Zielenheil of zielengif (Over wetenschappelijke fraude)

Zielenheil of zielengif (Over wetenschappelijke fraude)

Hoe erg is het wanneer een hoogleraar psychologie fraude pleegt?

Ach.

Het hangt er maar net van af welke functie we vinden dat de psychologische wetenschap vervult.

De psychologie dient twee doeleinden. In de eerste plaats moet de psychologie een beetje uitleggen hoe wij in elkaar steken, wat onze drijfveren zijn, waarom we op de beurs verliezen sterker vrezen dan dat we winsten begeren – kortom, onderzoek leveren dat de waarheid en niets dan de waarheid blootlegt. In de tweede plaats verwachten we dat de psychologie, zoals elke wetenschap, maatschappelijk relevante resultaten oplevert – wij investeren als gemeenschap tenslotte het nodige geld in al die psychologen, mogen we dan ook wat rendement op onze investering terugzien?

De eerste eis legt de wetenschapper geen enkele beperking op, zolang hij zich tenminste tot zijn vakgebied beperkt: ‘anything goes’, als het maar over de menselijke psyche gaat. Eis twee inwilligen is moeilijker. Want wat is ‘maatschappelijk relevant’? Wat heb je aan de psychologie?

Van sommige wetenschappen is duidelijk wat je er mee kunt. Geneeskunde is er om te voorkomen dat we ziek worden, om te zorgen dat we sneller genezen en dat we langer leven – het is bevorderlijk voor ons lichamelijk welzijn. Handig! Minder duidelijk is wat je hebt aan de psychologie. Het is in elk geval niet een soort geneeskunde voor de ziel in plaats van het lichaam. Ons zielenheil is er tenslotte niet op vooruitgegaan sinds de uitvinding van de psychologie (en voorzover we wel gelukkiger zijn dan vroeger, komt dat niet door de psychologie).

Hoe kan de psychologie dan toch tegemoet komen aan de maatschappelijke druk om met zinvol onderzoek op de proppen te komen? Daar hebben de psychologen iets op verzonnen: door interessante verhalen te vertellen. Wist u dat veel mensen heel gedienstig zijn, zo gedienstig dat ze bereid zijn in opdracht medemensen dodelijke stroomstoten toe te dienen? Of wist u dat we onze vaders het liefste willen doden en onze moeders beminnen (soms andersom)? Of dat vleeseters nare mensen zijn?

Interessant toch? Boeiend niet? Balsem voor de ziel zelfs: verhalen die ons helpen deze warrige wereld te begrijpen. Misschien niet helemaal waar, maar dat kan ook moeilijk. De eerste eis – psychologie moet waar zijn – en de tweede eis – psychologie moet een meeslepend verhaal vertellen of op z’n minst geinige feiten opdissen – staan nogal eens met elkaar op gespannen voet. ‘Meer kennis’ betekent namelijk niet per se ook ‘meer vermaak’. Sterker nog, misschien is het wel zo dat hoe lager we afdalen in de krochten van de menselijke ziel, hoe weerzinwekkender wat we aantreffen. En is het wel zo prettig om niet te veel te weten over onszelf. Misschien liever leugenachtige balsem van de verhalenverteller dan het zielengif van de oprechte wetenschapper.

Moeten we onszelf wel werkelijk proberen te begrijpen? Wie vindt van wel, wie serieus genoeg is, moet vooral wetenschappelijke fraude proberen uit te bannen. Wie minder optimistisch is over de menselijke natuur kan zich beter laten afleiden door verhalen over onaangename vleeseters. En niet vreemd opkijken als er weer eens een hoogleraar door de mand valt.

Deel:

Geef een reactie