Omnivoor (In memoriam Johannes van Dam)

Omnivoor (In memoriam Johannes van Dam)

Het vooroordeel wil dat de criticus een gefrustreerd en wraakzuchtig mannetje is. Type Anton Ego uit Ratatouille: iemand die zelf torenhoge ambities had, maar te weinig talent om ook maar iets van betekenis te bereiken, en nu zijn mislukking afreageert op mensen die wel begaafd zijn. Eigenlijk had hij zo willen zijn als zij, maar dat is hem niet gegeven. Het enige wat hem rest is hun het leven zuur te maken. Hij misgunt anderen wat hij zelf niet heeft en nooit zal bezitten: de gave om iets te scheppen. Het enige wat hij kan is anderen verbaal te hinderen. Kritiek is een daad van destructie, de criticus een vijand van de creativiteit. Een negatieveling, die gif uitstrooit over de pogingen van betere mensen dan hij wat positiefs te brengen.

In werkelijkheid is de criticus eerder iemand met een grote liefde en belangstelling voor een bepaald onderwerp. Zo groot, dat hij zich niet per se hoeft te bewijzen als artiest, vakman, kok of sporter. Genieten van de prestaties van anderen is hem genoeg. Observeren, proeven, erover lezen, nadenken en met anderen erover van gedachten wisselen, zijn inzichten delen: meer vraagt hij niet van het leven.

Waarom zou hij zich ook een metier eigen willen maken? Dat zou betekenen dat hij zich zou moeten beperken – en daarvoor is hij niet monomaan en principieel genoeg, daarvoor mist hij de tunnelvisie van de doener, de artiest en de topkok. Hij bestrijkt liever een breder spectrum dan de mensen die zich eindeloos bezighouden met hun ditjes en datjes en daarin excelleren. En als de criticus dan toch kritiek levert, dan is het alleen maar omdat hij teleurgesteld is. Omdat hij meer had verwacht, omdat iets wat hij belangrijk vindt niet helemaal voldoet aan zijn verwachtingen (en belangrijk vindt hij het, waarom zou hij er anders al die tijd in steken?). Kritiek getuigt van optimisme, van de overtuiging dat het beter kan. Niet van kinnesinne in elk geval.

Begrijpelijk dat de criticus naarmate hij ouder wordt niet verbitterder wordt, maar juist milder. Verbitterder worden alleen mensen die verder van hun doelstellingen verwijderd raken naarmate de tijd verstrijkt. De criticus komt juist dichter bij zijn doelstelling: hij gaat steeds meer genieten omdat hij door alle ervaringen uit het verleden steeds beter weet wat hij mag verwachten. Waar hij vroeger in zijn jeugdige enthousiasme nog wel eens op het onmogelijke hoopte, weet hij nu zijn idealen steeds beter af te stemmen op de werkelijkheid. Hij krijgt beter inzicht in hoe moeilijk het wel niet is om een goed nummer te schrijven, meeslepend te zingen, een goede maaltijd te bereiden of de marathon te lopen.

Soms zelfs zo’n goed inzicht dat hij altijd wel wat weet te ontdekken dat een positieve beoordeling verdient. En dus geeft hij weer een restaurant weer een 9, terwijl het grote publiek zich begint af te vragen of de criticus nog wel goed bij zijn hoofd is. Dan wordt het tijd om afscheid te nemen en het werk op te geven – voldaan als na een goede maaltijd.

Deel:

Één gedachte over “Omnivoor (In memoriam Johannes van Dam)

  1. Dit is wel een heel erg goed stukje. Heeft briljant een paar mensen uit mijn naaste omgeving getypeerd. Waarvoor dank, daar kan ik iets mee!

Geef een reactie