Na de G8 in Gleneagles – Op naar de volgende top

“Bush erkent dat de temperatuur op aarde stijgt door menselijk toedoen”, kopten de kranten tijdens de G8-top in het Schotse Gleneagles begin juli 2005. Ook sprak president Bush zich tijdens de top uit voor bestrijding van het broeikaseffect. Maar de VS willen nog altijd het verdrag van Kyoto niet ondersteunen.

De Amerikaanse president George Bush is definitief om, zo bleek tijdens de G8-top in het Schotse Gleneagles begin juli. Hij erkent nu dat de temperatuur op aarde stijgt en ‘dat de toename van de hoeveelheid broeikasgassen veroorzaakt door de mens bijdraagt aan dit probleem’. Niet eerder was Bush publiekelijk zo expliciet over de oorzaak van het broeikaseffect, en zijn uitlatingen mogen worden opgevat als een concessie van de VS aan de landen die het Kyoto-protocol over terugdringing van broeikasgassen hebben ondertekend. Maar Bush blijft het Kyoto-protocol uit 1997 afwijzen. Zoals verwacht: je zou bijna kunnen spreken van een traditie, die al in 1988 werd ingezet, dus lang voordat de Kyoto-landen besloten om de uitstoot van CO2 en andere broeikasgassen terug te dringen.

Toen werd in Toronto besloten dat er een klimaatverdrag ter bestrijding van het broeikaseffect moest komen, na een door vasthoudende onderzoekers en een uitzonderlijk hete Amerikaanse zomer op gang gebracht wereldwijde verontrusting over het broeikaseffect. Het was kort nadat een catastrofale aantasting van de ozonlaag was bezworen met het Montreal-protocol waarin – met groot succes – perk en paal was gesteld aan de uitstoot van cfk’s. Ook lag de tweede oliecrisis (1978/1979) vers in het geheugen, en d die niet aangetoond hoe goed industrielanden konden besparen op hun energieverbruik? Dan kon het toch niet zo moeilijk zijn om het broeikaseffect te bestrijden?

Maar in de aanloop naar de VN-aardetop van 1992 in Rio de Janeiro, waar de aanbevelingen van de wereldcommissie van Gro Harlem Brundtland werden uitgewerkt, werd duidelijk dat de VS (onder president Bush senior) er niet over peinsden zich emissiebeperkingen te laten opleggen.

Ook Bush junior stelt zich sinds zijn aantreden op dit standpunt, zoals blijkt uit zijn weigering om het Kyoto-protocol te ratificeren. De belangrijkste argumenten tegen een klimaatverdrag? Dat de wetenschap achter Kyoto niet helemaal deugt en dat de Amerikaanse economie er zwaar door wordt geschaad, zeker als grote CO2-producenten als China en India niet mee hoeven te doen.

Ommezwaai

In de afgelopen jaren was er enorme kritiek op de bedenkingen die Bush had bij de wetenschappelijke onderbouwing van de oorzaken van het broeikaseffect. Bush heeft die kritiek lange tijd naast zich neergelegd. Toen in 2001 een door de regering ingestelde Amerikaanse wetenschappelijke commissie tot de conclusie kwam dat CO2-emissies uit fabrieksschoorstenen en autouitlaten zeer waarschijnlijk de veroorzaker was van de klimaatverandering, werd die conclusie door de regering in twijfel getrokken. En in 2002, toen de Amerikaanse overheid een wetenschappelijk document publiceerde waarin het broeikaseffect aan de mens werd toegeschreven, nam Bush zelf daar afstand van. Het zou door lagere overheidsinstellingen zijn gepubliceerd.

Pas vorig jaar leek er een ommezwaai te komen in Bush’ denken over klimaatverandering. Toen verscheen van regeringswege het rapport ‘Our Changing Planet – The U.S. Climate Change Science Program for Fiscal Years 2004 and 2005’ (zie: www.climatescience.gov). Volgens het rapport is de uitstoot van CO2 en andere gassen de enige aannemelijke verklaring voor het broeikaseffect, waardoor de temperatuur op aarde de laatste dertig jaar is gestegen. met andere woorden: er wordt afstand genomen van het standpunt dat de algehele opwarming van de aarde wordt veroorzaakt door natuurlijke schommelingen. Bush ontkende dit aanvankelijk overigens. Toen journalisten van The New York Times Bush in een vraaggesprek voorhielden dat de regering kennelijk van mening was veranderd, zei hij: “Is dat zo? Ik denk het niet.” De uitlatingen van Bush tijdens de G8 geven echter aan dat de Amerikaanse regering nu ook van mening is dat de mens schuld heeft aan het broeikaseffect.

‘Black outs’

Dat lijkt een doorbraak, maar de praktische implicaties van dit inzicht is vooralsnog gering. Bush laat zich namelijk vooral leiden door zijn tweede bezwaar tegen Kyoto: maatregelen om emissies van broeikasgassen tegen te gaan zijn slecht voor de Amerikaanse economie.

Deze houding kan niet los worden gezien van de recente ontwikkelingen op energiegebied in de VS. In 1999 en 2000, toen nog eindonderhandelingen over Kyoto plaatsvonden, kampten de Verenigde Staten met een heuse energiecrisis, met als belangrijkste kenmerken hoge olieprijzen en ‘black outs’ in Californië. Nog voordat hij het presidentschap van Clinton overnam, had Bush een en commissie onder leiding van Dick Cheney aan het werk gezet om de energiesituatie van de Verenigde Staten onder de loep te nemen. Dit rapport (uit 2001) gaf aan dat voorzieningszekerheid een prioriteit van beleid moest worden. En dat is het sindsdien. Dit betekent een breuk met de jaren negentig, toen het energiebeleid in de VS (net als in Europa) sterk gericht was op de milieuaspecten van het energieverbruik. Deze aandacht voor het milieu kon zich ontwikkelen door de relatief lage energieprijzen in de periode 1985-1999. Toen werd de aanvoer van energie niet als problematisch ervaren, de toestand van het milieu wel. Nu staat in de ogen van de VS concurrentie om schaarse energie centraal.

China, India en Brazilië, landen die staan voor een periode van grote groei van de energieconsumptie, krijgen volgens Bush ten onrechte geen beperkingen opgelegd door Kyoto. Voor Bush is dat nog altijd reden om het protocol niet te ondertekenen, aangezien dit de concurrentiepositie van de industrie in een periode van stijgende afhankelijkheid van olie- en gasimporten te zeer zou aantasten. Zoals hij tijdens de G8 in juli zei in een interview met de Britse zender ITV: “Om het scherp te zeggen, zou onze economie op ‘Kyoto’ zijn stukgelopen.”

Al met al zal het energiebeleid van de VS de komende tijd vooral gericht zijn om de toevoer van energie zeker te stellen. Maatregelen tegen het broeikaseffect hebben minder prioriteit. En op Amerikaanse deelname aan Kyoto hoeft de wereld wat Bush betreft niet te rekenen. Bush pleit voor een ‘post-Kyoto tijdperk’, waarin ook landen als China en India bijdragen aan het verminderen van de uitstoot van kooldioxide en waarin ‘we samenwerken op technologisch gebied om die uitstoot zo goed mogelijk onder controle te krijgen’. Hierdoor zal ‘de lucht schoner worden’, aldus Bush, en de afhankelijkheid van olie uit het buitenland zal afnemen. Hoe Bush dit allemaal voor zich ziet wordt hopelijk wat duidelijker op de volgende internationale klimaattop, vanaf 1 november in Londen.

Artikel voor Newton, relatiemagazine van energiebedrijf E.ON

 

Deel:

Geef een reactie