Wel weer genoeg Godard gezien

Wel weer genoeg Godard gezien

Ongetwijfeld zijn enkele films van Jean-Luc Godard van groot historisch belang. À Bout de Souffle zeker, en dat vind ik ook meteen zijn meest genietbare film. De noviteiten uit die film – de jump cuts, de eigenzinnige montage, het heen er weer springen in de tijd – zijn speels en enthousiasmerend. Je snapt dat iemand als Quentin Tarantino ermee wegloopt en dat Arthur Penn (Bonny & Clyde) enkele van die filmexperimenten overnam en een Amerikaans publiek voorzette.

Alleen vind ik het werk dat daarop volgt strontvervelend: post-moderne zelfbevlekking die vooral bedoeld lijkt om de kijker onder z’n neus te wrijven dat hij naar een film zit te kijken. Alsof je dat ook maar één moment zou vergeten bij een film waarin je je op geen enkele manier met de karakters kunt identificeren.

Films die bovendien nogal knullig gemaakt zijn. Zoals Pierrot Le Fou, waarvan de geluidskwaliteit zo slecht was dit ik er een dag oorpijn aan heb overgehouden (toegegeven: naar Jean-Paul Belmondo en Anna Karina is het prettig kijken). Of Alphaville, een afstandelijke, intellectualistische en houterige sci-fi- annex detectivefilm (toegegeven: zonder deze film had Blade Runner niet bestaan). Of Le Mépris, waarvan ik dacht dat het een soort moderne herverfilming van de Odyssee was. Dat was het niet, of je moet het maken van een film – een lijdensweg voor een regisseur/Odysseus – of het samenleven met een partner – idem – als een Odyssee beschouwen. Zelfs Brigitte Bardot kon deze film met z’n warrige scenario en oninteressante personages niet redden, en dat wil wat zeggen.

Misschien zit het zo: als je talent beperkt is, kun je nog altijd raar doen – gekke bekken trekken, atonale muziek maken of experimentele, vervreemdende films. En soms stuit je dan op iets origineels en is je naam gevestigd. Misschien is dat Godard ook overkomen. De rest van de Godard-cyclus in (o.a.) De Balie laat ik in elk geval aan me voorbijgaan.

Ik herinner me overigens dat een veel latere film van Godard (eind jaren zeventig) me wel aansprak. Geen idee meer hoe deze heette. Er kwam een vrouw in voor die rondfietst (Isabelle Huppert?), er was fraaie muziek (een van de laatste strijkkwartetten van Beethoven?). En als ik niet vergis, fietst die vrouw op een gegeven moment langs de musici die dat strijkkwartet spelen. Dat vond ik destijds erg geestig, maar toen had ik nog geen andere Godard-films gezien en wist ik nog niet dat ik ze beter kon mijden.

Beeld: Jean-Luc Godard in 1968. Foto: Gary Stevens, wikimedia commons.org

Deel:

Geef een reactie