Lijden en scheiden (Over ontwikkelingshulp)

Waar gebeurd: het verhaal van het gescheiden echtpaar met een Foster-parentskind. De oorlogshandelingen tussen de twee waren nog maar net tot een einde gekomen, of de man kreeg problemen met zijn nieuwe vriendin. Die had er toch wel erg veel bezwaar tegen dat de man en zijn ex samen nog een Foster-parentskindje onderhielden… Of de man het kind niet kon ‘opzeggen’? De man hoefde niet lang na te denken. Wat was er nu belangrijker? Dat armlastige, hongerige en kansarme negerkindje of zijn eigen, veelbelovende relatie?! Nou dan…

Vermoedelijk hadden u en ik precies zo gehandeld, want hoe gaat dat met ontwikkelingshulp? Ontwikkelingshulp is een luxe-artikel. Als we geld over hebben, stoppen we het arme negertje wat toe. Als we krap zitten of onze nieuwe vriend(in) doet moeilijk, laten we de acceptgiro en bedelbrief liggen. Onze motieven zijn doorgaans egocentrisch, om niet te zeggen egoïstisch. Soms is ontwikkelingshulp een verkapte investering: wij stoppen het arme negertje wat toe, maar alleen als we verwachten er op termijn iets voor terug te krijgen (de Herfkens-doctrine, als ik me niet vergis). Of we geven geld uit een soort plichtsbesef, medelijden of schuldgevoel. Misschien sympathiek en goedbedoeld, maar wordt het arme negertje daar minder arm van? Van goede bedoelingen kan niemand eten.

Ontwikkelingshulp zou er toe moeten leiden dat mensen zich ontwikkelen – welvarender worden, minder afhankelijk van rijke landen. Zoals het er nu voorstaat, is het ontwikkelingsbeleid echter een faliekante mislukking, zoals het Tweede Kamerlid Ayaan Hirsi Ali onlangs stelde. Dat wil zeggen: als je kijkt naar wat er aan ontwikkelingshulp wordt uitgegeven (veel) dan levert dit maar bitter weinig op (zo goed als niets. Vaak nog minder; wie hulp ontvangt, raakt er al gauw aan verslaafd en verleert het de eigen broek op te houden).

Alleen wat zegt dit trieste rendement nu eigenlijk? De ontwikkelingshulp in z’n geheel mag dan een wangedrocht zijn, daarmee is nog niet gezegd dat elk initiatief mislukt. De corrupte regering van een land een zak geld geven en maar hopen dat het goed terecht komt – ja, dat geld kun je net zo goed uitgeven aan de facelift van je tweede vrouw. Maar geldt dit ook voor ontwikkelingshulp van het type ‘we don’t give them a fish, we teach them how to fish’ – dus hulp die gericht is op investeringen in onderwijs, infrastructuur en landbouw? Of steun aan projecten die zijn opgezet door de lokale bevolking? Ook zinloos?

Ach, ik weet het niet. Misschien moeten we maar eens stoppen met de ontwikkelingshulp, zoals de filosoof Hans Achterhuis in de jaren tachtig al bepleitte. Eens kijken wat er dan gebeurt… Maar dan wel eindelijk alle handelsbarrières wegnemen en alle subsidies op Europese landbouwproducten opheffen. Want dat is natuurlijk een belangrijke oorzaak dat mensen in ontwikkelingslanden hun eigen geld niet kunnen verdienen. En dat Foster-parentskinderen lijden als wij echtscheiden.

Deel:

Geef een reactie