Joan Didion had het niet zo op Woody Allen…

Woody Allen vertelt interviewers regelmatig dat de titel die hij oorspronkelijk voor Annie Hall in gedachten had ‘Anhedonia’ was, een term uit de psychoanalytica die het onvermogen om genot te ervaren aanduidt. Dat je een film ‘Anhedonia’ zou willen noemen is ‘leuk’ en suggereert dat de filmmaker en zijn publiek zich gezamenlijk superieur kunnen wanen aan de boerenkinkels die moeten vragen wat dat woord toch betekent. Superieure mensen lijden. ‘Mijn eenzaamheid begon een jaar geleden,’ laat Allen Diane Keaton in Interiors zeggen. ‘Wat heb ik eraan als er na mijn dood zo nu en dan een gedicht van me wordt gelezen… moet dat een soort compensatie voorstellen of zo?’ (Het idee dat je voor doodgaan zou moeten worden gecompenseerd is geheel nieuw.)

De meesten van ons herinneren zich dergelijke privébeslommeringen en – verzuchtingen uit onze adolescentie heel goed, herinneren zich ook dat ze voor het eerst hun eigen sterfelijkheid onder ogen zagen, herinneren zich ook andere ‘veel angstaanjagender en onoplosbare kosmische problemen’, maar na verloop van tijd zagen we in dat we niet de eersten waren die in de gaten kregen dat alle mensen doodgaan. ‘Ondanks alle afleiding die mijn werk en mijn leven me bieden,’ zegt Woody Allen in een voorpaginaverhaal in Time (de titel van het stuk was ‘Woody Allen wordt eindelijk volwassen’) ‘ben ik erg veel met mijn eigen sterfelijkheid bezig.’ Het is voor het eerst dat ik ooit iemand zijn eigen leven een ‘afleiding’ heb horen noemen.

Joan Didion in De verhalen die we onszelf vertellen (119 ev. van mijn editie)

Deel:

Geef een reactie