De media als Minotaurus (Over The Hunger Games)

De media als Minotaurus (Over The Hunger Games)

Wat doe je vandaag de dag als je de band wilt aanhalen met je puberdochter? Dan ga je naar The Hunger Games 2: Catching Fire.

Waarom de reeks zo’n succes is bij pubermeiden (en daarom ook wel wordt gezien als de opvolger van Twilight) is me een raadsel. Is het omdat de hoofdpersoon net als in Twilight een stoere meid is die maar een paar ouder is dan de doelgroep? Omdat haar tegenspeler net als in Twilight zo’n melkmuilerige jongen die het goed schijnt te doen bij pubermeiden? Omdat er tussen de hoofdpersonen voorzichtige liefde opbloeit maar de liefde nooit wordt geconsummeerd? Feit is in elk geval dat onze bioscoopzaal waar The Hunger Games 2 zijn première beleeft vol zit met opgewonden meisjes die gillen als het spannend wordt en huilen van ontroering als de hoofdrolspelers in elkaars armen liggen.

The Hunger Games schijnt mede geïnspireerd te zijn op de mythe van Theseus, de Griekse held die zich een weg moet banen door de dwaalwegen van het labyrint op Kreta en het moet opnemen tegen de monsterlijke Minotaurus, half stier en half mens, die leeft van kinderoffers. Het zal wel. Ik vermoed dat de makers ook goed naar The Running Man (gladiatoren in een futuristische omgeving), The Matrix (de zintuigelijk waargenomen wereld als illusie), 1984 (Big Brother houdt je in de gaten), Lara Croft (jonge, aantrekkelijke heldin slaat wild om zich heen) en nog wat van dat soort films hebben gekeken.

Interessant (niet echt origineel, maar slim in het verhaal verwerkt) is de draai die ze aan hun film geven door ‘de media’ op te voeren als het monster dat offers verlangt. De Minotaurus van de moderne tijd? Dat is geen onmenselijk gedrocht, geen dictator die je vrijheid aan banden wil leggen, niet de NSA die je stiekem bespiedt, nee, de werkelijke vijand zijn de media met hun kijkcijferterreur. Met andere woorden: het monster zijn we zelf – wij, het volk, dat hongert naar brood en spelen (en hoe minder ‘brood’ er is, hoe meer ‘spelen’ we willen).

Wij hunkeren naar idolen, naar rolmodellen, naar helden, we verlangen ernaar hen in de arena te zien – en die monsterlijke hunkering leidt de aandacht af van ‘echte’ maatschappelijke problemen en staat ‘werkelijke’ verbeteringen in de weg. Dat niet alleen, we hunkeren er ook naar zelf zo’n idool/rolmodel/held te zijn, en zijn bereid onze ware aard te verloochenen. We zijn bereid om te doen alsof we dol zijn op onze medespelers als dat goed is voor onze populariteit, en voor hetzelfde geld snijden we onze vrienden de keel door.

We leven in een schijnwereld, we weten niet meer wie we kunnen vertrouwen, en als we niet oppassen, raken we ook nog onszelf kwijt – dat soort existentialistische (jazeker!) onderwerpen wordt in The Hunger Games aangestipt. Heavy stuff – het is, las ik ergens, in elk geval geen ‘popcornvermaak’. Ik vraag me wel af of de doelgroep dat doorheeft, maar hee, je kunt niet alles hebben. Ik ben al blij dat die The Hunger Games ‘cool’ vindt. En wie weet, inspireert de film ooit nog om een uitweg te zoeken uit het labyrint en aan de Minotaurus te ontsnappen.

Deel:

Geef een reactie