De pubquiz

De pubquiz

Feitenkennis staat tegenwoordig niet meer hoog in aanzien. Waarom zou je nog moeite doen iets te onthouden als je het ook kunt opzoeken?, is de redenatie. Onzin natuurlijk, maar ja.

Wie er anders over denkt, zoekt zijn heil in de deelname pubquizzen. Daar kan hij (meestal een hij) zijn feitenkennis aanscherpen. En dat in een eerlijke competitie (kom daar tegenwoordig nog maar eens om). Met lotgenoten, bovendien. Verslaafden aan feitjes en weetjes onder elkaar. Bescheiden mensen, die nog in de veronderstelling verkeren dat een uitspraak sterker is naarmate deze beter kan worden onderbouwd met feiten. Die niet meer waarde hechten aan hun eigen mening dan aan de empirie, die hun intuïtie niet belangrijker vinden dan de werkelijkheid en die liever moeite doen om zaken uit te zoeken dan hun eigen visie uit te venten. Ver van de boze, waarheidsvijandige buitenwereld die wordt bevolkt door mensen die geen oog hebben voor bomen maar wel denken het bos te kennen wisselen ze hun feitenkennis uit. 

En zo komt het dat ook ik af en toe meedoe aan zo’n pubquiz. Bij voorbaat kansloos, want ik weet wel veel, maar ik ben geen wandelende encyclopedie zoals sommige mensen. Komt bij dat ik niet echt een specialisme heb. En mijn kennis ook nog eens slecht heb bijgehouden. De popmuziek is in mijn ogen 40 jaar geleden gestorven, je maakt mij niet wijs dat er ooit betere films zijn gemaakt na Eternal Sunshine of the Spotless Mind, moderne kunst houdt voor zover ik weet bij op bij Andy Warhol. Ik ben kortom een ouwe lul. Maar aangezien degene die de pubquiz bedenkt meestal ook een ouwe lul is (want: een liefhebber van feitjes), breng ik het er in quizzen over popmuziek, films en cultuur meestal toch niet slecht van af.

Enkele weken geleden deed ik nog mee aan een popquiz. ‘Noem de titel, de naam van de groep en de naam van de zangers van deze Belgische groep’, las de quizmaster voor en liet ons een fragment te horen: ‘Ne Nah Nah Nah’. Het kwam ons bekend voor. De titel was makkelijk ‘Ne Nah Nah Nah’ uiteraard. Die zangeres? Geen idee. Maar die groep? Meer dan 30 jaar had ik niet aan ‘Ne Nah Nah Nah’ en die groep gedacht, maar ik wist dat de naam binnen bereik lag. Niet op het puntje van mijn tong, maar wel ergens in een geheugenbank met semi-parate kennis opgeslagen. Ergens waar ik nog net toegang toe had.

De quizmaster las een volgende vraag voor en een volgende. Die liet ik mijn teamgenoten, terwijl ik me zelf in een soort meditatieve staat bracht. Niet geconcentreerd nadenken, wel open staan voor herinneringen – dat is de kunst. En jawel, na een minuut of vijf kwam de naam vanzelf naar boven schieten: Vaya Con Dios. Natuurlijk! ‘High five’ van de teamleider. Endorfinescheut door het brein. En verder. We eindigden bovenaan in het midden. Goed genoeg.

Deze positieve ervaring gloeide nog na toen ik afgelopen weekend mee deed aan een filmquiz. Hoopvol begon ik aan de ronde ‘iconische momenten’. Kom maar op met je ‘iconische momenten’, dacht ik. Marilyn Monroe met haar opwaaiende zomerjurk in The Zeven Year Itch. Jack Nicholson met zijn hakbijl in The Shining. Leonardo di Caprio en Kate Winslet op de boeg van de Titanic – “I’m the King of the world”. Al Pacino in The Godfather: “My father made him an offer he couldn’t refuse”. Roy Scheider in Jaws: “You’re going to need a bigger boat.” Ik spaar ‘iconische momenten’.

We kregen een filmpje te zien van een iemand die van een trap met een rode loper op het filmfestival van Cannes struikelde. “Wie dachten mensen in eerste instantie dat dit was”, was de vraag. We konden kiezen uit drie namen waarvan ik nog nooit had gehoord. Volgende vraag. “Wat riep Will Smith bij de Oscaruitreiking in 2022 tegen Chris Rock?” Was dat a. ‘keep my wife’s name out of your fucking mouth’, b. ‘keep my fucking wife’s name out of your fucking mouth’ of c. ‘keep your fucking mouth shut’? Hoewel ik het antwoord wel wist, bleef de euforie dit keer uit: wat was er nou ‘iconisch’ aan dat moment? Ik keek om me heen. Ik was terechtgekomen in een quiz gemaakt door een millenial voor millenials.

We eindigden niet eens onderaan, en kregen dus ook niet de extra prijs voor het team met de minste punten. Maar toen we naar huis vertrokken groette de quizmaster toch: “Veel plezier nog met de troostprijs, meneer.”

Beeld: Zelfgebakken met Ideogram.ai

Deel:

Geef een reactie