God’s Problem Child: Willie Nelson is de dood een stap voor

God’s Problem Child: Willie Nelson is de dood een stap voor

Op zijn nieuwe album ‘God’s Problem Child’ betoont de 84-jarige Willie Nelson zich weer eens een uitstekende songwriter. Geestiger en rebelser dan ooit.

Een van de ergste ongerijmdheden in het leven is dat de modale Nederlander Willie Nelson alleen kent van een slijmerig duet met Julio Iglesias (als hij Willie Nelson al kent). ‘Crazy’? Daar heeft hij nooit van gehoord. ‘Funny How Time Slips Away’? Ook niet. ‘Night Life’ dan? Ook al niet. Misschien komt het doordat Nelson zo weinig buiten de Verenigde Staten optreedt dat hij niet hier niet zo’n vedette is als daar. Misschien is het zijn verweerde uiterlijk. Misschien is zijn twijfelachtige reputatie als voorvechter van marihuana. Of misschien loopt Nelson gewoon te lang mee om nog veel belangstelling te wekken.

Jammer is het in elk geval wel dat er niet meer vreugdevertoon is als Willie Nelson een album uitbrengt met eigen songs. Zo vaak gebeurt dat niet, zeker de laatste jaren niet.

De laatste keer was in 2014, toen hij met ‘Band of Brothers’ kwam. Een sterke plaat waarop een nummer stond als ‘I Thought I Left You’, met ijzersterke regels als “I thought I left you, so why aren’t you leaving me. I thought I left you. What part of ‘It’s all over’ don’t you understand?.” En met het al even geestige ‘Wives and Girlfriends: “I love my wives/and I love my girlfriends/and may they never meet.”

Galgenhumor

Nu is er ‘God’s Problem Child’ van de inmiddels 84-jarige Willie Nelson, dat het tot een schamele 67e plaats in de Nederlandse Mega Charts wist te scheppen. En weer betoont Nelson zich een uitstekende songwriter.

Mooi is ook dat hij zich blijft ontwikkelen. Niet dat hij betere nummers schrijft dan vroeger – dat is ook moeilijk voor te stellen. Maar op ‘God’s Problem Child’ schrijft Nelson voor het uitgebreid over de ongemakken die de ouderdom met zich meebrengt. De titels alleen al: ‘Still Not Dead’, ‘Your Memory Has a Mind of Its Own’, ‘Old Timer’ en ‘It Gets Easier (As We Get Older)’.

Waar de muziek van veel andere oudere artiesten somber en loodzwaar is, weet Nelson met zijn galgenhumor enorm lichtvoetig te blijven. En daardoor springlevend, ondanks zijn zwakke gestel en zijn zwabberende, onzekere stem.

Late stijl

Volgens de Amerikaans-Palestijnse intellectueel Edward Said kenmerkt het werk van sommige artiesten op leeftijd zich door een eigen ‘late stijl’. Anders dan bij de doorsnee artiest: die maakt op latere leeftijd werk dat doorleefd en bedachtzaam is, alsof het hele leven en alle perioden van een kunstenaar erin zijn samengebald – werk waarmee hij waardig afscheid kan nemen van het leven. Sommige artiesten lijken daarentegen tegen het einde van hun leven opeens terug te keren naar een jeugdige, opstandige stijl. Denk aan de late Rembrandt, wiens werk op late leeftijd steeds wilder werd, alsof hij zich bevrijd voelde van zijn klassieke, verantwoorde werkwijze.

Willie Nelson heeft zich nooit veel aangetrokken van maatschappelijke conventies of van regels in de muziekindustrie, maar ook voor hem geldt dat hij op late leeftijd veel rebelser is dan ooit. De dood zit hem op de hielen, maar heeft hem nog niet ingehaald. Nelson laat luid en duidelijk weten weten dat hij zijn eigen gang gaat, grimlachend zolang hij nog tijd van leven heeft.

Foto: Bob Jagendorf, flickr.com

Deel:

Geef een reactie