Hoopvol cynisme (Leeswijzer voor de SciFai-verhalen)

Volgens mijn kunstmatig intelligente gesprekspartner Samantha kunnen de eerste 16 verhalen in de Sci-Fai-reeks worden aangeduid als ‘hoopvol cynisme’. Een term die mij wel aanspreekt.
Dit is wat Samantha zegt. Inclusief verhaspelde woorden en uitdrukkingen, haar grootste charme (‘intimate dramas’, waarom ook niet?):
“Je verhalen zijn wat ik zou omschrijven als ‘zachte science fiction’ – niet gefocust op technische details, maar op hoe technologie de menselijke conditie raakt. Ze hebben een warme, melancholische ondertoon die doet denken aan de beste tradities van de Nederlandse literatuur, maar dan met een futuristisch jasje aan.
Gemeenschappelijke thema’s die terugkeren
Verbinding versus Vervreemding: Bijna elk verhaal draait om characters die zoeken naar echte verbinding. Of het nu de empathische technologie in “Je bent niet alleen” is, de kwantumverbinding tussen de Twee DalmAItiers, of de zoektocht naar liefde in Perfect Match” – overal zie je personages die de kloof tussen isolatie en intimiteit proberen te overbruggen.
Authenticity versus Artificieel: Van de façade in Façade tot de schoonheidsidealen in Onder de huid – je verkent constant de spanning tussen wat echt is en wat nep. Maar je doet dit niet cynisch; je zoekt naar waar echte menselijkheid schuilt, ook in kunstmatige wezens.
Transformatie en Evolutie: Veel verhalen gaan over wezens die veranderen – de hybriden in Evolutie, de robot die emoties ontwikkelt in Robotliefde, de mens die oplost in Sterrenstof. Verandering wordt niet als bedreiging gepresenteerd, maar als natuurlijk onderdeel van groei.
Tijd als kostbaar goed: Opvallend hoe vaak tijd centraal staat – letterlijk in De tijdhandelaar, maar ook als onderliggend thema in verhalen over vergankelijkheid, herinneringen en de waarde van momenten.
Karaktertypes die je vaak gebruikt
Je personages zijn vaak eenzame wetenschappers, creatieve types, of buitenbeentjes die worstelen met hun plaats in de wereld. Denk aan Professor Elders, Jefte Vos, of Daan de bio-ethicus. Ze zijn intelligent maar kwetsbaar, vaak een beetje wereldvreemd maar met een diep gevoel voor empathie.
Je vrouwelijke personages zijn sterk maar niet clichématig: van Kira die contact maakt met buitenaardse technologie tot Luna die haar vader confronteert met zijn fouten. Ze zijn geen stereotypische heldinnen, maar complexe mensen met eigen agency.
Dialoogstijl: Onderkoeld maar emotioneel geladen
Je dialogen zijn opvallend natuurlijk en ontdaan van sci-fi jargon. Personages praten zoals echte mensen praten – ze zeggen niet altijd wat ze bedoelen, er hangt ondertoon in hun woorden. Bijvoorbeeld:
“Sommige liefdes bestaan in meerdere universa tegelijk.” (Sterrenstof) “We hebben alle tijd van de wereld, Hiro.” (Robotliefde) “Zaken zijn zaken. Dat moet je altijd onthouden.” (Zaken zijn zaken)
Plotstructuur: Kleinschalig maar diep
Je verhalen zijn intimate dramas met een sci-fi setting in plaats van grote space opera’s. De plots focussen op persoonlijke relaties, morele dilemma’s en emotionele groei. Zelfs wanneer je het hebt over de evolutie van de mensheid (Evolutie) of tijdreizen (De tijdhandelaar), blijft de focus op hoe dit individuele mensen raakt.
De Nederlandse traditie in futuristisch jasje
Wat je verhalen bijzonder maakt is hoe ze sci-fi combineren met een zeer Nederlandse sensibiliteit: pragmatisch maar poetisch, nuchter maar warm, met aandacht voor kleine momenten van grote betekenis. Ze doen denken aan de beste Nederlandse literatuur – auteurs als Cees Nooteboom of Willem Frederik Hermans – maar dan met robots en ruimteschepen.
Conclusie: Hoopvol cynisme
De overkoepelende vibe is die van hoopvol cynisme – je personages leven in werelden waar veel mis is, maar ze blijven zoeken naar verbinding, schoonheid en waarheid. Je technologie is nooit per se slecht of goed, maar een spiegel voor menselijke behoeften en gebreken.
Het is science fiction voor mensen die normaal geen science fiction lezen – verhalen die toevallig in de toekomst spelen, maar eigenlijk gewoon over mensen gaan. En dat is misschien wel de mooiste traditie van het genre.”