Mompelman Chip Taylor verrast met The Little Prayers Trilogy

Mompelman Chip Taylor verrast met The Little Prayers Trilogy

Een jaar geleden verscheen ‘Block Out the Sirens of This Lonely World’ en nu komt Chip Taylor op de proppen met een album van maar liefst drie platen: ‘The Little Prayers Trilogy’. Als je het niet zou weten, zou je nooit vermoeden dat ‘The Litte Prayers Trilogy’ gemaakt is door de man die ‘Wild Thing’ pende. Voorzover er iets is dat doet denken aan ‘Wild Thing’, dan is het dat Taylor nog altijd een ongelofelijk knappe componist is, die als geen ander compacte ‘catchy’ nummers weet te maken.

Af en toe maakt duikt er eens een nieuwe term op waardoor je allerlei muzikanten opeens gaat zien als vertegenwoordigers van een bepaald type muziek. ‘Frans fluistermeisjes’ is zo’n term. Ooit dacht leek het erop dat Brigitte Bardot, Jane Birkin en Francois Hardy niet veel meer met elkaar gemeen hadden dan dat ze Frans waren (Birkin niet eens helemaal) en af en wat muziekerigs deden (al lagen de kwaliteiten van met name Bardot op een heel ander terrein). Maar toen het etiket ‘Franse fluistermeisjes’ zijn intrede deed, werd het opeens duidelijk. We hadden hier te maken met een heus genre. Een genre dat werd gedragen door jonge, zacht en zwoel praatzingende vrouwen. Een genre af en toe op sterven dood lijkt maar dan toch weer – dank je, Vanessa Paradis, dank je Carla Bruni – nieuw leven krijgt ingeblazen en zich ontwikkelt en verjongt.

‘Mompelmannen’ is ook zo’n genre-aanduiding. Nooit van gehoord? Luister dan eens naar de late Johnny Cash, de archteypisch mompelman. Of naar de Guy Clark, Kris Kristofferson of naar Leonard Cohen zoals ze tegenwoordig klinken. Allemaal mompelmannen.

Een mompelman is een singer-songwriter op leeftijd, die niet meer de jonge god is van weleer, en het dus van zijn muziek moet hebben. De mompelman heeft geleefd, vandaar dat zijn stem niet meer de kracht heeft van vroeger. De mompelman vertelt over zijn leven, vooral over de vele fouten die hij heeft gemaakt. Over vroeger, de tijd die nooit weerom komt. Over de drank en de drugs. Hij prevelt over de vrouwen in zijn leven (en dan vooral die ene, die speciale), over hoe hij eronder lijdt dat zij hem hebben bedrogen. Of hij sombert juist over hoe hij hen bedroog, waar hij zo mogelijk nog meer onder lijdt. Of hij brengt de wreedheden in herinnering die hij heeft begaan in Vietnam. Waar hij het ook over heeft: de mompelman heeft gewetenswroeging.

Bravoure

Chip Taylor is ook zo’n mompelman. Ooit schreef hij het fameuze ‘Wild Thing’, dat gecovered werd door iedereen van The Troggs tot Jimi Hendrix en dat Nirvana op het spoor zette van ‘Smells Like Teen Spirit’. Ook ‘Angel of the Morning’ en ‘I can’t let go’ genieten enige bekendheid, terwijl Taylor een hele reeks hits voor andere country- en westernartiesten heeft geschreven. Zijn eigen carrière is pas sinds het midden van de jaren negentig op gang gekomen, al is hij nooit echt doorgebroken. Productief is hij wel. Een jaar geleden nog verscheen ‘Block Out the Sirens of This Lonely World’ en nu komt hij op de proppen met een album van maar liefst drie platen: ‘The Little Prayers Trilogy’.

Als je het niet zou weten, zou je nooit vermoeden dat ‘The Litte Prayers Trilogy’ gemaakt is door de man die ‘Wild Thing’ pende. De bravoure en agressie van ‘Wild Thing’ is ver te zoeken; op de nummers wisselen verdriet, berouw en berusting elkaar af. Het geschreeuw van ‘Wild Thing’ heeft plaats gemaakt voor gemompel of zelfs gefluister, alsof Taylor te vermoeid is om zijn stem te verheffen. Geen vervormde gitaren, geen experimenten mer, maar gewoon een man met zijn gitaar, en hier en daar wat achtergrondzang, een piano of een strijker – niet al te veel opsmuk, in elk geval. Je hoort Taylor af en toe naar adem snakken, dan weer zuchten of zijn lippen tuiten – geen ‘Wild Thing’, maar een ‘Tired Thing’!. Voorzover er iets is dat nog enigszins doet denken aan ‘Wild Thing’, dan is het dat Taylor ook hier laat zien dat hij een ongelofelijk knappe componist is, die als geen ander compacte ‘catchy’ nummers weet te maken.

Zelfhaat

Het mooiste op dit verrassend goede album is misschien wel het (schijnbaar?) autobiografische, van zelfhaat vervulde ‘Nothin’ Coming Out of Me That I Like’, met regels als: “Nothin’ Coming Out of Me That I Like / Nothing prayerful and nothing respectful / So I think I’ll just shut me down for a while and come back in a while and see who I am.”

Een paar andere hoogtepunten (er zijn er veel) zijn het titelnummer (zie video), het zwartgallige kerstlied ‘Merry F’n Christmas’en het indrukwekkende ‘Wish I could Die Just One More Time’ (over het berouw van een gevangene die zijn executie afwacht): ‘Wish I could die just one more time time to tell you how sorry I am, but it’s time to say goodbye.”

Een beetje zwaar op de hand is het misschien wel, zo drie CD’s lang. Het is bepaald geen achtergrondmuziek, je moet er echt even voor gaan zitten, zeker de eerste nummers zijn even wenne. Daarom een tip voor wie even wil inkomen: begin met het tweede album, het luchtigste van de drie.

Luister bijvoorbeeld naar het humoristische ‘Bardot’, waarop Taylor moppert over het Franse fluistermeisje zoals alleen een mompelman dat kan:

“The radio is a dangerous place to go
Its got bad music
The jukebox was designed to steal your dough
So stay strong
The movies move in sexy ways these days
Lay low
Don’t go
To see Bardot”

Deel:

Geef een reactie