Geen discussie (Over de vrijheid van meningsuiting)

Geen discussie (Over de vrijheid van meningsuiting)

Het klinkt misschien triviaal, maar vrijheid van meningsuiting is alleen van toepassing op meningsuitingen. Is een spotprent een meningsuiting? Niet bepaald. Meestal niet tenminste. Een cartoonist wil meestal laten zien hoe gevat hij is, hij wil provoceren, dingen aan de kaak stellen of mensen aan het denken zetten. Wie weet wat hij wil, waarschijnlijk weet hij het zelf niet eens. Zijn mening? Wat hij werkelijk vindt? Ach…

Communicatie kan op drie manieren plaatsvinden, lees ik bij Gerrit Krol (De schriftelijke natuur, p 122). Ik parafraseer:
1. Communicatie is mogelijk door precieze weergave van gedachte. De ontvanger kan het bericht alleen interpreteren zoals de zender het heeft bedoeld.
2. Communicatie door verwarring. Je presenteert een zekere chaos aan de ontvanger, en verwacht dat die er iets van zal maken omdat je er op vertrouwt dat hij de middelen ervoor heeft.
3. Door een sleutel. Codes, openingswoorden voor een zee van gebeurtenissen.

Goede spotprenten werken volgens methode 2 of 3. In elk geval niet volgens methode 1. Dat is meer iets voor kamerleden die moties indienen, wetenschappers die hun bevindingen zo eenduidig mogelijk moeten formuleren en onartistiekelingen. Niet voor cartoonisten in elk geval. Alleen wie communiceert volgens methode 1 kan een duidelijke, ondubbelzinnige mening uiten. Methode 2 en 3 zijn daar helemaal niet voor bestemd, ze lenen zich vooral voor effectbejag: om verwarring te zaaien, om vragen op te roepen, om een veelheid aan enerzijds/anderzijds gevoelens. De mening van de ‘afzender’ is van ondergeschikt belang, en zo hij al een mening heeft, is die niet vastomlijnd.

Als iemand een mening uit, en je bent het er niet mee eens, kun je een discussie aangaan. These, antithese, en wie weet synthese – zo werkt het tenminste idealiter in het debat in de wetenschap, in het parlement en in het debat daarbuiten. En dat het in werkelijkheid niet zo gaat doet daar niets aan af, het gaat even om het principe: wie een mening heeft, kan die onderbouwen, beargumenteren, verduidelijken en de mening van een ander weerleggen. Binnen die regels is vrijheid van meningsuiting mogelijk. Vrijheid van meningsuiting is gedeeltelijke vrijheid.

Voor de cartoonist gelden weer andere regels. En voor degene die zich stoort aan zijn spotprenten ook. Een cartoonist die zich van methode 1 bedient, levert belabberd werk af: te letterlijk, te prekerig, te saai, niet inspirerend. En iemand die zich opwindt over een cartoon heeft z’n communicatiediploma niet gehaald. Beiden horen ze thuis in het domein van de kamerleden, wetenschappers en onartistiekelingen. Het domein van de kristalheldere en ontoegankelijke teksten, waar oersaaie en o zo belangrijke discussies plaatsvinden.

De cartoonist bevindt zich in de marge, hij is een soort hofnar. Lach met hem mee, lach hem uit, of gebruik je vrijheid om verveeld de bladzijde om te slaan of woedend de krant neer te smijten. Maar ga niet met hem in discussie, schiet hem niet neer. Neem hem vooral niet serieus, dat zou te veel eer zijn.

Deel:

Geef een reactie