Creatieveling vs. controleur (Minder fraude in de wetenschap)

Creatieveling vs. controleur (Minder fraude in de wetenschap)

Stel, je wilt fraude in de wetenschap tegengaan. Of liever gezegd, je wilt tegengaan dat wetenschappers gegevens verzinnen, vervalsen of verzwijgen. Hoe doe je dat?

De oplossingen die de afgelopen tijd worden voorgesteld, komen vooral neer op meer openbaarheid en meer controle: wetenschappers zouden moeten verantwoorden hoe ze aan hun gegevens komen en allerlei toezichthouders zouden erop toe moeten zien dat fraude geen kans krijgt.

M.a.w.: er wordt gezocht naar manieren om gedragsverandering bij wetenschappers te stimuleren. Hier en daar gaan er ook wel stemmen op om het wetenschappelijk bedrijf zo te structureren dat fraude wordt ontmoedigd – en belangentegenstellingen te vermijden bijvoorbeeld (voorkom dat wetenschappers hun eigen onderzoek mogen controleren bijvoorbeeld), maar erg veel aandacht is er toch niet voor dit soort structurele oplossingen. Ten onrechte, want meer openheid en meer controle belemmeren een wetenschapper al snel in zijn werk.

Wetenschap is een combinatie van (ten minste) twee vaardigheden: creativiteit en van waarheidsdrang. Of misschien moet ik zeggen dat een wetenschapper twee persoonlijkheden in zich bergt: een scheppende en een controlerende. De scheppende persoonlijkheid verzint fraaie theorieën, al dan niet gebaseerd op eerder verkregen gegevens. De controlerende persoonlijkheid doet weinig meer dan kijken of die gegevens wel kloppen.

De twee kunnen niet zonder elkaar, dat moge duidelijk zijn. Een wetenschapper die niet over juiste gegevens beschikt, is als een metselaar die een huis op drijfzand moet bouwen. En iemand die louter en alleen gegevens controleert zonder te weten waartoe, kan net zo goed ophouden. Wat heb je eraan? “If you don’t know where you’re going, any road will take you there.”

Alleen verdragen de creatieveling en de controleur elkaar slecht. Te veel openheid is slecht voor de creativiteit: de creatieveling broedt zijn wetenschappelijke eieren in stilte uit, al dan niet in samenwerking met enkele vertrouwelingen. De controleur met zijn drang naar waarheid wil daartegen zo veel mogelijk in de openbaarheid treden: hoe meer mensen de kans hebben gekregen mee te kijken, hoe beter het is – hoe hoger het waarheidsgehalte van de verzamelde gegevens en wetenschappelijke theorieën. Scheppen en controleren zijn wezenlijk andere activiteiten.

Waarom dan niet de twee van elkaar scheiden? Waarom niet een systeem in het leven geroepen waarbij sommige wetenschappers vooral creatief werk verrichten en andere die zich bezighouden met proeven om te kijken of die bedenksels wel kloppen. Misschien moet je zelfs zo ver gaan dat de creatievelingen niet eens weten wie hun werk controleert, en dat het controlewerk buiten hun bemoeienis om wordt uitbesteed aan professionele laboratoria die voor allerlei universiteiten werken.

Misschien dat een strictere arbeidsdeling ook leidt tot betere resultaten (d.w.z. meer wetenschappelijke kennis en – wie weet – meer welvaart). In het bedrijfsleven leidt een steeds verdergaande arbeidsdeling tenslotte ook tot een verhoging van de productiviteit. Al moet ik toegeven dat je de taken niet tot in het oneindige kunt blijven opsplitsen; al te verregaande arbeidsdeling leidt ertoe dat de coördinatie steeds ingewikkelder wordt en de organisatiestructuur uitdijt. Maar goed, zo ver is het in de wetenschap nog lang niet.

Deel:

Geef een reactie