

“Ja”, zeiden ze tegelijk.

“Zeker weten?”

“Ja.”

Een uur later reden Alex en Maya voor het eerst in jaren door de stad. Luna’s bestelauto had geen klimaatregeling – alleen open ramen en een ventilator op het dashboard. De hitte was intens, maar ook… echt. Ze roken geuren die ze vergeten waren: hete asfalt, voedselkraampjes, menselijke activiteit.

“Eerste halte”, zei Luna, en ze parkeerde voor een groot flatgebouw.

Het was anders dan ze hadden verwacht. In plaats van de steriele, uniforme architectuur die ze kenden, was dit gebouw bedekt met verticale tuinen. Planten groeiden aan de zijkanten omhoog, van balkon tot balkon. Mensen werkten tussen de gewassen – oogsten, water geven, onkruid wieden.

“Verticale landbouw”, legde Luna uit. “Elke flat heeft zijn eigen voedselproductie. Scheelt transport, scheelt koeling, geeft mensen werk.”

Ze liepen naar binnen. Alex en Maya zagen ouderen die tomaten oogsten, kinderen die zaadjes plantten, volwassenen die systemen onderhielden. Iedereen was bezig, iedereen had een taak.

“Hee… Rodriguez!” Een bejaarde vrouw zwaaide naar Luna. De vrouw straalde. “Mijn energierekening is inderdaad gehalveerd. En de tomaten smaken beter dan uit de winkel. Je had gelijk!”

Ze wandelden verder door het gebouw. Alex en Maya zagen een werkplaats waar mensen elektronica repareerden in plaats van weg te gooien. Een gemeenschappelijke keuken waar families samen kookten om energie te besparen. Een bibliotheek die ook computerlab was, speelruimte, vergadercentrum.

“Best gezellig hier”, zei Maya, verrast door haar eigen woorden.

“Dat is het ook. Mensen hebben elkaar nodig. Zeker in moeilijke tijden.” Luna wees naar een bulletin board vol aanbiedingen: hulp bij klussen, lift delen, eten ruilen. “Hier moeten mensen samenwerken om alles te hebben. Dat schept banden.”

Alex dacht aan het compound, waar iedereen zijn eigen appartement had, zijn eigen entertainment, zijn eigen perfect geregelde leven. Hij had nooit hulp van iemand nodig gehad. Hij had ook nooit hulp aan iemand gegeven.

Maya was stil geworden, terwijl ze alles aandachtig in zich opnam.

Hun volgende stop was een zonnepark op een voormalige parkeerplaats. Mensen van alle leeftijden werkten aan het onderhoud van de panelen. Een groep tieners van hun eigen leeftijd – échte tieners – installeerde nieuwe bedrading onder begeleiding van een volwassen technicus.

“Hé Luna!” riep een van de jongens. “Kom je controleren of we het goed doen?”

Luna liep naar hen toe en bekeek hun werk. “Nette bedrading, goede isolatie. Jullie leren snel.”

De jongen straalde van trots. Alex voelde een steek van… jaloezie? Deze tiener had echte waardering verdiend voor echt werk.

“Malik”, zei Luna toen ze doorliepen. “Zestien jaar oud. Doet dit werk na school. Wil energie-ingenieur worden.”

“Net als jij”, zei Maya.

“Ja. Hij heeft al meer praktijkervaring dan de meeste studenten.”

Alex keek achterom naar Malik, die ingespannen bezig was met een volgende aansluiting. De jongen zag er moe uit, bezweet, maar ook… tevreden. Alsof hij wist waarom hij hier was.

“Luna”, zei Maya plotseling, “mag ik iets proberen?”

“Wat?”

“Die bedrading. Mag ik het leren?”

Luna keek verrast. “Weet je het zeker? Het is technisch werk.”

“Ik ben goed in puzzels”, zei Maya met meer zelfvertrouwen dan Alex in tijden had gehoord.

Een half uur later zat Maya geconcentreerd met Malik en de technicus, terwijl ze met haar handen voorzichtig kabels sorteerde. Alex zag iets in haar gezicht wat hij nog nooit had gezien: volledige focus, diepe concentratie, en… vreugde.

“Ze is er goed in”, zei de technicus tegen Luna. “Natuurlijk talent voor patroonherkenning.”

Maya keek op, haar gezicht vuil maar stralend. “Dit is… leuk. Echt leuk.”

Maar toen corrigeerde de jongen haar: “Die kabel moet daarin. Anders krijg je kortsluiting.”

En toen ze klaar waren en naar de bestelwagen liepen, zag Alex iets veranderen in Maya’s gezicht. De vreugde verdween langzaam, vervangen door iets anders. Angst?

Op de terugweg naar het compound waren Alex en Maya stil. Ze verwerkten wat ze hadden gezien: mensen die samenwerkten, die een doel hadden, die elkaar nodig hadden. Het was zo anders dan hun wereld van individuele perfectie.

“Wat denken jullie?” vroeg Luna.

“Het lijkt zwaar”, zei Alex eerlijk.

“Dat is het ook.”

“Maar ook iets om trots op te zijn”, zei Alex.

Maya was stil.

“Maya?” vroeg Luna. “Wat denk jij?”

Maya keek uit het raam naar de stad die voorbij gleed. “Het is… veel. Al die verantwoordelijkheid. Al die… problemen.”

“Dat klopt”, zei Luna.

“En wat als er iets misgaat? Wat als je verkeerde keuzes maakt?”

“Dan leer je ervan. En je probeert het opnieuw.”

Maya was weer stil. Alex zag dat ze in een innerlijke tweestrijd was verwikkeld.

Toen ze terugkwamen bij het compound, ervoer Alex de airconditioned lucht als een koude klap. Het was zo steriel na de levende warmte van de stad. Hij zag het gebouw met nieuwe ogen: een perfect gereglementeerde doos, afgesloten van de werkelijke wereld.

“Waar waren jullie?” Lars wachtte hen op in de lobby, zijn gezicht bezorgd. “Jullie hebben de gaming-sessie gemist!”

“We waren… buiten”, zei Maya, maar haar stem klonk anders. Afstandelijker.

“Buiten? Waarom? Het is verschrikkelijk heet.”

Alex keek naar Maya, verwachtend dat ze zou uitleggen over de verticale tuinen, over Malik, over de betekenis die ze hadden gezien. Maar Maya haalde alleen haar schouders op. “Gewoon nieuwsgierig”, zei ze.

Die avond was er een VR-racing toernooi. Alex deed mee, maar was er niet bij met z’n hoofd. Hij keek naar zijn vrienden – allemaal geconcentreerd op hun spellen, allemaal opgewonden over virtuele prestaties – en voelde zich ineens een buitenstaander.

“Alex, je rijdt voor geen meter”, klaagde Lars. “Let op!”

Alex probeerde zich te concentreren, maar de race voelde betekenisloos. Hij dacht aan de echte bestelwagen waarin hij met Luna had gereden, aan het echte gereedschap in zijn handen.

“Ik stop ermee”, zei hij, en hij zette zijn VR-headset af.

“Wat?” Lars keek hem geschokt aan. “De finale begint zo!”

“Sorry. Ik ben moe.”

Maar hij was niet moe. Hij was rustelozer dan ooit.

HOOFDSTUK 4: VEILIGHEID VOOR ALLES?

H4 (Aangepast)Die nacht kon Alex niet slapen. Telkens als hij zijn ogen sloot, zag hij Malik bezig met de zonnepanelen, hoorde hij de bejaarde vrouw praten over haar tomaten. In het donker van zijn kamer voelde de perfecte temperatuur van het compound ineens benauwd.

Om drie uur ’s nachts stond hij op en liep naar het raam. Buiten zag hij de stad in slaap – maar niet helemaal. Er brandde nog licht in sommige gebouwen. Mensen die nachtdiensten draaiden, zorgen voor de energie, het water, de veiligheid. Mensen die werkten terwijl hij lag te piekeren over verveling.

Er werd zacht op z’n deur geklopt. Maya. “Alex…”, begon ze. Maya ging op zijn bed zitten. “Ik moet je iets zeggen.”

“Wat?”

“Vandaag, in de stad. Het was… indrukwekkend. Echt waar.” Maya’s stem was zachter dan gewoonlijk. “Maar het was ook eng.”

“Eng?”

“Al die verantwoordelijkheid. Al die keuzes. Al die… fouten die je kunt maken.” Maya keek naar haar handen. “Hier zijn we veilig. We hoeven ons nergens zorgen over te maken. We hoeven alleen maar plezier te maken. En jong en onbezorgd blijven. Geen zorgen, geen stress, geen… oudemensendingen.”

Alex ging naast haar zitten. Maya rook naar de dure bodylotion die het compound leverde – perfect geparfumeerd, kunstmatig.

“Wat voor oudemensendingen?”

“Zoals… ik weet niet. Rekeningen betalen. Werken. Verantwoordelijkheid.” Ze spuugde het laatste woord uit alsof het vies smaakte.

“Maar we leven ook niet echt.”

“Misschien is dat oké. Misschien is veilig beter dan onveilig.”

“Maar zijn we wel gelukkig?”

Maya opende haar mond, sloot hem weer, opende hem opnieuw. “Natuurlijk zijn we gelukkig”, zei ze uiteindelijk, maar haar stem klonk minder zeker dan gewoonlijk.

Alex keek naar zijn beste vriend en voelde iets wat hij nog nooit had gevoeld: teleurstelling. “Vond je niet dat het geweldig was? Wat we vandaag allemaal deden?”

“Jawel. Maar…” Maya zweeg.

“Maar wat?”

“Maar wat als er echt iets mis was gegaan door mijn schuld? Wat als ik had gefaald? Hier faal ik nooit. Hier ben ik altijd goed genoeg.”

“Omdat hier niets ertoe doet.”

Maya keek op, een flits van pijn in haar ogen. “Wij doen er toch toe? Onze vriendschap doet er toch toe?”

“Maar is dat genoeg om een heel leven op te bouwen?”

Maya was lang stil. Uiteindelijk stond ze op. “Voor mij wel”, zei ze zacht. “Ik denk… ik denk dat ik hier altijd wil blijven.”

Alex voelde zijn hart zinken. “Maya…”

“Ik ben niet zo moedig als jij, Alex. Ik zou alles kunnen verliezen.”

“Maar je zou ook alles kunnen winnen.”

Maya schudde haar hoofd. “Ik heb al alles. Ik heb jou, ik heb Lars, ik heb dit.” Ze gebaarde rond zich. “Waarom zou ik dat opgeven voor… onzekerheid?”

Alex zag de angst in haar ogen en begreep het. Maar hij begreep ook dat hij een andere keuze moest maken.

“Oké”, zei hij. “Ik respecteer je keuze.”

“En jij? Ga je… blijven?”

Alex dacht aan Luna’s verhaal over haar oma. Aan Malik’ trots. Aan zijn eigen leegte. “Nee”, zei hij. “Ik denk het niet.”

Maya’s ogen vulden zich met tranen. “Dan verliezen we elkaar.”

“Misschien. Of misschien vinden we elkaar op een nieuwe manier.”

Maya knikte, maar ze huilde nu. “Ik hou van je, Alex. Als vriend.”

“Ik ook van jou.”

Ze omhelsden elkaar. En allebei wisten ze dat dit een afscheid was. Niet van hun vriendschap, maar van hun kindertijd.

HOOFDSTUK 5: EENZAME KEUZE

H5 (Aangepast)

Die middag werkte Alex weer met Luna, maar deze keer alleen. Maya was niet gekomen – ze was in de gemeenschappelijke ruimte gebleven, spelend met Lars en de anderen.

“Waar is Maya?” vroeg Luna.

“Ze heeft besloten… hier te blijven.”

Luna keek hem aan. “En jij?”

“Kun je me meer leren?” vroeg hij. “Over energiesystemen, over… alles?”

Luna stopte met het controleren van een meter en keek hem aan. “Misschien moeten we hiermee stoppen. Mijn werk hier is bijna klaar. Je kunt terug naar je oude leven.”

Alex voelde paniek opkomen. “Nee. Ik wil niet terug. Ik wil meer dan dit.” Alex gebaarde naar het compound. “Ik weet niet wat precies, maar… meer.”

“Alex”, zei Luna voorzichtig, “je bent Forever Young. Dat betekent dat je nooit ouder wordt dan zestien. Je ouders hebben veel geld betaald om je in deze staat te houden. Denk je dat ze het goed zouden vinden als je dat wilde veranderen?”

Alex had daar niet over nagedacht. De Forever Young behandeling was onomkeerbaar, dacht hij. Maar was dat wel zo?

“Is het mogelijk?” vroeg hij. “Om ouder te worden?”

Luna keek ongemakkelijk. “Technisch gezien… ja. Er zijn experimentele behandelingen. Maar ze zijn gevaarlijk.”

“Hoe gevaarlijk?”

“Pijn. Fysieke en mentale veranderingen. Hormoonschommelingen. Kans op orgaanschade. En psychologisch…” Luna pauzeerde. “Sommige mensen kunnen niet omgaan met de verandering. Ze raken depressief, verwart, soms psychotisch.”

Alex voelde angst, maar ook opwinding. “En de anderen?”

“Anderen zeggen dat het het beste is wat ze ooit hebben gedaan. Dat ze zich voor het eerst echt levend voelen.”

“Maar het is een dure behandeling, en…” Ze stopte.

“En wat?”

“En illegaal zonder toestemming van je ouders.”

HOOFDSTUK 6: BEZORGDE OUDERS

H6 (Aangepast)Voordat hij aan zijn behandeling kon beginnen, moest Alex een moeilijke beslissing nemen: zou hij het zijn ouders vertellen, of in het geheim handelen?

Hij besloot hen te bellen voor een videocall. Zijn hart bonkte terwijl de telefoon overging.

“Alexie!” Zijn moeder’s gezicht verscheen op het scherm, stralend. “Wat een verrassing. Je belt meestal niet zo spontaan.”

“Hoi mam. Is pap er ook?”

“Richard! Alex belt!” Zijn vader kwam in beeld, wat moeizamer bewegend dan Alex zich herinnerde.

“Jongen! Hoe gaat het? Alles goed in het compound?”

Alex haalde diep adem. “Mam, pap, ik moet jullie iets vertellen. En het is belangrijk.”

Hij zag hun gezichten verstrakken. Ouders hadden een antenne voor slecht nieuws.

“Wat is er?” vroeg zijn moeder.

“Ik ben aan het nadenken over… een verandering. Over volwassen worden.”

“Wat bedoel je?” Zijn vaders stem was voorzichtig.

“Ik denk erover om de Forever Young-behandeling om te keren.”

De stilte die volgde was oorverdovend. Alex zag de schok, de pijn, de angst op hun gezichten.

“Lieverd”, zei zijn moeder uiteindelijk, haar stem trillend, “waarom? Ben je niet gelukkig?”

“Nee, mam. Ik ben… leeg. Ik voel me alsof ik niet echt leef.”

“Maar je bent veilig. Je hoeft niet te lijden zoals wij hebben geleden.”

Alex zag tranen in zijn moeders ogen en voelde zijn eigen hart breken. Maar hij wist dat dit het moment was.

“Mam, pap”, zei hij zachter, “dat begrijp ik niet. Wat is er met jullie gebeurd?”

Zijn ouders keken naar elkaar, een hele conversatie in één blik.

Zijn vader sprak als eerste. “Alex, toen ik achttien was… ik had zoveel dromen. Ik wilde kunstenaar worden. Schilder.” Hij glimlachte weemoedig. “Ik was zo naïef, zo hoopvol.”

“Wat gebeurde er?”

“Het leven. Rekeningen. De realiteit dat kunst geen geld opbrengt. Ik eindigde in een kantoorbaan. Dertig jaar lang.”

Zijn moeder nam het over. “En ik wilde de wereld reizen, andere culturen leren kennen. In plaats daarvan trouwde ik jong, kreeg jou, werd huisvrouw.” Ze pauzeerde. “Niet dat ik spijt heb van jou, maar…”

“Maar jullie hebben spijt dat jullie dromen niet zijn uitgekomen.”

“We hebben spijt van hoe naïef we waren”, zei zijn vader. “Van hoe makkelijk het was om onze dromen op te geven.”

Alex begreep het nu. “En jullie wilden mij beschermen tegen die pijn.”

“Ja. We wilden dat je je dromen kon behouden. Voor altijd.”

“Maar mam, pap”, zei Alex zachter, “wat als ik wel voor mijn dromen durf te vechten?”

Zijn ouders waren stil.

Zijn vader knikte langzaam. “Misschien… misschien heb je gelijk. Maar Alex, zo makkelijk is dat niet. Wat als het misgaat?”

“Dan sta ik op en probeer het opnieuw. Dat is wat volwassen mensen schijnen te doen.”

Zijn moeder begon te huilen. “Maar als je dit doet… dan verliezen we je. Je wordt iemand anders.”

“Nee, mam. Dan word ik eindelijk mijzelf.”

“Alex”, zijn vaders stem was bezorgd, “we kunnen je niet tegenhouden, he?”

“Nee, ik denk het niet.”

Zijn ouders keken naar elkaar, jaren van angst en liefde in hun blik.

“Dan…” zijn moeder’s stem brak, “dan willen we je zien. Voordat je begint. Een laatste keer als…”

“Als de zoon die jullie hebben grootgebracht”, maakte Alex de zin af.

“Ja.”

“Ik zou niets liever willen.”

Twee dagen later kwamen Alex’ ouders naar het compound. Het was een emotionele ontmoeting – veel tranen, veel omhelzingen, veel gesprekken over het verleden. Maar er was ook iets anders: voor het eerst praatten Alex en zijn ouders als gelijken, niet als kind en beschermers.

“Weet je nog”, zei Alex’ vader tegen zijn zoon terwijl ze door het compound wandelden, “toen je acht was en je wilde leren fietsen? Je was zo bang om te vallen.”

“Ja.”

“Maar uiteindelijk moest ik je loslaten. En je viel, en je stond op, en je leerde het.”

Alex knikte. “Ja, toen kon ik dat al. Zo moeilijk is het niet.”

“Misschien.” Zijn vader glimlachte door zijn tranen. “Maar deze keer kan ik je niet opvangen als je valt.”

“Dat hoeft ook niet, pap. Ik moet leren mezelf op te vangen.”

HOOFDSTUK 7: HORMOONTHERAPIE

H7 (Aangepast)Een week later zat Alex in Dr. Kim’s kleine kliniek. Alleen. Maya had geweigerd mee te komen, had gezegd dat ze het niet kon aanzien.

“Forever Young reversal voor één patiënt”, zei Dr. Kim, zijn medische gegevens bekijkend. “Je bent vier jaar in stasis geweest. Dat is beheersbaar.”

“Is het zwaarder om het alleen te doen?” vroeg Alex.

“Zwaarder, ja. Maar niet onmogelijk. Je hebt eigenlijk een voordeel – je hoeft je niet aan te passen aan iemand anders’ tempo.”

Alex knikte, maar voelde de eenzaamheid al.

“Hoe werkt het?”

“Hormoontherapie gecombineerd met genetische reactivatie. We zetten je biologische klok weer aan. Het duurt ongeveer drie maanden voor volledige herstel. Maar…” Dr. Kim keek hem serieus aan. “Het is zwaar. Pijn, emotionele instabiliteit, kans op complicaties. En het is onomkeerbaar.”

“Ik begrijp het.”

“En je hebt niemand om je te steunen?”

Alex dacht aan Maya, aan Lars, aan zijn oude leven. “Nee. Maar ik heb Luna.”

“Dat is goed. Je zult steun nodig hebben.”

De hormoontherapie begon de volgende ochtend. Dr. Kim had Alex gewaarschuwd voor de bijwerkingen, maar de realiteit was erger dan hij had verwacht.

De eerste week voelde alsof zijn lichaam in brand stond. Groeistuipen die zijn botten deden beuken. Hormonale golven die zijn emoties volledig uit balans brachten. Hij werd langer, zwaarder, zijn stem begon te veranderen. Maar het ergste waren de emotionele schommelingen.

Ene moment voelde hij zich euforisch – vol van hoop en mogelijkheden. Het volgende moment was hij bang, verdrietig, verlangend naar de veiligheid van zijn oude leven.

Luna kwam elke dag bij Forever Young langs om te checken hoe het ging.

“Hoe voel je je?” vroeg ze op dag tien van de behandeling.

Alex lag op zijn bed, zijn lichaam pijnlijk van de groei. “Alsof ik uit elkaar word getrokken.”

“Dat klopt ook. Je lichaam herontdekt wat het betekent om te veranderen.” Luna ging naast hem zitten. “Wil je erover praten?”

“Maya komt niet meer langs. Lars en de anderen… ze kijken naar me alsof ik een monster ben.”

“Ben je dat ook.”

Alex keek haar aan. “Wat bedoel je?”

“Je bent niet meer de persoon die je was toen je begon. Maar je bent ook nog niet de persoon die je wordt.” Luna’s stem was zacht. “Je zit in een soort tussenruimte. Dat is de moeilijkste plaats om te zijn.”

“Spijt heb ik er niet van”, zei Alex, verrast door zijn eigen zekerheid. “Ook al doet het pijn.”

“Goed.”

Ze zaten een tijdje in stilte. Alex voelde iets wat hij niet kon benoemen – een warmte, een verbinding met Luna die dieper ging dan vriendschap. Maar hij wist niet of het echt was of gewoon de hormonen.

Luna, mag ik je iets vragen?”

“Ga je gang.”

“Ben jij weleens verliefd geweest?”

Luna keek hem zijdelings aan. “Waarom vraag je dat?”

“Gewoon nieuwsgierig. In het compound hebben we… relaties, maar ze voelen niet… echt.”

“Wat bedoel je met echt?”

Alex zocht naar woorden. “Met Maya is alles gemakkelijk. We houden van dezelfde dingen, hebben nooit ruzie, begrijpen elkaar perfect. Maar…” Hij stopte.

“Maar?”

“Het voelt oppervlakkig. Alsof we twee kinderen zijn die samen spelen in plaats van… mensen die elkaar echt zien.”

Luna was stil voor een tijdje. “Ik ben wel eens verliefd geweest”, zei ze uiteindelijk. “Een paar keer.”

“En? Beviel het?”

“Soms.” Luna glimlachte een beetje weemoedig. “Echte liefde is niet gemakkelijk, Alex. Het betekent dat je kwetsbaar moet zijn. Dat je je echte zelf moet laten zien, met al je gebreken. Dat je bereid moet zijn pijn te lijden voor iemand anders.”

“Klinkt zwaar.”

“Dat is het ook. Maar het is ook…” Ze zocht naar woorden. “Het maakt je meer jezelf. Een beter mens.”

Alex dacht aan Maya, aan hun gemakkelijke relatie, hun oppervlakkige gesprekken. “Ik denk niet dat Maya en ik dat hebben. Soms wel. Maar bijna nooit.”

“Dat komt misschien omdat jullie allebei nog kinderen zijn. Echte intimiteit vereist volwassen emoties. Liefde bij een kind is: ‘Ik vind je leuk omdat je leuk voor mij bent.’ Liefde bij een volwassene is: ‘Ik zie wie je werkelijk bent, inclusief je gebreken, en ik kies ervoor van je te houden.’ ”

Alex zweeg. Ergens diep vanbinnen begon iets te verschuiven. “Luna”, zei hij uiteindelijk, “wat gebeurt er tussen ons?”

Luna’s lichaam verstrakte. “Wat bedoel je?”

“Ik denk… ik denk dat ik verliefd op je ben.”

Luna stond op en liep naar het raam. “Alex…”

“Is dat fout? Door de hormonen?”

“Nee, het is niet fout. Maar…” Luna draaide zich om, haar gezicht een mengeling van emoties. “Je bent aan het veranderen. Je hele identiteit, je lichaam, je geest. Je weet niet wie je wordt. Hoe kun je weten wat je voelt?”

“Maar ik voel het wel.”

“Dat weet ik. Maar ik…” Luna zuchtte. “Alex, ik wil niet degene zijn op wie je je liefde projecteert. Ik wil niet je reddingsboei zijn terwijl je verandert.”

“Dat ben je niet.”

“Dat ben ik wel. En dat is oké, voor nu. Maar uiteindelijk moet je je leren staande te houden zonder mij.”

Alex voelde een pijn die niet fysiek was. “Betekent dat dat we…”

“Het betekent dat we moeten wachten. Tot je weet wie je bent. Tot je keuzes maken vanuit je nieuwe zelf, niet vanuit angst of verwarring.”

HOOFDSTUK 8: KLAAR VOOR VERTREK

H8 (Aangepast)Drie weken in de behandeling kwam het moment dat Alex had verwacht. Dr. Harrison had de veranderingen in Alex opgemerkt en hem bij zich geroepen.

“Alex”, zei Dr. Harrison, zijn stem gespannen toen Alex zijn kantoor binnenkwam, “je ziet er… anders uit.”

Alex stond nu een kop groter dan een maand geleden, zijn lichaam had de bouw van een jongvolwassene. De veranderingen waren onmiskenbaar.

“Hoe voel je je?” vroeg Dr. Harrison.

“Goed.”

“Alex, je hebt de Forever Young behandeling omgekeerd, nietwaar?”

Alex knikte. Het had geen zin te liegen.

Dr. Harrison ging zitten, de implicaties doordenkend. “Weten je ouders dit?”

“Ze weten het. Ze zijn er niet blij mee, maar ze begrijpen het.”

“Alex, je begrijpt niet wat je hebt gedaan. Volwassen worden betekent lijden. Teleurstelling. Het verlies van dromen.”

“Misschien. Maar het betekent ook groei. Doel. De kans om iets te betekenen.”

“Je betekende al iets! Je was perfect zoals je was!”

“Nee”, zei Alex zachter. “Ongerept misschien. Fris. Nog nooit op de proef gesteld. Maar niet perfect.”

Dr. Harrison staarde hem aan. Voor het eerst zag hij niet de zestienjarige jongen die hij had gekend, maar een jonge volwassene die zijn eigen keuzes maakte.

“Je zult het compound moeten verlaten”, zei hij uiteindelijk. “Je bent geen Forever Young-jongen meer.”

“Dat begrijp ik.”

“Wanneer?”

“Over een week is mijn behandeling klaar. Dan ben ik klaar om te gaan.”

“En je vrienden?”

Alex dacht aan Maya, aan Lars. “Die hebben hun eigen keuzes gemaakt.”

Die week was de moeilijkste van zijn leven. Niet alleen fysiek – zijn lichaam was nog steeds aan het veranderen, nog steeds pijnlijk – maar emotioneel. Hij moest afscheid nemen van zijn vrienden, zijn thuis, zijn oude leven.

Maya kwam één keer naar zijn kamer. Ze stond in de deuropening, alsof ze bang was om dichterbij te komen.

“Je ziet er zo… oud uit”, zei ze.

“Ouder, ja.”

“Ben je gelukkig?”

Alex dacht na over de vraag. “Ik ben… mezelf. Voor het eerst.”

Maya knikte, maar hij zag tranen in haar ogen. “Ik begrijp het niet. Maar ik respecteer het.”

“Maya…”

“Nee, laat me dit zeggen.” Maya kwam eindelijk zijn kamer binnen. “Ik ben te bang. Ik geef het toe. Hier voel ik me veilig, geliefd, genoeg.” Ze pauzeerde. “Maar jij… jij bent moediger dan ik. En ik ben trots op je.”

“Je zou ook kunnen komen.”

Maya schudde haar hoofd. “Dit is mijn plek. Jij hebt een andere plek nodig.”

Ze omhelsden elkaar – een lange, verdrietige omhelzing. “Vergeet me niet”, fluisterde Maya.

“Nooit”, beloofde Alex.

HOOFDSTUK 9: VOLWASSEN KEUZES

H9 (Aangepast)Op zijn laatste dag in het compound gebeurde iets wat niemand had verwacht. Een zware storm trof de regio – de ergste in jaren. De elektriciteitscentrales vielen uit, back-up generatoren faalden, en zonder stroom blootgesteld aan een hittegolf met temperaturen die tot 42 graden opliepen.

Alex, nu fysiek achttien en mentaal rijper dan hij ooit was geweest, zat zijn laatste spullen in te pakken toen Luna belde.

“Er is een noodsituatie”, zei ze. “Het stadsziekenhuis heeft nog drie uur noodstroom. Daarna vallen de systemen uit. Er liggen dertig patiënten op intensive care.”

“Wat kunnen we doen?”

“Het Forever Young compound heeft de krachtigste back-up generator van de hele wijk. Maar…” Luna pauzeerde. “We kunnen hem niet gewoon aansluiten. Beveiliging, protocollen, Dr. Harrison zou nooit toestemming geven.”

Alex dacht aan zijn nieuwe technische kennis, aan de systemen die hij de afgelopen weken had leren begrijpen. “Wat als we de stroom tijdelijk omleiden? Zonder dat iemand het merkt?”

“Dat zou… complex zijn. En riskant. Als we betrapt worden…”

“Maar wel mogelijk?”

Luna was stil. “Technisch gezien wel. De distributiekast staat buiten het beveiligde gebied. Als we heel voorzichtig zijn…”

Alex voelde iets wat hij nog nooit had gevoeld: de verantwoordelijkheid van een echte volwassen beslissing. “Luna, dit is niet alleen technisch, toch? Dit is ethisch. We gaan liegen, bedriegen.”

“Ja”, zei Luna eerlijk. “Soms moet je ongemakkelijke keuzes maken voor het grotere goed. Hoort erbij als je volwassen bent”, grapte ze. “En Alex… als we dit doen, kunnen we er nooit over praten. Met niemand.”

Het plan was briljant in zijn eenvoud. Luna en Alex werkten in de technische ruimte die Alex zo goed kende, maar nu met een preciesie die hij maanden geleden niet had gehad. Ze installeerden een tijdelijke bypass in de hoofddistributiekast – onzichtbaar voor gewone inspectie, maar effectief genoeg om een deel van de stroom van Forever Young om te leiden naar het stadsziekenhuis.

“Het ziet eruit als een storing in de generator”, legde Luna uit terwijl ze de laatste verbindingen maakte. “Overbelasting door de hitte. Heel normaal tijdens zulke stormen.”

Alex werkte geconcentreerd aan de programmering van de automatische switches. “Hoelang duurt de omleiding?”

“Vier uur. Genoeg voor het ziekenhuis om hun systemen te stabiliseren en back-up stroom te vinden.”

“En dan?”

“Dan herstelt het systeem zichzelf automatisch. Geen sporen, geen bewijs.”

Ze werkten in stilte, zwetend in de technische ruimte. Alex voelde de spanning, maar ook iets anders: trots. Hij gebruikte zijn nieuwe vaardigheden voor iets wat ertoe deed.

“Klaar”, zei Luna. “In drie… twee… een…”

In het compound ging het licht uit.

Alex zat in zijn kamer toen de airconditioning stopte en de verlichting uitviel. Door zijn dunne muren hoorde hij de reacties van zijn oude vrienden: verwarring, frustratie, angst.

“Wat gebeurt er?” hoorde hij Maya roepen.

“De generator is uitgevallen!” Lars’ stem klonk paniekierig.

Alex kleedde zich aan en ging naar de gemeenschappelijke ruimte, waar hij zich tussen de andere bewoners voegde alsof hij net zo verrast was als zij.

“Dit is een ramp”, klaagde Lars, het zweet parelend op zijn voorhoofd. “Hoelang gaat dit duren?”

Dr. Harrison kwam binnen met een zaklamp. “Het lijkt een storing in de generator, waarschijnlijk overbelasting door de extreme hitte.”

“Maar het is hier al dertig graden!” Maya’s stem klonk hoog en angstig. “We gaan doodgaan!”

Alex keek naar zijn oude vrienden en voelde een mengeling van medelijden en irritatie. Vier uur zonder airconditioned was voor hen een existentiële crisis, terwijl buiten mensen werkelijk vochten voor hun leven.

“Dr. Harrison”, vroeg een van de bewoners, “kunnen we niet naar een hotel? Of een koelcentrum?”

“De hele stad heeft stroomuitval”, zei Dr. Harrison. “Er zijn geen alternatieven beschikbaar.”

Alex zei niets. Hij zat in de donkere gemeenschappelijke ruimte, luisterend naar de klachten van mensen die een paar uur ongemak niet konden verdragen, wetend dat op datzelfde moment in het stadsziekenhuis levens werden gered door zijn actie.

Voor het eerst in zijn leven droeg hij een geheim dat niemand mocht weten. En dat voelde niet slecht – het voelde volwassen.

Vier uur later kwam de stroom terug. De airconditioning zoem de weer tot leven, de schermen lichtten op, en er ging een zucht van verlichting door het compound.

De volgende ochtend vertrok Alex uit het compound zonder van iemand afscheid te nemen. Hij ging meteen naar Luna, die in haar kantoor zat. Ze had hem nog niet binnengelaten of ze kreeg een telefoontje van Dr. Harrison. “Ms. Rodriguez, we hebben gisteravond een onverklaarbare storing gehad in ons generatorsysteem. Gezien uw recente werk hier, zouden we graag willen dat u een technische inspectie doet.”

Luna keek naar Alex, die tegenover haar zat. Ze glimlachte. “Natuurlijk, Dr. Harrison. Ik kom morgen langs om het systeem te controleren.”

Alex grinnikte. “Denk je dat je de ‘storing’ kunt vinden?”

“O, ik vermoed dat het een zeer zeldzame, eenmalige overbelasting was”, zei Luna met gespeelde ernst. “Het soort probleem dat zichzelf oplost en nooit meer terugkomt.”

“En je rapport?”

“Zal heel professioneel zijn. Complete systeem check, aanbevelingen voor betere monitoring, factuur voor consultancy.” Luna keek hem aan. “Welcome to the real world, Alex. Soms moet je dingen doen die… complex zijn.”

Alex knikte. Hij had die nacht niet alleen stroom omgeleid – hij had geleerd wat het betekende om volwassen beslissingen te nemen in een wereld die niet zwart-wit was. En ondanks de ethische complexiteit, ondanks het geheim dat hij altijd zou moeten dragen, voelde hij zich meer zichzelf dan ooit tevoren.

Voor het eerst in zijn leven had hij iets gedaan wat er echt toe deed. En hij had het slim gedaan.

HOOFDSTUK 10: NIEUW LEVEN

H10 (2) (Aangepast)

Zes maanden later werkte Alex fulltime voor Luna’s consultancybedrijf. Hij had zijn eigen kleine appartement in de stad, betaalde zijn eigen rekeningen, leefde zijn eigen leven. Het was zwaarder dan in het compound – minder comfort, meer zorgen, echte verantwoordelijkheid. Maar hij was gelukkiger dan hij ooit was geweest.

Zijn behandeling was volledig geslaagd. Fysiek was hij nu negentien, mentaal rijper dan vele van zijn leeftijdgenoten. Hij had littekens op zijn handen van het werk, lijnen rond zijn ogen van concentratie en lachen.

“Hoe voelt het?” vroeg Luna op een vrijdagmiddag. Ze werkten samen aan een energieproject voor een sociale woningbouwvereniging.

“Wat?”

“Volwassen zijn.”

Alex dacht na over de vraag. “Moeilijker dan ik dacht. Maar ook echter.”

“Spijt?”

“Van de keuze? Nooit”, zei Alex. “Van de pijn die ik anderen heb gedaan… soms.”

Zijn ouders had hij sinds die dag enkele keren gezien. De relaties waren gecompliceerd – er was liefde, maar ook afstand. Zijn ouders worstelden nog steeds met zijn keuze, maar langzaam begonnen ze te zien dat Alex gelukkiger was.

Maya en Lars had hij één keer nog gezien, in de stad. Ze waren nog hetzelfde – fysiek zestien, nog steeds speels, nog steeds zorgeloos. Maar er was iets in hun ogen geweest wat hij niet herkende: een soort leegte, alsof ze zich realiseerden dat hun perfecte wereld toch niet zo perfect was.

Maya had hem aangekeken met iets wat spijt leek, maar ze had niets gezegd. Ze waren als vreemden langs elkaar gelopen.

“Alex”, zei Luna aarzelend, “misschien moeten we er nu over praten.”

Hij keek op van zijn werk. Zijn hart sloeg over. “Waarover?”, wist hij er nog net uit te persen.

“Ik… ik denk dat ik van je hou.”

Alex voelde zijn hart weer overslaan.

“Niet op de jongen die je was. Niet op de man die je probeert te worden. Maar op wie je nu bent.” Luna’s blik was direct, eerlijk.

Alex dacht na over haar woorden. De laatste maanden had hij leren kennen wie hij werkelijk was – niet de kunstmatig jonge Alex, niet de rebellerende Alex, maar de echte Alex. En ja, hij hield van Luna. Niet omdat ze hem had gered, maar om wie ze was.

“Ik op jou. Ik weet het zeker”, zei hij.

Luna kwam naar hem toe en kuste hem. Het was anders dan kussen met Maya was geweest – complexer, dieper, vol van echte emoties. Hij gaf zich eraan over.

Alex en Luna werkten verder aan hun project terwijl de zon onderging over de stad. Alex keek naar de mensen beneden – arbeiders die naar huis gingen, families die dineerden, kinderen die speelden. Een wereld vol imperfecte, groeiende, levende mensen.

Hij begreep wat zijn ouders hem hadden willen geven: veiligheid, comfort, de afwezigheid van pijn. Het was niet fout om dat te willen. Maar het was ook niet genoeg om te leven. Niet voor hem tenminste. De moed hebben om te groeien, om te falen, om pijn te lijden en toch door te gaan, verantwoordelijkheid nemen, iets voor andere mensen betekenen: dat maakte het leven de moeite waard.

Alex Jongeling was niet meer de zestienjarige jongen die eeuwig jong zou blijven. Hij was een negentienjarige man die wist dat leven veranderen is. En oud worden en uitdoven. Waarom ook niet? Hij stond er niet alleen voor. Hij kuste Luna nog eens en zij kuste hem.

EINDE


Beelden: zelf gebakken met ChatGPT.

Logo voor de Science Fiction en Romantiek-reeks: zelf gebakken met ChatGPT

Deel:

Geef een reactie