De zon achter de wolk Wilders (AC-Cent-Tchu-Ate the Positive)

De zon achter de wolk Wilders (AC-Cent-Tchu-Ate the Positive)

Achter de wolken schijnt de zon heet het, maar welke zon schijnt er achter de wolk Wilders? Zeg van de VVD wat je wilt, maar sommige mensen profiteerden van het kabinetsbeleid van de afgelopen jaren (inderdaad, de bekende ‘rijken die steeds rijker’ werden). Groen Links-PvdA had een verkiezingsprogramma dat volgens het Centraal Planbureau een betrekkelijk hoge economische groei en daling van de werkloosheid met een ambitieus klimaatbeleid combineerde. NSC beloofde bestuurlijke vernieuwing (in ons aller belang). En zo valt er voor elke partij wel wat te zeggen; hoeveel minnen je ook kunt aanwijzen, er staan altijd wel enkele plussen tegenover.

Maar welke plussen biedt de PVV? Immigranten zijn de pineut, het klimaat krijgt er een vijand bij, jongeren krijgen de rekening van een oplopende overheidsschuld gepresenteerd en het koningshuis moet als het aan de PVV ligt belasting gaan betalen. Voor zover er dan toch een groep op vooruitgaat, dan de ouderen, o.a. omdat de PVV de pensioenen wil verhogen en het eigen risico verlagen. Een beetje een miniem plusje voor een partij die vindt dat ‘de meerderheid van politiek Den Haag de Nederlanders keihard in de steek gelaten en jarenlang voor de gek gehouden heeft met valse koopkrachtbeloftes’. En dat is dan nog aangenomen dat Wilders ouderen straks inderdaad gaat bevoordelen.

Of heeft de PVV misschien nog een andere verdienste, namelijk dat de partij bijdraagt aan een gevoel van onveiligheid? Een gevoel van onveiligheid bij migranten, bij ‘de gevestigde orde’, bij de publieke omroep (die wat de PVV betreft mag worden opgedoekt), bij politieke tegenstanders (of mensen die als politieke tegenstander gebrandmerkt worden, zoals de in het verleden door Wilders consequent als ‘heks’ aangeduide Sigrid Kaag), bij iedereen die zijn vertrouwen in de rechtstaat ziet slinken, bij iedereen die zich afvraagt of zijn buurman misschien PVV heeft gestemd, bij die PVV-stemmende buurman die zich afvraagt of zijn buren zich tegen hem zullen keren – bij grote groepen mensen in elk geval.

Op het eerste gezicht is dit niet iets om je over te verheugen; de meeste mensen willen zich liever veilig dan onveilig voelen, en waarom zou je dat hun dat niet gunnen? Wat heeft het voor voordeel als zij angst worden aangejaagd? Geen enkel voordeel, zou je denken als je de theorie van het belang van ‘psychologische veiligheid’ aanhangt, en denkt dat het goed is als mensen geloven dat ze ‘niet worden beoordeeld of gestraft als ze zich kwetsbaar opstellen’, zoals leiderschapsdeskundige Amy Edmondson het begrip definieert. Uit haar onderzoek blijkt dat psychologische veiligheid een belangrijke factor is voor het succes van een organisatie, aangezien teams met een hoge mate van psychologische veiligheid productiever zijn als mensen zich durven uit te spreken en zich veilig voelen om hun ideeën, meningen en zorgen te uiten. Kortom, als je ‘gewoon jezelf zijn’ kunt, zoals het heette in een slogan van de VVD uit de jaren tachtig.

Waarom is een gevoel van onveiligheid dan toch misschien gunstig? Omdat psychologische onveiligheid positieve effecten kan hebben. Als ik me ‘veilig’ voel, dan hang ik de clown uit, krijgt de klier in mij een kans, steekt de saboteur zijn kop op. Geef mij maar een opdrachtgever wie ik bang ben, die zelden tevreden is, die altijd meer van me wil. Zo iemand probeer ik het naar de zin te maken. Geef mij maar onveiligheid, dan komt er meer uit mijn handen. Tijdelijk, tenminste. Vroeg of laat knap ik op zo iemand af, teleurgesteld dat er te weinig waardering is voor mijn werk, terwijl ik toch zo mijn best heb gedaan. Met andere woorden: een kortdurend gevoel van onveiligheid zweept me op tot betere prestaties, een langdurend gevoel van onveiligheid trek ik niet.

Zou het in de politiek niet net zo werken? Dat de politieke overwinning van een populist als Wilders – zo mogen we hem toch wel noemen – gunstige neveneffecten heeft? Dat het activerende gevoel van onveiligheid zelfs de voorkeur verdient boven het verlammende gevoel van veiligheid? Volgens de literatuur zit daar inderdaad wat in – zie onder (ik heb ChatGPT e.e.a. laten samenvatten). 

Ten eerste kan populisme een signaal zijn dat er iets mis is in de politiek. Als veel mensen op populisten stemmen, betekent dat dat ze ontevreden en ongelukkig zijn met de huidige situatie. Ze voelen zich niet gehoord, niet vertegenwoordigd, niet gerespecteerd door de politieke leiders. Populisme kan een wake-up call zijn voor de politiek om beter te luisteren naar de mensen en om meer rekening te houden met hun wensen en zorgen.

Ten tweede kan populisme een stimulans zijn voor de democratie. Als populisten in het parlement komen, betekent dat dat ze mee moeten doen aan het politieke spel. Ze moeten zich houden aan de regels, de wetten en de normen die gelden in een democratie. Ze moeten samenwerken, compromissen sluiten, verantwoording afleggen, kritiek accepteren en respect tonen voor andere meningen. Ze kunnen niet zomaar doen wat ze willen of zeggen wat ze denken. Ze moeten zich bewijzen als serieuze en betrouwbare politici. Dat kan een leerzame en louterende ervaring zijn voor populisten, die vaak gewend zijn om vanaf de zijlijn te roepen en te schreeuwen.

Ten derde kan populisme op termijn de gevestigde, niet-populistische partijen in de kaart spelen. Als populisten in de regering komen, betekent dat dat ze hun beloften moeten proberen waar te maken. Ze moeten laten zien dat ze niet alleen kritiek hebben, maar ook visie en daadkracht. Ze moeten laten zien dat ze niet alleen tegen zijn, maar ook voor. Dat is niet makkelijk, want populisten hebben vaak onrealistische of onhaalbare plannen, die veel geld, tijd en moeite kosten. Ze komen vaak in conflict met andere partijen, landen of organisaties, die andere belangen of waarden hebben. Ze komen vaak in de problemen door schandalen, fouten of blunders, die hun geloofwaardigheid of populariteit aantasten. Populisme kan dus een test zijn voor de politiek om te laten zien dat populisten niet beter zijn dan andere politici en dat ze niet de oplossing zijn voor alle problemen.

Kortom, populisme kan goed zijn voor een land, als soort shocktherapie. Een shocktherapie die de politiek wakker schudt, uitdaagt en corrigeert. Een shocktherapie die de democratie versterkt, verbetert en vernieuwt. Een shocktherapie die de samenleving nieuw leven inblaast.

Als het maar niet te lang duurt.

Bronnen:

Pleidooi voor populisme, David Van Reybrouck
Is populisme noodzakelijk voor een gezonde democratie?, Vrije Universiteit
Populisten aan de macht: Goed of schadelijk voor de democratie?, Stuk Rood Vlees
Populisme, Nederland en verkiezingen, Matthijs Rooduijn

Beeld: Bletzplaatje, gemaakt met Dall-E 3

Deel:

Geef een reactie