Felix van Cleeff: géén Dylan-kloon

Felix van Cleeff: géén Dylan-kloon

‘Into the Dark’ was de eerste, in zijn geheel online uitgebrachte, plaat van Felix van Cleeff. Binnenkort komt hij met heel andere soort muziek naar buiten. Wie in hem een zoveelste Dylan-kloon ziet, zou wel eens verbaasd kunnen opkijken.

Misschien maar eerst eens een paar misverstanden over Felix van Cleeff (1987) wegnemen. Want die zijn er in in overvloed, hoewel hij nog maar net komt kijken als muzikant en zijn eerste plaat ‘Into the Dark’ nog niet heel veel publiciteit heeft opgeleverd.

De misverstanden op een rij: Hij zou een ‘doodgewone jongen zijn’ (zo uit een verhaal van Tolkien weggelopen, voegt een recensent nog toe). Ook zou zijn muziek somber zijn, vervuld van weemoed en ‘Weltschmerz’. Logisch, want hij zou een singer-songwriter zijn, in de traditie van Bob Dylan, Leonard Cohen en Jeff Buckley.

Een doodgewone jongen? Belachelijk! De foto’s bewijzen juist dat hij het tegendeel is van ‘een doodgewone jongen’. Hij is juist een geboren ster, heeft in elk geval onmiskenbaar ‘star quality’ en ziet er met zijn woeste donkere krullen eerder uit als de jonge Syd Barrett of een andere rockgod dan als een hobbit. “Misschien komt die vergelijking door al het haar op mijn voeten?!”, lacht Van Cleeff.

Misverstand nummer twee: Van Cleeff zou sombere muziek maken. De titel van zijn (zowel op CD als online uitgebrachte) plaat ‘Into the Dark’ doet dat inderdaad vermoeden. Maar echt somber zijn de meeste nummers toch niet. ‘Sereen’ is een toepasselijker term, of ‘sober’ of zelfs ‘troostrijk’. Muziek die eerder ontroering oproept dan zelfmoordneigingen in elk geval. Muziek ook die zich moeilijk laat vastpinnen, met associatieve, poëtische teksten en ongrijpbare melodieën.

Doem en duisternis

In elk geval is het niet de bedoeling van Van Cleeff bedoeling om doem en duisternis te preken. “Ik hoop juist dat mijn muziek hoop biedt. Zoals alle ‘echte’ kunst doet. Ik wil met mijn nummers iets spiritueels uitdragen. Iets puurs, iets kinderlijks misschien. We zijn enorm vervreemd van het kind in ons zelf. We kijken verstandelijk en afstandelijk tegen heel veel zaken aan. Ook tegen kunst. Als ik naar een toneelvoorstelling ga, dan ervaar ik het meestal als een enorm cerebrale bedoening. Ik kijk naar wat er op toneel gebeurt, maar het raakt me niet. Terwijl bij de oude Grieken toneelvoorstellingen juist ongelofelijk intens werden beleefd. Iedereen zong en danste mee met de acteurs. Goede kunst maakt iets van die vervoering los bij mensen. Mijn nummers hopelijk ook. Het is in elk geval iets waar ik naar streef: om dat oergevoel op te roepen”

Misverstand drie dan, waarschijnlijk het moeilijkste te weerleggen van allemaal. Felix van Cleeff zou een singer-songwriter zijn. “Een wel heel beperkt etiket”, verzucht hij. Hij neemt de pose aan van een zanger die met een gitaar in zijn hand het leed van de wereld op zijn schouders meetorst en daarover in zijn songs huilebalkt. “Zo iemand ben ik in elk geval niet.”

Hij kan niet ontkennen dat hij zwaar beïnvloed is door mensen als Bob Dylan en Leonard Cohen. Maar hij is zeker geen kloon. “Het is best mogelijk dat ik op grote artiesten als Dylan of Cohen lijk. Maar dat is zeker geen opzet. Ik werk sterk vanuit mijn gevoel, zonder vooraf te weten waarheen me dat zal leiden. Zo werkt iemand als Dylan volgens mij ook. Zijn werk is in de loop van de tijd erg veranderd, doordat hij in zijn leven verschillende fases heeft doorlopen. Maar ik geloof niet dat hij al te erg bezig is met hoe dat overkomt – ik geloof niet dat hij zich bewust van tijd tot tijd een nieuw imago aanmeet, of dat hij in zijn platen een bepaald concept wil overdragen.”

Urgent

“Wat dat laatste betreft: ‘The Wall’ van Pink Floyd is een voorbeeld van een plaat waarvan de makers van tevoren hebben gedacht wat ze ermee wilden uitbeelden; de nummers passen allemaal in het concept. De nummers op ‘Blood on the Tracks’ van Dylan passen bij elkaar omdat hij zijn echtscheiding erin heeft verwerkt. Maar hij is niet in de studio gaan zitten om eventjes een echtscheidingsplaat te maken. Het was geen doordachte keuze, hij kon niet anders dan daarover schrijven. Vandaar ook de urgentie die eruit spreekt.”

Zo, vanuit zijn intuïtie, werkt Van Cleef ook. En tot dusver heeft dat misschien muziek opgeleverd die aan Dylan, Cohen of Jeff Buckley doet denken (voor wie hem per se in een hokje wil stoppen: waarschijnlijk nog wel het meeste aan de laatste). Maar daarmee is allerminst gezegd dat gevoelsmens Van Cleeff in de toekomst ook in hun spoor zal blijven. “Op het moment hoor ik allerlei ritmes is mijn hoofd. Ik voel veel meer de behoefte om met andere muzikanten te spelen dan eerst, en om complexere, gelaagdere nummers te maken. En ik wil eerder muziek maken die een bepaalde sfeer oproept dan dat er een duidelijke melodie in zit, of afgetekende coupletten en refereinen – bepaald geen muziek die je van een traditionele singer-songwriter zou verwachten.”

Voorlopig moeten we het doen met ‘Into the Dark’ en twee eerder geschreven nummers van de (eveneens online uitgebrachte) EP ‘I’ll come to your Funeral’. Ongewone muziek van een ongewone jongen, luister maar.

 

Deel:

Geef een reactie