Dubbele-moraalridder (Normen en waarden)

Een kennis van een kennis is onlangs door zijn echtgenote het huis uitgetrapt. Hij bleek al twee jaar een relatie te hebben met een andere (jongere) vrouw, en zij trok dat niet. En niet alleen zij hoefde hem ‘even niet’ of misschien wel nooit meer te zien. Ook zijn nieuwe vrienden waren diep in hem teleurgesteld: Waarom had hij hun niets verteld? Waarom had hij hun niet in vertrouwen genomen? En zijn nieuwe vriendin hoefde ook niet meer zo nodig toen hij met bepakt en bezakt bij haar op de stoep stond: het was wel leuk geweest met hem, maar hij moest toch niet denken… Nu woont hij in het tuinhuisje van zijn vader, de enige die nog voor hem klaar staat – misschien omdat zijn vader zelf ook in onmin leeft met zijn vrouw.

Ach ja, het is niet zo’n bijzonder verhaal. Toch kijk je er even – niet lang, de wereld draait door, we zijn tenslotte geen kleine kinderen meer – van op als er weer eens een stel sneuvelt, en verbaas je je er even over dat het een van de partners in zijn (m/v) bol of ander lichaamsdeel is geslagen. En even geef je dan jouw visie op de breuk.

De psychologische verklaring: “Ze waren ook al zo lang bij elkaar, ze hadden eerst meer levenservaring op moeten doen.” De empathische: “Ik heb er nooit iets van gezegd, maar wel altijd al gedacht dat hij zijn ei niet bij haar kwijt kon.” De sociale: “Vrouwen vallen op rijke mannen en mannen op jonge vrouwen.” De komische: “De ideale leeftijd van een vrouw is de helft van die van de man plus zeven jaar.” De quasi-wetenschappelijke: “Scheiden is een hobby van de rijken: met het stijgen van het welvaartspeil moesten we zo nodig op avontuur – onszelf ‘ontplooien’, ‘verwezenlijken’ en op persoonlijke ontdekkingsreis met nieuw reisgezelschap.” Of de semi-Darwinistische verklaring: “Mannen zijn nu eenmaal niet monogaam, dat is genetisch bepaald. Omwille van het voortbestaan van het menselijke ras moeten zij zo veel mogelijk zaadjes planten. Vrouwen wel: zij moeten dat zaad zo goed mogelijk tot wasdom brengen, en dat kan het beste binnen de stabiele context van een vaste relatie.”

Ik weet het niet. Ik neig naar de Darwinistische verklaring: vreemdgaan is een soort natuurverschijnsel. Het gebeurt gewoon, zoals de zon opkomt en ondergaat en er af en toe zure regen valt. Onze lieve heer heeft nu eenmaal vreemde kostgangers. Tegelijkertijd vind ik vreemdgaan verwerpelijk, want wie vreemdgaat richt enorme schade aan (verdrietige kindertjes, zure bedrogen partner, bezorgde ouders). En wat staat daar tegenover? Niets eigenlijk; de vreemdganger is niet eens gelukkiger is dan de trouwe hond. Daarom is het m.i. maar goed dat vreemdgaan in onze maatschappij nog een taboe is, en dat onze cultuur de natuur niet de vrije loop laat. Dus laten we die cultuur vooral in stand houden: er schande van spreken als iemand hem (of – soms – haar) buiten boord heeft laten laten hangen, terwijl we donders goed weten dat dat onze aard is. Leve de dubbele moraal!

Dit alles bedacht ik me naar aanleiding van het debat over ‘normen en waarden’ dat van tijd tot tijd hardnekkig de kop opsteekt – deze week weer naar aanleiding van een of ander rapport waarin kritiek wordt geleverd op premier Balkenende’s visie dat de overheid moet waken over ‘normen en waarden’. Ik weet niet welke ‘normen en waarden’ Balkenende precies bedoelt, maar waarom zou de overheid zich niet inzetten voor allerlei maatschappelijk waardevolle ‘normen en waarden’? Als ze maar niet verwacht dat we dergelijke ‘normen en waarden’ ook werkelijk naleven. Dat lukt niet altijd; je hebt van die normen en waarden die je wel onderschrijft maar die je niet naleeft – niet kúnt naleven. En tot het onmogelijke is niemand gehouden. Maar of de Nederlandse overheidsdienaars dat inzien en hypocriet genoeg zijn om de (non-)handhaving van normen en waarden aan toe te vertrouwen?

Deel:

Geef een reactie