Algemene (na)beschouwingen

Algemene (na)beschouwingen

Nee, het kabinet Rutte heeft weinig te vrezen, zo bleek tijdens de algemene politieke beschouwingen van de week. Wat heet, in Nederland is er amper een politieke oppositie.

Tegelijkertijd zijn er veel zwevende kiezers, steeds meer zelfs.

Het één hangt natuurlijk samen met het andere. Het zweven van die kiezers is zowel een gevolg van die geringe politieke oppositie (want: geen partij om zich mee te vereenzelvigen, aangezien ze zich zo weinig van elkaar onderscheiden) als een oorzaak (want: partijen hebben de neiging de kiezer naar de mond te praten, bang als ze zijn dat hij van hen wegzweeft). Hoe minder oppositie, hoe meer mensen zich ook van de politiek afkeren. Het is toch allemaal één pot nat daar in Den Haag, de hoge heren zoeken het maar uit, het zal allemaal wel, wat kan mij het eigenlijk schelen: dat soort gevoelens wordt in de hand gewerkt als er geen oppositie van betekenis bestaat.

Geen politieke oppositie van betekenis, geringe politieke betrokkenheid. Aanhangers van het Noord-Koreaanse politieke stelsel zouden het toejuichen. Voor de rest van ons is het een reden tot zorg, en wel om twee redenen.

Het betekent dat het moeilijk wordt om allerlei wetten en regels uit te voeren en te handhaven. Moeilijker in elk geval dan wanneer er binnen en buiten het parlement discussies zijn gevoerd, wanneer mensen hebben kunnen meepraten en hebben kunnen meebeslissen (of op z’n minst het gevoel hebben dat dit zo is). Om politieke veranderingen door te voeren is maatschappelijk ‘draagvlak’ nodig.

Uiteraard zijn niet alle veranderingen ook veranderingen ten goede, maar – en dat is punt twee – we mogen aannemen dat de kwaliteit van de politieke besluitvorming erop vooruit gaat naarmate meer mensen zich er tegen aan kunnen de besluitvorming aan kunnen bemoeien. Op z’n minst zullen tegenstanders zich net zo lang blijven verzetten tegen besluiten totdat de grootste weeffouten eruit verdwenen zijn. Democratisch genomen besluiten, totstandgekomen met steun of – wat is het verschil eigenlijk? – tegenwerking van de oppositie, die uitmonden in geleidelijke veranderingen: beter kun je het niet hebben.

Nou ja, soms wel natuurlijk. Soms – in een tijd van crisis, van oorlog, van massa-epidemie – moeten er allerlei noodmaatregelen worden getroffen en dan kan het wel handig zijn als er geen oppositie is. Maar in een normale situatie is zorgvuldigheid belangrijker dan snelheid en verdienen weloverwogen maatregelen de voorkeur boven snel en slagvaardig handelen. Maar – ook al doen de zittende politici wel eens aan paniekzaaierij – Nederland kan rustig de tijd nemen om aan een betere toekomst te bouwen. Met een sterke oppositie die de regering scherp houdt, en uitdaagt om met goede en goed verteerbare maatregelen te komen.

Een sterke oppositie kan wonderen verrichten. Kijk maar naar Schotland.

Deel:

Geef een reactie