All of Us Strangers: het boek was waarschijnlijk beter

Het zal wel aan mij liggen: All of Us Strangers wordt alom geprezen, maar ik vond de film maar zo zo.

Andrew Haigh, de Britse regisseur die bekend is van films als 45 Years (gezien, erg goed) en Lean on Pete (niet gezien), verkent in All of Us Strangers thema’s als rouw, trauma en (homosexuele) identiteit. Het verhaal volgt Adam (Andrew Scott), een scenarioschrijver die in eenzaamheid leeft in Londen. Hij begint te schrijven over zijn ouders, die zijn omgekomen bij een auto-ongeluk toen hij jong was. Tijdens een bezoek aan zijn ouderlijk huis ontmoet hij zijn ouders (Claire Foy en Jamie Bell), die leven alsof de tijd heeft stilgestaan. Tegelijkertijd begint Adam een relatie met Harry (Paul Mescal).

Het uitgangspunt van de film is krachtig: wat als je de kans kreeg om je vroeg overleden ouders weer te ontmoeten? Maar de manier waarop dit idee wordt uitgewerkt vond ik minder geslaagd. Dit is duidelijk geen science fiction-film; dit is geen wereld waarin de ouders op een of andere manier nog in leven zouden kunnen zijn. Adam, zoveel is duidelijk, verbeeldt zich dat hij contact met zijn ouders heeft. Alleen wordt dat in beeld gebracht alsof hij ze werkelijk ontmoet en echt gesprekken met hen heeft. Dat wringt: enerzijds weet je als kijker dat de ouders slechts een projectie van Adams verlangens en onverwerkte emoties zijn, anderzijds brengt de film alles in stelling om de ouders levensecht neer te zetten. In feite word je als kijker voortdurend voor de gek gehouden. Dat maakt het moeilijk om je echt over te geven aan de film.

Ik heb de indruk dat Haigh zich hier te zeer heeft laten leiden door het boek waarop de film is gebaseerd. Een boek leent zich goed om iemands gedachten, zijn zorgen, zijn fantasieën te schetsen. Zijn innerlijke wereld, kortom. En de lezer zal er geen enkele moeite mee hebben als die innerlijke wereld naar buiten wordt gekeerd – en, zoals hier, denkbeeldige ontmoetingen en gesprekken met fantasiefiguren plaatsvinden. Maar in een film werkt dat meestal toch anders. Misschien had Haigh een andere visuele stijl kunnen hanteren elke keer dat Adam zich in zijn schijnwereld bevindt? Ik weet het niet. Hij had in elk geval iets anders moeten doen, vind ik. Maar nogmaals: het zal wel aan mij liggen.

Deel:

Geef een reactie