Fraudulicious!

Fraudulicious!

De ranglijst van prestigieuze beroepen wordt sinds jaar en dag aangevoerd door de hoogleraar. Maar is de eminente geleerde nog wel voor honderd procent te vertrouwen? Als The New York Times tegenwoordig een biomedisch onderzoeker citeert, meldt de krant meteen welke bedrijven diens onderzoek financieren. Een journalistieke bijsluiter: wat deze onderzoeker over cholesterol of kanker vertelt zou best waar kunnen zijn, maar bedenk, beste lezer, dat hij wordt gesteund door Pfizer, Glaxo of een ander bedrijf dat straks een heleboel pillen hoopt te verkopen.

Die toenemende verstrengeling van commercie en wetenschap is gevaarlijk. Wetenschappelijke kennis is de beste kennis die we hebben. Maar zij is gebaseerd op vertrouwen. We leven in een gefragmenteerde wereld, waarin vrijwel niemand in staat is om gespecialiseerde kennis buiten zijn eigen vakgebied te beoordelen. Daarom moeten we wel afgaan op bronnen die we betrouwbaar vinden.

Wat als dat vertrouwen beschaamd wordt? Is er dan nog een uitweg uit het wantrouwen? Misschien. Burgers moeten beseffen dat onzekerheid niet altijd slecht is. Een cultuur waarin kennis voorlopig is, zal relatief open en pluralistisch zijn. Maar wetenschappers moeten vooral tonen dat ze betrouwbaar en onafhankelijk zijn. Want anders is het beoordelen van wetenschappelijke kennis net zoiets als het kopen van een tweedehands auto waarbij je niet onder de motorkap mag kijken.

Steven Shapin, hoogleraar wetenschapsgeschiedenis aan Harvard Universiteit, in een interview met de Volkskrant

Deel:

Geef een reactie