Je bent niet alleen (Een Sci-Fai / Bouquetreeksverhaal)

Op de verre planeet Kepler-442c maken de bemanningsleden van de Meridian een ontdekking die alles verandert: ruïnes van een uitgestorven beschaving met technologie die reageert op menselijke emoties. Kadet Kira Voss voelt zich onweerstaanbaar aangetrokken tot de empathische systemen die nog steeds in de ondergrondse tunnels pulsen, maar commandant Matthias Reeves ziet alleen gevaar in deze vreemde, levende technologie.
Een verhaal over verbinding in een tijd van isolatie, over moed in het aangezicht van het onbekende, en over de kracht van empathie om bruggen te bouwen tussen de meest verschillende levensvormen in het universum.
Een science-fictionverhaal geschreven met AI in de stijl van de Bouquetreeks. Geïnspireerd door Star Trek:
“To explore strange new worlds
To seek out new life
And new civilizations.”
HOOFDSTUK 1: EEN ONBEKENDE PLANEET
Langzaam zakte de transportpod die vanaf het ruimteschip Meridian was vertrokken door de atmosfeer van de planeet (Klasse M) Kepler-442c. De planeet was nu zo dichtbij dat kadet Kira een landschap van roodbruine rotsen en bizarre, kristallijne formaties van de planeet kon onderscheiden. Kira drukte haar neus tegen het raampje van het observatiedeck niets te missen. Toen ze de kleine wolkjes die ze met haar adem had gevormd op het koude glas, kon ze zien hoe zich onder haar allerlei ruïnes aftekenden. Een dode stad, het bewijs dat hier ooit een complete beschaving moest zijn geweest.
De scans die ze hadden gemaakt vanaf de Meridian lieten zien dat zich onder de oppervlakte kilometers lange structuren uitstrekten. Een soort gigantische dendrieten die, zo leek het, energie uitstraalden.
“Het lijkt alsof ergens diep beneden een stroombron nog steeds actief is. Na wie weet hoeveel millennia”, had ze gezegd tegen haar gezagvoerder, commandant Matthias Reeves, een man met een lichaam dat van beton leek en een vierkante kop. Een geboren militair. “Onwaarschijnlijk”, had Reeves gebromd. Een energiebron die uit zichzelf millennia actief blijft? Ik dacht het niet.”
“Misschien is het geen minerale energie?”, had Kira geopperd. “We zullen zien”, had Reeves gezegd. Het bleek een uitnodiging te zijn om samen de werking van de raadselachtige dendrieten te onderzoeken, terwijl een archeologisch team op onderzoek uitging in de dode stad.
En terwijl ze dieper de ruïnes in gingen, begon Kira iets vreemds op te merken. De intensiteit van de lichten leek te fluctueren met haar emoties. Wanneer ze opgewonden was over een ontdekking, pulseerden ze helderder. Wanneer ze gefrustreerd was, flikkerden ze onrustig. Tenminste die indruk had ze. Kijk hier eens”, zei Kira, terwijl ze stilhield bij wat eruit zag als een wandpaneel. De wijzers van haar scanner zwiepten wild heen en weer, alsof zich enorme energiefluctuaties voordeden. “Nog steeds actief.” Ze deed voorzichtig haar handschoen uit en raakte het oppervlak aan. Onmiddellijk lichtte het paneel op met zachte, bioluminescente lijnen die zich uitbreidden langs de wand als aderen van licht. “Ongelofelijk”, fluisterde ze. “Het reageert op mijn aanraking. Na al die tijd” Reeves schrok ervan. “Voorzichtig. Dit kan gevaarlijk zijn.” “Het voelt niet gevaarlijk”, protesteerde ze. “Het voelt… warm.” Ze lachte: “Hartelijk welkom!” Kira strekte haar hand opnieuw uit naar het panel. Toen haar vingers het oppervlak raakten, vulde de ruimte zich met een warm, gouden licht. Voor een fractie van een seconde voelde Kira iets – niet communicatie precies, maar herkenning. Alsof de technologie haar had opgemerkt. Maar Reeves greep Kira’s pols vast en trok haar hand weg. “Wat doe je? Ik zei toch: dit kan gevaarlijk zijn.” “Het voelde niet gevaarlijk”, protesteerde Kira. “Het voelde… vertrouwd, op de een of andere manier.” “Vertrouwd?” Reeves’ stem was bars. “Kira, dit is buitenaardse technologie. Niets hieraan zou vertrouwd moeten voelen.” Ze keek naar hem op, verward door de boosheid in zijn stem. “Ik bedoel alleen dat de interface intuïtief lijkt. Alsof het ontworpen is om gebruikt te worden.” “Niet door ons.” Reeves liet haar pols los, maar zijn blik bleef haar vasthouden. “Beloof me dat je niets meer aanraakt zonder mijn toestemming. Ik denk”, onderbrak hij, zijn grip verstevigend, “dat we voorzichtig moeten zijn met krachten die we niet begrijpen. Beloof me dat je niets meer aanraakt zonder mijn toestemming.” Kira aarzelde, maar knikte uiteindelijk. De wetenschapper in haar wilde zich verzetten, maar de manier waarop Reeves naar haar keek – bezorgd, beschermend – deed haar toegeven. — Die avond analyseerde Kira de gegevens in haar kajuit. Zoals ze al had vermoed: de technologie reageerde niet alleen op fysieke aanraking, maar ook op emotionele toestanden. Hartslagvariaties, breinactiviteit, zelfs subtiele veranderingen in lichaamstemperatuur – alles leek van invloed te zijn op het energiespectrum in en om de dendriet. En er was iets anders. In de momenten van sterkste emotionele respons had ze patronen ontdekt die bijna… intelligent leken: te regelmatig om af te doen als toevalligheid, maar te onregelmatig om er een wetmatigheid in te kunnen ontdekken. “Zo zie ik je graag”, zei Reeves vanuit de deuropening. “Geconcentreerd, hard aan het werk, en veilig.” Kira keek op, verrast. “Matthias? Wat doe je hier?” “Kijken of het goed met je gaat.” Hij kwam binnen, keek over haar schouder naar het scherm waar ze voor zat. Kira wendde zich af van haar rapport in wording – haar data-analyses, haar vragen, haar hypotheses, haar bevindingen en keek Reeves lachend aan. Ze voelde de warmte door haar lichaam heen stromen. Na jaren van commandanten die haar hadden behandeld als behandelden als een wegwerpvoorwerp, was het een verademing dat iemand haar zag staan. Die haar zelfs had meegevraagd op zijn eerste missie naar deze onbekende planeet. Ze sprak haar gedachten uit: “Toen ik dat paneel aanraakte. Ik weet het, ik had het misschien niet moeten doen. Maar toen was het alsof iemand via het paneel contact met ons zocht. Of zelfs dat het paneel met ons probeerde te communiceren. En toen we door de tunnel liepen ook. Alsof de planeet op onze emoties reageerde. Vond je niet?” Reeves fronste. “Dat zou het extreem gevaarlijk maken. Technologie die reageert op emoties is onvoorspelbaar. Voor je het weet worden je emoties tegen je gebruikt.” “Heel krachtig…. in elk geval. Misschien is dat waarom deze beschaving zo lang heeft overleefd. Hun technologie was deel van hen.” “Reeves’ stem werd zachter, vaderlijker. “Kira, je bent zo slim. Maar dat is niet genoeg. Ik heb te veel slimme mensen verloren. Waren ze maar wat minder slim geweest en wat voorzichtiger.” Er klonk een pijn in zijn stem door die Kira deed aarzelen. “Ik weet het”, zei ze. “We zijn jullie enorm dankbaar, begon Zhen, terwijl hij zijn blik op Kira en Reeves liet rusten. “Er is niet veel over van de stad, maar we kunnen wel stellen dat die een architectonische vondst van grote betekenis is”, zei Okafor. Hij vertoonde holografische projecties van gedetailleerde scans van de ruïnes. Netwerken van kamers strekten zich uit als neurale paden, gingen naadloos over in de tunnels waar Kira en Reeves de vorige dag waren geweest. Okafor en zijn team hadden de tunnels boven de grond gevolgd, en waren uitgekomen in het hart van de dode stad. Daar, onder een stervormig plein – Kira moest denken aan het beroemde Place de l’Étoile dat ooit in Parijs had gelegen – kwamen de tunnels ondergronds uit in een enorme ruimte. “Een nader onderzoek waard”, dacht Kira. “Daar moeten we de volgende keer heen”, stootte ze Reeves aan. Hij keek bedenkelijk. Zhen Okafor bewoog zijn handen in de lucht, virtueel bladerend door de beelden. “Die tunnels: het is alsof ze niet zo zijn gebouwd, maar alsof ze vanuit het centrum onder de grond zijn gegroeid.” Hij wees naar organisch ogende curven die kronkelden door door de bovengrondse gebouwen met hun geometrische vormen. “Bio-engineering op een schaal die we nauwelijks kunnen begrijpen. Dit was een beschaving die technologisch zeer geavanceerd was”, vervolgde hij. “Mogelijk verder dan wij. En toch…” “En toch zijn ze dood”, viel Kira hem bij. “Precies.” Kira boog zich dichter naar de projectie, geïntrigeerd. “Als ze organisch zijn, waarom lijkt het dan alsof ze bestaan uit metaal en kristal?” “Dat”, zei Okafar, terwijl zijn ogen de hare zochten, “is precies de vraag die we moeten beantwoorden. Jullie hebben een soort neuraal-elektrische activiteit geregistreerd. We denken dat deze beschaving een technologie had die symbiotisch was met hun bewustzijn. Een systeem dat als een extensie van de bewoners functioneerde. Misschien… “ Reeves’ kaak spande zich. “Dr. Okafor, ik waardeer uw expertise, maar speculatie kan gevaarlijk zijn.” “Natuurlijk, Commandant. Maar misschien kunnen we samenwerken? Een technisch-archeologische benadering? Samen kunnen we deze deze noot wel kraken.” “Dat lijkt me logisch”, zei Kira snel. “Nee”, zei Reeves’ met een stem die geen tegenspraak duldde. “Elk team doet waar het goed in is en concentreert zich op zijn eigen opdracht”, zei hij. “Jouw problemen zijn jouw probleem. Onze problemen zijn van ons”, voegde hij schamper toe. Toen leek hij zich te bedenken en voegde rustig toe: “Onze teams kunnen parallel onderzoek doen. We vergelijken onze bevindingen later wel.” Het was geen voorstel. Het was een bevel. Kira knikte, maar er knaagde iets aan haar. Waarom was Reeves zo vastbesloten om de twee teams uit elkaar te houden? Na de briefing probeerde Kira Reeves te confronteren. “Matthias, ik ben systeem-engineer, geen archeoloog. Als er iemand is die deze ruïnes kan begrijpen—” “Daarom hebben we Okafor ook nodig”, zei Reeves, maar zijn toon suggereerde dat dit een noodzakelijk kwaad was. “Hij kan ons vertellen wat deze beschaving was, hoe ze leefden. Maar jij, Kira, jij kunt ons vertellen hoe hun technologie werkt.” “Maar samen komen we toch verder?” “Ik vertrouw hem niet. Hij kent je niet, begrijpt niet hoe waardevol je bent.” Reeves’ ogen lichtten op. “Mensen zoals hij… ze gebruiken talent op zonder na te denken over de kosten.” Mannen zoals hij geven alleen om wat je voor ze kunt doen. En wanneer je niet meer nuttig bent, zal hij je dumpen. Dat laat ik niet gebeuren.” Kira fronste. “Dat is niet eerlijk. Je kent hem nauwelijks.” “Ik ken zijn type.” Reeves zuchtte. “Deze ruïnes hebben al millennia gewacht. Ze kunnen nog een paar dagen wachten terwijl we voorzichtig te werk gaan.” Hij legde een vaderlijke hand op haar schouder. “Ik heb je niet meegenomen op deze missie om je in gevaar te brengen door overhaaste samenwerking met mensen die we nauwelijks kennen.” Kira knikte, maar ergens diep van binnen bleef een klein stemmetje vragen waarom Reeves’ bescherming soms aanvoelde als een kooi. — Die avond vond Kira zichzelf in de recreatiezaal van de Meridian, waar Okafar zat met een kop koffie en een tablet vol aantekeningen. “Dr. Voss”, zei hij toen ze naderde. “Mag ik je Kira noemen?” “Natuurlijk. En jij bent Zhen, neem ik aan?” “Inderdaad.” Hij gebaarde naar de lege stoel. “Ik hoopte eigenlijk met je te kunnen praten over vandaag. “Kira, stel je voor wat we zouden kunnen leren als we hun systemen zouden kunnen begrijpen.” “Zou je morgen met me willen samenwerken?” vroeg Zhen. “Gewoon een paar uur. We zouden samen meer kunnen bereiken. Kira aarzelde, denkend aan Reeves’ waarschuwingen. “Matthias denkt dat het te gevaarlijk is. “ “Commandant Reeves is voorzichtig. Dat is zijn taak.” Zhen’ klonk vriendelijk en nadrukkelijk tegelijk. “Maar voorzichtigheid die alle vooruitgang tegenhoudt is ook gevaarlijk.” Kira’s wetenschappelijke nieuwsgierigheid won het van haar loyaliteit aan Reeves. Maar toen dacht ze aan de flikkerende technologie, aan de kans om echt te begrijpen wat ze hadden gevonden. “Oké”, zei ze. “Maar we moeten voorzichtig zijn.” “Natuurlijk”, glimlachte Zhen. “Voorzichtig, maar niet bang om te experimenteren.” “Ben je er klaar voor?” vroeg Zhen, toen ze het stervormige plein hadden bereikt waaronder de tunnels samenkwamen . “Ik denk het.” Kira voelde haar hart sneller kloppen – niet van angst, maar van anticipatie. Samen gingen naar beneden via een van de bovengrondse uitlopers van de tunnels. Ze kwamen terecht in een enorme ondergrondse kamer. Pilaren van wat eruitzag als gekristalliseerd licht ondersteunden een plafond dat in schaduwen gehuld was. Op de grond lagen kabels die deden denken aan de wortels van bomen. En overal, ingebed in de wanden en de vloer, waren panelen bevestigd en staken apparaten uit die zacht zoemden en af en toe – als Kira of Zhen er naar keek, er wat over zei, of er alleen maar aan dacht oplichtten en gingen brommen. “Een controleruimte?”, vroeg Kira zich hardop af. “Met een actieve display”, zei Zhen. “En ik denk dat dit hele systeem nog steeds werkt. Het lijkt op een grote computer die ‘stand by’ staat.” De lichten van de panelen reageerden nu sneller op de bezoekers, en veel helderder dan eerst. En er was iets anders – een zacht gezoem, dat Kira eerder voelde dan hoorde. “Het lijkt alsof alles adem”, zei ze. “Zie je hoe het reageert?” zei Zhen. “Niet op mij alleen, of op jou alleen. Op ons samen.” Hij had gelijk. De energiegolven waren harmonieuzer, de lichten stabieler. Het was alsof de ruimte opknapte van hun samenwerking. “Proberen we dat paneel? Misschien is het een interface?” vroeg Kira. Zhen knikte. “Samen. Op drie.” Ze plaatsten hun handen gelijktijdig op een groot, kristallijnen paneel. Er kwam meteen een reactie. De ruimte vulde zich spontaan met holografische projecties – beelden van de beschaving die hier ooit leefde. Wezens van licht en materie, met technologische en biologische eigenschappen die volledig geïntegreerd waren. “Grote god”, fluisterde Kira. De beelden toonden iets tragisch – de geleidelijke isolatie van individuen, met een technologie die haperde naarmate ze verder van elkaar vervreemdden. “Ze stierven uit”, realiseerde Kira zich. “Maar niet door oorlogen of natuurrampen, maar door het verlies van onderlinge verbinding. Doordat iedereen geïsoleerd raakte Kijk naar deze laatste beelden – iedereen werd zo gericht op zichzelf dat de band met anderen verloren ging.” Zo werkten Kira en Zhen uren samen, en hun begrip van deze vreemde uitgestorven beschaving steeg met de minuut. En de ruimte reageerde op hun groeiende harmonie met steeds complexere projecties en steeds diepere inzichten. Tot ze werden onderbroken door een stem die klonk als een mes. “VOSS!” Kira draaide zich om en zag Reeves in de doorgang staan, met een gezicht dat vertrokken was van woede. “Weg daar. Nu.” “Matthias, ik kan uitleggen…” “Uitleggen hoe je mijn directe bevelen hebt genegeerd? Hoe je mijn vertrouwen hebt beschaamd?” De technologie reageerde onmiddellijk op zijn emotionele toestand – de lichten flikkerden chaotisch, de projecties raakte vervormd. Op dat moment realiseerde Kira zich iets. Het waren niet alleen Reeves’ woorden die pijn deden – het was de manier waarop de technologie zijn emoties weerspiegelde en versterkte. Zijn angst en controledwang werden letterlijk deel van de omgeving. “Matthias”, zei ze zacht, “luister naar wat je zegt. Kijk wat je doet.” Ze wees naar de flikkerende lichten. “Het reageert op wat je voelt.” “Wat we hebben ontdekt”, zei Kira, haar stem steviger wordend, “is dat de technologie die ze hier gebruikten harmonie beloont en conflict straft. Kijk om je heen – jouw woede maakt alles instabiel.” Reeves keek naar de flikkerende lichten, zijn kaak gespannen. “Dan is het nog gevaarlijker dan ik dacht.” Voor een moment zag ze onzekerheid in zijn ogen. Maar toen verhardde zijn gezicht. “Kira, kom mee. Nu.” “Nee.” Kira’s stem was zachter dan ze had verwacht, maar vastberaden. “Matthias, wat Zhen en ik hebben ontdekt…” “Je hebt ontdekt hoe je regels kunt negeren en jezelf in gevaar kunt brengen.” Kira gaf niet op. “Deze beschaving stierf uit omdat de bewoners van elkaar geïsoleerd raakten. Dat zie je aan de technologie, aan hoe die reageert. En aan de tunnels en de gebouwen. Kijk naar de patronen in de architectuur. In het begin zijn de structuren open, verbonden. Maar naarmate je verder van het centrum gaat, steeds minder. De symbiose tussen technologie en natuur werd steeds zwakker. Daardoor is deze beschaving ten onder gegaan. Misschien zelfs door die technologie. Als Zhen en ik er verder kunnen samenwerken…” “Dan brengen jullie iedereen in gevaar.” “We gaan vooruit!” “En ik trap op de rem!” Reeves’ stem echode door de kamer, en de technologie reageerde met een schril, dissonant gezoem. Reeves keek naar Zhen. “Dr. Okafor, u hebt bewust een lid van mijn bemanning in gevaar gebracht. Dat kan niet zonder gevolgen blijven.” “Wat voor gevolgen?” vroeg Kira. “Dr. Okafors krijgt geen toegang meer tot de ruïnes. En jij, kadet, werkt vanaf nu alleen onder mijn directe toezicht.” “Dat kun je niet maken!” “Dat kan ik en dat doe ik.” Kira keek van Reeves naar Zhen, zag de spanning in beider gezichten. De apparaten om hen heen pulseerde onrustig, gevoed door de energie die door de ruzie loskwam. Kira dacht aan de afgelopen weken – hoe Reeves haar doen en laten was gaan bepalen, haar werk, haar interacties, zelfs haar vrije tijd. Hij zei altijd dat het voor haar eigen bestwil was. Maar was denken voor zichzelf niet juist voor haar eigen bestwil? “Matthias”, zei ze uiteindelijk, “ik stel je bezorgdheid op prijs. Maar ik kies ervoor om hier te blijven. Ik ga door met werken met dr. Okafor. Als professionele wetenschappers, met inachtneming van alle nodig voorzorgsmaatregelen.” “Kira…”. “Nee, Matthias. Ik maak eindelijk eens zelf een beslissing.” Ze draaide zich om en liep weg. Zhen volgde. Achter hen hoorde ze Reeves roepen, maar ze keek niet om. De technologie reageerde op haar groeiende zelfvertrouwen met warmer, stabieler licht. Het was alsof de ruïnes een instemmend applaus gaven. Kira werkte nu openlijk samen met Zhen’s team. Hun onderzoek bloeide op, hun begrip van de empathische technologie nam met de dag toe. Zonder Reeves’ constante ‘bescherming’ voelde ze zich vrijer dan ze in maanden had gedaan. Ze blaakte van het zelfvertrouwen. Maar Reeves’ groeiende isolatie en woede begonnen tot de dode stad en het tunnelnetwerk door te dringen. “De energiefluctuaties worden chaotisch als Comanandant Reeves er werkt. Zoals nu”, meldde Kira tijdens een briefing. Ze liet op en neer stuiterend golfbewegingen zien op een groot scherm.” “Dit is ‘in real time’. Wij denken dat het gevaarlijk is. Dat het energiesysteem instabiel kan worden. Wie weet wat er dan gebeurt. De hele stad kan instorten. Een kettingreactie kan de hele planeet uit elkaar trekken.” Kira wisselde een blik met Zhen. Ze wisten allebei wat er gebeurde. Reeves’ emotionele toestand infecteerde het empathische netwerk van de ruïnes. “We moeten met hem praten”, zei Zhen zacht. “Hij luistert niet naar mij. Niet meer.” “Dan moeten we een manier vinden om hem te laten luisteren.” “ik zal het proberen.” — Die avond vond Kira Reeves in zijn kwartieren, starend naar een foto van een jonge vrouw op zijn bureau. Hij keek op, zijn ogen rood van vermoeidheid. “Ze was net zo koppig als jij. Net zo overtuigd dat ze het beter wist dan de mensen die haar probeerden te beschermen.” “Matthias, we kunnen later praten over wat er tussen ons is gebeurd. Maar we moeten het eerst hebben over de ruïnes. De stad wordt instabiel.” “Goed. Dan stoppen we met de expedities.” “Nee, je begrijpt het niet. De instabiliteit komt van emotionele dissonantie. Van conflict en isolatie.” Kira ging zitten. “Van jouw emotionele toestand.” Reeves fronste. “Wat bedoel je?” “Jouw woede, jouw controle, jouw angst – het infecteert het hele systeem.” “Dus nu is het mijn schuld?” “Het is niemands schuld. Maar het is wel een probleem dat we moeten oplossen.” Reeves stond op, begon te ijsberen. “Ik probeer alleen mensen te beschermen. Jou te beschermen.” Hij pakte Kira vast. “Je houdt me zo dicht vast dat ik niet kan ademen.” “Wat moet ik dan doen?” vroeg Reeves uiteindelijk. “Loslaten. Vertrouwen. Mij laten groeien, zelfs als dat betekent dat ik risico loop.” Reeves keek weer naar de foto. “Ik weet niet of ik dat kan. Ik wil jou niet ook kwijtraken.” “Dan”, zei Kira zacht, “ben je misschien niet de juiste persoon om ons te leiden.” — Die nacht werd Kira wakker van alarmgeluiden. De Meridian schudde en trilde alsof het in een storm gevangen zat. “Wat gebeurt er?” riep ze in haar communicator. “De ruïnes”, hoorde ze Zhens stem. “Ze genereren enorme energiegolven. Compleet instabiel geworden.” Kira rende naar de brug. Op de schermen zag ze de ruïnes pulseren met chaotisch licht. “Waar is Commandant Reeves?” vroeg ze. “Beneden”, zei Zhen. “Hij ging naar het hoofdcomplex. Alleen.” Kira’s hart zonk haar in de schoenen. “Hij probeert het te repareren door de technologie af te sluiten”, zuchtte ze. “Kan hij dat?” “Niet in zijn toestand…” Ze maakte de zin niet af. “Ik ga naar beneden.” “Te gevaarlijk”, protesteerde Zhen. “Nee, wachten is gevaarlijk. Hij maakt het alleen maar erger.” Kira rende naar de transportpods, Zhen volgde. — Kira en Zhen en stormden ze de instabiele ruïnes binnen, begeleid door een kakofonie van krijsende geluiden en wild flikkerende lichten. Ze vonden Reeves in de centrale controleruimte, zijn handen op een groot interface-paneel, zijn gezicht vertrokken van concentratie en pijn. “Matthias, stop!” riep Kira. “Je maakt het erger!” “Ik probeer het af te sluiten!” schreeuwde hij terug. “Voor het ons allemaal doodt!” “Het reageert op je emoties! Je voedt de chaos!” Maar Reeves luisterde niet. De ruïnes trilden alsof ze uit elkaar zouden vallen. “Kira”, zei Zhen urgent, “we moeten hem van de interface afhalen.” “Hij laat niet los. Niet zolang hij denkt dat hij mij beschermt.” “Er is maar één manier”, realiseerde Kira. “Ik moet hem laten zien dat hij mij niet kan redden door mij te controleren.” “Kira, nee”, waarschuwde Zhen. Maar Kira was al naar het interface-paneel gelopen, haar handen placerend naast die van Reeves. Onmiddellijk voelde ze zijn emoties – rauw, intens, overweldigend. Angst, liefde, controle, wanhoop – alles vermengd tot een chaos die de technologie niet kon verwerken. “Laat los, Matthias”, zei ze zacht. “Ik kan je niet beschermen als ik loslaat.” “Je kunt me niet beschermen door vast te houden. Kijk wat er gebeurt.” “Ik geloof je niet…. “ “Maar dit werkt niet…., dat zie je toch. Dan probeer je toch iets anders?” Kira zuchtte. “Doe het anders voor mij. Voor haar.” Langzaam, tergend langzaam, liet Reeves zijn grip op de interface los. Onmiddellijk werd het rustiger. De chaotische fluctuaties gingen over in een harmonieuze resonantie. Alsof een storm was gaan liggen. Reeves stond erbij en keek er naar. Eindelijk leek hij te begrijpen wat er hand de hand was. “Het spijt me”, fluisterde hij. “Het spijt me zo.” “De stad is volledig stabiel” rapporteerde Zhen tijdens een briefing. “En als archeoloog doet het me deugd dat er nauwelijks nieuwe schade is ontstaan. Maar belangrijker nog: we beginnen de taal en de communicatieprotocollen die ze hier gebruiken te begrijpen.” De doorbraak kwam drie weken later. Kira en Zhen, die nu in perfecte harmonie met elkaar en met de empathische technologie werkten, slaagden erin contact te maken het bewustzijn van de beschaving die ze onderzochten en er werkelijk mee te communiceren. Vragen stellen, kennis uitwisselen, met elkaar van gedachten wisselen. Ze leerden dat de beschaving niet volledig was uitgestorven, maar dat delen van het bewustzijn dat ooit deels organisch en deels anorganisch was geweest nu voortleefde binnen de apparaten, de ruïnes en de tunnels die ze hadden gezien. Het bewustzijn had zich teruggetrokken, in afwachting van anderen die het belang van een empathische verbinding begrepen. Het wilde zich met hen verbinden en de beschaving van hun planeet opnieuw laten opbloeien. “Je bent niet alleen”, had Kira gefluisterd tijdens een sessie. “Je ziet het: er is leven buiten jullie planeet. We kunnen elkaar helpen.” En in de diepten van de ruïnes op Kepler-442c pulseerde de empathische technologie zacht, resonerend met de groeiende harmonie tussen de twee zo verschillende levensvormen. De sterren zelf leken wel lichter, alsof het universum zuchtte van verlichting. In de eindeloze ruimte tussen werelden groeiden nieuwe mogelijkheden, nieuwe verbindingen, nieuwe manieren van zijn. De toekomst leek een bloem die na vele jaren in het donker eindelijk genoeg licht had gevonden om open te gaan. EINDEVia een tunnel naar beneden konden Kira en Reeves afdalen in een gigantische dendriet. De ruimte was breed genoeg voor twee mensen naast elkaar. De wanden waren bedekt met een materiaal dat leek op gepolijste steen maar warm aanvoelde onder haar handschoenen, constateerde Kira. Hun voetstappen echoden vreemd – geen hard geluid zoals in een stenen grote, maar zachter.
De volgende dag brachten de leden van het archeologische team in de grote vergaderruimte in de voorpiek van de Meridian verslag uit van hun bezoek aan de dode stad. Teamleider dr. Zhen Okafor nam het woord. Hij was speciaal voor de verkenning van Kepler 442-c dit project ingevlogen en nog niet zo lang aan boord, maar Kira had hem al een paar keer vanuit de verte gezien. Lang, slank, met het soort kalme aanwezigheid waaruit een jarenlange training in gevaarlijke situaties sprak.
De volgende ochtend vertrokken Kira en Zhen samen naar de ruïnes. Ze had Reeves verteld dat ze de hele dag wilde werken aan haar onderzoek – feitelijk niet gelogen, maar ook niet helemaal waar.
De dagen die volgden waren gespannen. Reeves probeerde zijn autoriteit te gebruiken om Kira en Zhen gescheiden te houden, maar zijn pogingen hadden een onverwacht effect – andere bemanningsleden begonnen vraagtekens te zetten bij zijn steeds controlerender gedrag.
De dagen na de crisis waren een periode van voorzichtige genezing. Reeves had ontslag genomen als commandant en had overplaatsing naar een ander schip gevraagd om ander, meer uitvoerend werk te verrichten. Zhen kreeg ‘ad interim’ de leiding, nu het onderzoek op de planeet bijna was afgerond.
Beelden: zelf gebakken met ChatGPT.
Logo voor de Science Fiction en Romantiek-reeks: zelf gebakken met ChatGPT