Problemenmodel en modelproblemen (Existentiële allochtonen)

Problemenmodel en modelproblemen (Existentiële allochtonen)

Ze zijn overal. Of het nu komt doordat wij ze opzoeken of doordat zij ons weten te vinden, ze zijn er. Vaak zijn we hen de baas, maar soms krijgen ze ons eronder. We staan ermee op en we gaan ermee slapen. Kortom: we hebben een intieme, heftige relatie met onze problemen.

Zoals ieder mens uniek is, zo staat ook elk probleem op zich. Omwille van de overzichtelijkheid kunnen echter een ‘problemenmodel’ opstellen. Langs de x-as (mag ook de y-as zijn) geven we aan hoe belangrijk een probleem is. Langs de y-as (mag ook de x-as zijn) geven we aan in hoeverre een probleem oplosbaar is. Je krijgt dan vier modeltypen problemen: belangrijke, oplosbare problemen (rechtsboven), onbelangrijke, oplosbare problemen (rechtsonder), belangrijke, onoplosbare problemen (linksboven) en onbelangrijke, onoplosbare problemen (linksonder).

Willen we onze problemen oplossen (en dat willen we meestal. J.F. Kennedy schijnt ooit in een redevoering te willen zeggen: “Problemen zijn er om opgelost te worden.” Dit kreeg hij er niet door bij zijn adviseurs. Het geeft wel aan hoe wij onze problemen bejegenen. Problemen zijn de allochtonen in ons bestaan.) – nogmaals, willen wij onze problemen oplossen, dan verdient het aanbeveling ons sterk te richten op de belangrijke, oplosbare problemen. Daar valt het meeste winst te behalen; laten we ons dus  met man en macht daar (zie pictogram) op storten.

Vervolgens kunnen we ons richten de minder belangrijke, oplosbare problemen (die slaan we wel even van ons af, zie plaatje). Over de onbeduidende en onoplosbare problemen hoeven we ons niet te bekommeren (ze zijn er, wat doe je er verder aan, wat kan het ons eigenlijk schelen, zie plaatje).

Rest de interessante categorie ‘belangrijke, onoplosbare problemen’. We gaan dood, we zijn niet gelukkig – dat soort problemen. Hierover kunnen we ons over beklagen, we kunnen erover lachen, we kunnen razen en tieren; verdwijnen doen ze niet. Alhoewel – een probleem dat niet als probleem wordt ervaren is misschien helemaal geen probleem. Het verschuift dan van de categorie ‘belangrijk, onoplosbaar’ naar ‘onbelangrijk, onoplosbaar’. Dat is de weg van de boeddha, maar voor de meesten van ons is een dergelijke houding niet weggelegd. Problemen oplossen door ze te accepteren – ga d’r maar aan staan.

Belangrijke, onoplosbare problemen zullen wel altijd blijven bestaan. En misschien is dat maar goed ook. Want het probleem met problemen is dat we ze kwijt willen, maar ons geen leven zonder kunnen voorstellen. Wat zou dat ook voor saai, rimpelloos leven zijn? Problemen zijn ons dierbaarder dan we willen toegeven; ze zijn belangrijker dan we durven te denken. We hebben zo’n grote behoefte aan problemen dat we ze desnoods zelf creëren.

Deel:

Geef een reactie