Waarom we paardebloem moeten schrijven en niet paardenbloem

De Nederlandse Taalunie legt er in haar persberichten dan ook sterk de nadruk op dat de spellingsregels uit 1995 gehandhaafd worden. Er wordt slechts één tussen-n-regel uit 1995 herzien (de paardebloem-uitzondering – “Schrijf geen tussen-n als het eerste deel [van een samenstelling] een dierennaam is en het tweede een plantkundige aanduiding” – verdwijnt) en voor de rest gaat het om verbeteringen van fouten, verfijningen van te ruim geformuleerde regels in de huidige Leidraad (die voor in het boekje staat), het toevoegen van nieuwe woorden en het schrappen van verouderde woorden, zo wordt iedereen verzekerd.

Intussen wekt de nieuwe regel voor de paardebloem wel de nodige bevreemding. We citeren uit De Groene Amsterdammer van 24 januari 1996, waarin Ludo Permentier geciteerd wordt: “Ik heb bij de presentatie van het nieuwe Groene Boekje in Den Haag aan Maarten van den Toorn, hoogleraar taalkunde en voorzitter van de Taaladviescommissie, gevraagd waarom een woord met een dier en een plant per se geen tussen-n mag hebben, want er zijn zo veel gekke woorden met een n ontstaan, zoals pannenkoek. Hij zei mij toen letterlijk: ik begrijp er ook helemaal niets van, de ministers hebben dat zo gewild. Je zou net zo goed, zei hij, een uitzonderingscategorie kunnen verzinnen van samenstellingen van een persoon en een fietsonderdeel, bijvoorbeeld: herezadel. En dan moeten die miljoenen schoolkinderen denken: o ja, een persoon, een fiets, oppassen! Het heeft even veel en even weinig zin.”

Uit: Nee hè, niet weer: artikel in Onze Taal over de nieuwe spellingregels

Deel:

Geef een reactie