Handleiding heldhaftigheid (Over de memoires van Aleksej Navalny)

Wat een man, denk je wanneer je Patriot leest, de postuum verschenen memoires van Aleksej Navalny. Hij zag eruit als een filmster met zijn staalblauwe ogen en zijn vierkante kaak. Hij had een prettig soort galgenhumor (toen zijn bewakers hem probeerden te breken door vlak bij zijn cel kip te bakken tijdens een hongerstaking, noemde hij het ‘een epische strijd tussen mijn menselijke geest en een gevangeniskip’). Hij hield van Rick & Morty, hij hield van The Wire: ‘Je zit maar twee dagen in de gevangenis: de dag dat je erin gaat en de dag dat je wordt vrijgelaten’, wist Navalny toen hij tot 9 jaar gevangenschap werd veroordeeld.
Hij keerde terug naar Rusland, wetende dat hij gearresteerd zou worden. Tot het einde toe bleef hij zich verzetten tegen het regime van Poetin (als vanouds tegen de corruptie, en later o.a. tegen de oorlog in Oekraïne) en zich inzetten voor een Rusland dat zich ontwikkelt tot een moderne, democratische samenleving. Waar kwam die onverschrokkenheid vandaan?, vraag je je af. In zijn boek – in het aangezicht van de dood geschreven, vertelt hij hoe hij zich in de gevangenis staande houdt. Zijn handleiding heldhaftigheid bestaat uit twee principes.
Het eerste is accepteren van wat er komen gaat. Hij laat de hoop varen dat hij ooit nog vrij zal komen, kwelt zichzelf niet met woede, haat en wraakfantasieën, maar probeert zich een voorstelling te maken van het ergste wat hem kan overkomen – en zich daarbij neer te leggen: “Ik zal de rest van mijn leven in de gevangenis doorbrengen en hier sterven,” schrijft hij. “Alle verjaardagen zullen gevierd worden zonder mij. Ik zal mijn kleinkinderen nooit zien.” Geen zelfmedelijden, geen woede – alleen aanvaarding.
Het tweede principe is misschien lastiger te vatten – Navalny houdt er rekening mee dat de lezer ‘met z’n ogen zal rollen als die het hoort’ – is zijn religieuze overtuiging dat het goede uiteindelijk zal zegevieren, ook al zal hij dat zelf niet meemaken. Met andere woorden: de overtuiging dat het juiste doen zin heeft, ook al heeft dat ogenschijnlijk misschien geen effect. Ooit zal het namelijk wél effect hebben. Wat de acceptatie van alle ellende die hem overkomt natuurlijk ook makkelijker maakt: hij offert zich op voor een hoger doel.
“Ik heb altijd gedacht, en openlijk gezegd, dat gelovig zijn het makkelijker maakt om je leven te leven en, in nog grotere mate, om oppositie te voeren. Geloof maakt het leven eenvoudiger”, schrijft hij. En: “Ben je een discipel van de religie waarvan de stichter zichzelf opofferde voor anderen, de prijs betalend voor hun zonden? Geloof je in de onsterfelijkheid van de ziel en de rest van die coole dingen? Als je daar eerlijk ‘ja’ op kunt antwoorden, wat valt er dan nog te vrezen? Mijn taak is het Koninkrijk van God te zoeken en Zijn gerechtigheid, en laat het aan de goede oude Jezus en de rest van zijn familie over om met al het andere om te gaan. Ze zullen me niet teleurstellen en zullen al mijn kopzorgen oplossen. Zoals ze hier in de gevangenis zeggen: zij zullen mijn klappen voor me opvangen.” (Ik hoefde niet met mijn ogen te rollen, leiders ontlenen wel vaker kracht aan het geloof, misschien is een of andere geloofsovertuiging zelfs wel een vereiste voor een leider).
Je had het Navalny gegund nog vele jaren krachtig oppositie te kunnen voeren. Of hij het ook goed had gedaan als machthebber, misschien zelfs als president in plaats van Poetin? Dat is minder duidelijk. In de necrologieën na zijn dood in februari werden ook wat minder fraaie kanten belicht. Zoals zijn vroegere nationalistische uitspraken. Of zijn uitlating na de annexatie van de Krim (die hij op zich afkeurde, want een ‘flagrante schending van internationale normen’) dat het gebied ‘geen broodje worst’ was. Erg schokkend is het allemaal niet, geen reden om iemand af te schrijven in elk geval.
Toch kun je je de vraag stellen of iemand met zulke sterke (geloofs)overtuigingen en zo’n onverzettelijke houding wel geschikt is als democratisch leider. Eigenschappen die iemand als oppositieleider goed kan gebruiken, maar hem als leider in de weg kunnen zitten. In het ergste geval was Navalny tot net zo’n soort leider verworden als waar hij tegen streed, een soort christenfundamentalist, zo stel ik me voor. Of, waarschijnlijker, was hij uitgegroeid tot een democratisch gezinde president over een land met een sterk gedecentraliseerd bestuur en met dat presidentschap grote moeite had gehad. Iemand in zo’n positie moet een diplomaat zijn, compromis op compromis kunnen sluiten en onderhandelingen kunnen voeren – allemaal zaken waarvan ik betwijfel of Navalny daar met zijn heldhaftige eigenschappen voor uit het juiste hout was gesneden.
Een groot verzetsheld is niet altijd onder alle omstandigheden een groot leider. Zie het trieste lot van Václav Havel, die van dissident president werd. Een citaat uit de necrologie van de NOS uit 2011: “In februari 1993 werd Havel de eerste president van de Tsjechische republiek. Maar de magie van zijn leiderschap kwijnde weg. De verbeelding en inspiratie zijn weg. De functie van president werd uitgekleed door premier Klaus en het parlement. De hooggestemde idealen van Havel bleken onbruikbaar voor problemen als werkloosheid en inflatie.” Zou het Navalny anders zijn vergaan?
Beeld: zelf gebakken met ideogram.ai