The Horror: ouderwets griezelen om moderne angsten

The Horror: ouderwets griezelen om moderne angsten

De veelzijdige Kostantin Gropper verraste enkele jaren geleden met het luchtige en melodieuze ‘Love’. Nu laat hij met zijn groep Get Well Soon weer van zich horen met het duistere ‘The Horror’, dat de sfeer van oude griezelfilms oproept. “Een ‘reality check’ op ‘Love’, zegt Gropper. “Angst is overal, ons leven is ervan doortrokken.”

Zoemmm – zoemm – ZOEMM – klinkt de luchtschacht van het Amsterdamse Backstage Hotel in het nummer ‘An Air Vent (in Amsterdam)’ van het nieuwe album ‘The Horror’ van de groep Get Well Soon. Konstantin Gropper, voorman van de groep uit het Duitse Mannheim, schreef het nummer nadat dat pokkegeluid hem urenlang uit zijn slaap had gehouden. Als kind was hij er waarschijnlijk doodsbang voor geweest. Nu vond hij het voornamelijk hoogstirritant. Gek werd hij ervan. De gedachten maalden door zijn hoofd, en mengden zich met het gezoem van de luchtschacht. Hoe kwam het toch dat een mechanische bromtoon een kind doodsangst kan aanjagen, terwijl een volwassene alleen maar machtleoze woede voelt opkomen? is het omdat volwassenen te verstandig zijn voor onwerkelijke angsten? Is het omdat in de moderne, door en door rationele maatschappij geen plaats meer is voor primitieve waanbeelden over spoken, heksen en monsters? Aan de andere kant zijn volwassenen maar ook al te vaak onredelijk bang. Sterker nog, de huidige tijd lijkt te zijn doortrokken van irreële angst: angst voor geweld, voor terrorisme (terwijl het nooit veiliger is geweest dan nu), angst voor armoede (terwijl we nooit zo welvarend zijn geweest), angst voor politieke onrust (terwijl onze samenleving ongekend stabiel is). Angst lijkt wel een eerste levensbehoefte. Zoiets als liefde, eigenlijk.

Zo ongeveer moet het gegaan zijn, toen Konstantin Gropper op het idee kwam om een heel album te maken over angst, zoals zijn vorige album geheel het teken stond van de liefde. ‘The Horror’ heet de plaat, zoals de vorige ‘Love’ heette. “Het is een ‘reality check’ op het vorige album”, aldus Gropper. “Ik werk altijd met een thema, en dit diende zich zomaar aan. Angst is overal, ons hele leven is ervan doortrokken.” Waar het op ‘Love’ draaide om de vele gedaanten die liefde kan aannemen, gaat ‘The Horror’ over angst in al z’n verschijningsvormen: over hoe angst ons stimuleert en ons in de weg staat, over angst als een al dan niet goede raadgever, over angst als een politiek instrument, over angst om gezichtsverlies te lijden, angst voor ziekte en dood – de lijst is lang en kan altijd worden aangevuld, want onderwerp is onuitputtelijk.




Lederhosen

Muzikaal gezien verschilt ‘The Horror’ ook hemelsbreed van ‘Love’: waar het poppy ‘Love’ luchtig en melodieus was, met nummers die klonken alsof The Beach Boys zich in lederhosen hadden gehuld, daar lijkt ‘The Horror eerder op een verzameling nooit eerder uitgebrachte nummers voor ouderwetse griezelfilms. Niet zo gek, want Gropper heeft de laatste jaren inderdaad veel soundtracks gemaakt voor films (onder andere voor Wim Wenders) en televisieseries. Soundtracks liggen hem bijzonder goed, want Gropper is een muzikale kameleon. Zijn doorbraakalbum ‘Rest Now Weary Head!’ staat ver af van de opvolgers ‘Songs Against Glaciation’ en ‘Vexation’ en die weer van ‘Love’ en ‘The Horror’.




Gropper heeft een klassieke opleiding, maar duikt net zo lief in de geschiedenis van de popmuziek of de jazz als in de klassieke of eigentijdse elektronische muziek. Groppers belangrijkste inspiratiebronnen zijn – het zal geen verbazing wekken – artiesten die net zo veelzijdig en veranderlijk zijn als hij zelf. David Bowie is misschien wel zijn grootste voorbeeld. Hij noemt ook The Beatles (“Dat ligt voor de hand, elke popmuzikant is waarschijnlijk door hen beïnvloed. Voor mij vormen ze onuitputtelijk bron van inspiratie. Niet eens zozeer door hun vernieuwingsdrang, maar eerder door de rijkdom van hun muziek: elke keer dat ik naar ze luister ontdekt ik weer andere dingen.”) Maar Gropper verwerkt net zo lief invloeden van de punk- of grungemuziek. Het is maar net wat bij het thema past.

Anti-muze

“Mijn eigen werk is uiteraard persoonlijker dan de muziek die ik in opdracht schrijf. ‘The Horror’ is deels een reactie op het naargeestige hedendaagse politieke klimaat. Dat baart mij zorgen, en ik kon bijna niet anders dan daar over schrijven. Maar ik ben bepaald geen protestzanger à la Woodie Guthrie of een artiest die letterlijk verslag doet van wat hem overkomt. Geen artiest die per se ‘zichzelf’ wil uiten in zijn muziek. En al helemaal geen artiest die op een of andere manier ‘authentiek’ wil zijn. Ik weet niet eens of dat wel kan, ‘authentiek’ zijn in je kunst. Misschien kwam Leonard Cohen ooit het dichtste bij: in de documentaire ‘Bird on a Wire’ staakt hij een optreden omdat hij aanvoelt dat het niet waarachtig is of iets dergelijks. Ik zit anders in elkaar. “Ik weet niet zeker of Bowie zei ‘Authenticiteit bestaat niet – en waarom zou je ernaar streven?’ – maar het zou zijn credo kunnen zijn. En het mijne. Mijn muziek is persoonlijk in die zin dat ik probeer mijn gevoelens en gedachten indirect, via aansprekende muziek en poëtische sterk beeldende teksten over te dragen op mijn publiek.”

De hoesfoto van ‘The Horror’ biedt een mooi voorbeeld van zijn benaderingswijze. Je ziet een zwarte hond in de hoek. Niet bepaald gevaarlijk, zo te zien (de foto is ook vanaf een hoog camerastandpunt genomen, zodat de hond er kleiner lijkt dan hij in werkelijkheid is). En toch gaat er een zekere dreiging van het beest uit. “Waarschijnlijk is hij ‘banger voor jou dan jij voor hem’, zoals vaak wordt gezegd wanneer een hond blaffend op je af komt. Je weet het alleen niet zeker. Je probeert je op je zelf in te praten dat je angst uit projectie voort komt. Dat jij maar wat verzint, en het zelf bent die een angstaanjagend beeld oproept. Maar de angst zit te diep om zo makkelijk weg te wuiven. Het is ook niet voor niets dat de zwarte hond zo vaak terugkeert in de kunst als symbool voor depressie, voor een soort anti-muze uit de onderwereld, die artiesten van hun inspiratie berooft.”

Duistere dwerg

Voor ‘The Horror’ leunt hij Gropper sterk op het werk van befaamde filmcomponisten als Alfred Hitchcock’s vaste medewerker Bernard Hermann – volgens Gropper heeft hij in het nummer ‘A Misty Bay (at Dawn) met z’n onheilspellende sfeer het San Francisco van Vertigo opgeroepen. Daarnaast is ‘The Horror’ volgens Gropper verwant aan de muziek van Frank Sinatra, hij beschouwt het album zelfs als een hommage aan ‘The Voice’. “Sinatra is ook een artiest die ik hoog heb zitten. Hij was veel vernieuwender dan veel mensen denken. Hij is echt met zijn tijd meegegaan. Misschien niet zozeer in de keuze van zijn nummers, maar wel in aankleding ervan: soms met een heel klein ensemble, dan weer met een big band of een groot orkest. En hij werkte al heel vroeg in zijn carrière met conceptalbums, volgens mij zelfs als eerste populaire artiest. Ook daarin voel ik mezelf aan hem verwant. Ik heb zelfs een concept nodig waarbinnen de nummer passen, anders kan ik niet aan een album beginnen.”

Vooral Sinatra’s orchestrale werk met Nelson Riddle klinkt door in ‘The Horror’, hoewel Gropper veel meer elektronische instrumenten gebruikt en – zoals dat hoort in een ouderwetse griezelfilm – onheilspellende muziek afwisselt met moeilijk te plaatsen geluiden, mysterieuze stemmen en de nummers zich nogal eens met abrupte wendingen tot een einde slingeren en zodoende veel minder voorspelbaar zijn.

Veel nummers op ‘The Horror’ smeken bijna om een verfilming, zo beeldend zijn ze geschreven. “Ik denk niet dat het er ooit van komt. Al was het maar omdat de muziek in moderne griezelfilms veel minimalistischer is dan vroeger. Ik heb wel wat filmpjes op Vimeo gezet om het album te promoten, maar ik denk dat het daar bij blijft.” Dat zou jammer zijn, want filmisch is de muziek zeker. Alleen al de drie nachtmerries die Gropper op muziek heeft gezet, en dan vooral ‘Nightmare No. 3 (Strangled)’. Gropper schildert een autotocht die hij maakt door een bos, totdat hij vast komt te zitten en bijna stikt, totdat een dwerg zonder handen hem redt. De korte filmpjes zijn aardig, de galgenhumor doet het album recht. Maar: waar is David Lynch als je hem nodig hebt?

Deel:

Geef een reactie