Zinvolle, zinloze, goede en slechte daden (Een kerstvertelling)

Zinvolle, zinloze, goede en slechte daden (Een kerstvertelling)

Terwijl de sneeuw in vaalgrijze vlokken naar beneden viel en menigeen terugverlangde naar de witte vlokken uit de tijd dat je nog niet zo milieubewust hoefde te zijn, overdacht Ebenezer Scrooge zijn zonden.

Hij dacht vooral aan zijn hebzucht. Dankzij zijn hebzucht had hij een bloeiende handelsonderneming op kunnen bouwen, waardoor hij meer rijkdom had vergaard dan hij in zijn levensdagen nodig had (zeker nu hem nog maar weinig levensdagen restten, zoals een zeurderig innerlijk stemmetje hem influisterde).

Lange tijd had hij zijn rijkdommen gezien als een bewijs van deugdzaamheid. Immers: hij had leveranciers lucratieve opdrachten bezorgd en klanten mooie spullen. Vele win-win-win situaties waren dankzij hem tot stand gekomen. Hij was er trots op geweest. ‘Greed is good’, maakte hij zichzelf toen wijs. Niet dat hij ooit dacht aan anderen als hij weer eens zijn geld telde, maar hij was oprecht overtuigd dat hij goed werk verrichtte. Hij geloofde echt dat hij zijn bijdrage leverde aan de welvaart en het welzijn van de rest van de wereld.

Helaas dacht de rest van de wereld daar anders over, zijn klanten en leveranciers incluis. Zij zagen hem als een schraperige en harde zakenman, als een slecht mens. Genegenheid, waardering en vriendschap had een leven lang zakendoen hem niet opgeleverd. Waarschijnlijk een kwestie van ‘communicatie’, vermoedde Scrooge. Zijn bedoelingen waren goed, maar hij had nooit de moeite genomen anderen daarvan te overtuigen. Hij was er altijd vanuit gegaan dat zijn daden voor zich zouden spreken, maar de meeste mensen hadden liever woorden dan daden: een compliment, een bezorgde vraag, een empathische blik, een warme lach. Niet zijn stiel. Hij gooide nog een blok hout in de open haard, maar warm kreeg hij het er niet van. Verbeeldde hij het zich, of was de sneeuw inmiddels gitzwart geworden?

Ja, ik wil een goed mens worden, ik wil me bekeren, ik wil liefde, ik wil respect! Hij schreeuwde het uit tegen zijn zeurderige innerlijke stemmetje. Dat zweeg nu voor het eerst in tijden, zodat Scrooge zelf moest uitzoeken hoe als ‘goed mens’ te leven.

Zijn geld wegschenken, was het eerste dat hem te binnen schoot. Maar aan wie? Familie had hij niet, vrienden evenmin. Zijn bekenden dan, zijn zakelijke relaties? Geen goed idee, bedacht hij na enig nadenken. Nooit had hij zijn zakelijke relaties het vel over de oren gehaald en al helemaal niet bedrogen. Meer dan eens was hij financieel bijgesprongen als een leverancier of klant in geldnood zat – uit ‘welbegrepen eigenbelang’, uit hebzucht dus. En waren zijn zakenrelaties hem dankbaar? Allerminst. Eerder het tegendeel. Want als hij verkeerd zou hebben behandeld, hadden ze tenminste een excuus gehad om de band met hem te verbreken. Nu zagen ze zich morrend gedwongen om contact met hem te onderhouden, hoewel ze hem verachtten.

De overheid dan, de partij bij uitstek die opkomt voor ‘het algemene belang’? Maar de inefficiency van de overheid stootte een zakenman als Scrooge af. Daarbij kwam dat hij van mening was dat door de verregaande institutionalisering van de hulp veel waardevols in de samenleving was vernietigd. Was het niet zo dat vroeger mensen zich nog verantwoordelijk voelden voor elkaar, terwijl ze nu schouderophalend voorbij liepen als er iemand in nood zat, omdat ‘de overheid’ het toch wel zou opknappen? Aan verdere verkilling van de samenleving wilde Scrooge niet meewerken.

Een ‘goed doel’ dan? Maar voor organisaties die zich inzetten voor goede doelen zijn vrijwel net zo log als de overheid. De besteding van middelen is maar al te vaak ondoorzichtig en men kan zich niet aan de indruk onttrekken dat de organisatie in kwestie zichzelf wel erg ruim bedeelt. Misschien nog het meest bezwaarlijke is dat ‘het doel’ helemaal niet gebaat is bij geld van gulle gevers. Neem nu al die sappelende boeren in Afrika. Geef ze zomaar geld, en je stimuleert ze om op te houden met werken. Ze zouden er meer aan hebben als je hun goederen tegen een eerlijke prijs zou afnemen. Maar ja, door de handelsbarrières in de rijke landen wordt hun dat onmogelijk gemaakt, en blijven ze afhankelijk van het Westerse geldinfuus. Het is de hypocrisie ten top dat dezelfde grote bedrijven die ‘maatschappelijk verantwoord ondernemen’ hoog in het vaandel zeggen te hebben, in de EU en lobbyen tegen beperking van de handelsbarrières.

Ten einde raad besloot Scrooge zijn geld zelf te houden en in waardeloze weelde te blijven baden. Hij leefde nog kort en ongelukkig.

En elke keer als er een kerstboom wordt verbrand, jongens en meisjes, is dat een zinloos offer ter nagedachtenis aan zijn zondige leven.

Deel:

Geef een reactie