Pesticide gezocht (Over ‘Gepest’ van Peter van der Vorst)

Pesticide gezocht (Over ‘Gepest’ van Peter van der Vorst)

Gisteren voor het eerst naar ‘Gepest’ gekeken van programmamaker Peter van der Vorst voor RTL 4.

Is het een goed programma? Ja en nee.

Ja omdat het een mooie combinatie is van vertrouwd en toch spannend, zoals Spoorloos, Het mooiste meisje van de klas, Klasgenoten en nog wat van die programma’s dat ook zijn. Vertrouwd, want iedereen is wel eens gepest, heeft gepest, kent iemand die is/heeft gepest. Spannend, want de pestkoppen van toen worden geconfronteerd met hun slachtoffers: waarom ze zich destijds zo te buiten zijn gegaan, of ze wel weten wat ze hebben aangericht, of ze spijt hebben.

Minder goed is de uitwerking van dit ijzersterke concept. De interviewer (Peter van der Vorst zelf) is een lieve jongen, met een empathisch vermogen waarbij dat van Star Treks Deanna Troi verbleekt. Dat is een voordeel wanneer hij degenen die vroeger werden gepest interviewt; wint makkelijk hun vertrouwen (ze zien hem zelfs als een bondgenoot, heb ik de indruk, misschien ook omdat hij zelf vroeger werd gepest) en ze delen hun intiemste gevoelens met hem. Helaas is Van der Vorst niet erg op dreef tijdens de confrontatie met hun vroegere kwelgeesten. Die herinneren zich in het algemeen weinig of niets van hun vroegere pesterijen. En als ze zich wel iets herinneren, dan vergoelijken ze hun eigen rol of verbazen ze zich erover hoe overgevoelig sommige mensen kunnen zijn. De ‘zo was het allemaal niet bedoeld’s, de ‘ja in jouw beleving’s en de ‘we waren kinderen’s zijn niet van de lucht. Hun vergrijpen worden kortom met de mantel der eigenliefde bedekt. Ik had niet gedacht dat ik ooit zo naar Pieter Storms zou terugverlangen.

Nog een bezwaar: ik geloof ik niet dat het programma zo’n goed middel in de strijd tegen pesten is, zoals Peter van der Vorst beoogt – een pesticide tegen pesten, zal ik maar zeggen. Je krijgt niet de indruk dat de pestkoppen van vroeger ook maar iets geleerd hebben van hun fouten. De meelopers en wegkijkers weten zich nog wel wat te herinneren van vroeger, en lijken oprecht spijt te hebben van hun laffe houding. Maar de aanstichters van het kwaad? Die reageren verontwaardigd op de verwijten. Logisch, want – zie boven – ze zijn ook helemaal niet overtuigd dat ze iets fout hebben gedaan. Het ligt in hun ogen vooral aan het slachtoffer zelf dat hij/zij zwaar getraumatiseerd is. Het ‘sorry’ waarmee de beulen zich op aandrang van Van der Vorst proberen te verzoenen met hun slachtoffer is weinig overtuigend. De slachtoffers zouden excuses moeten aanbieden voor alle absurde aantijgingen, hoor je de beulen denken.

Hoe het pesten de wereld uit te helpen?, zo dwaalden mijn gedachten af (terwijl Peter van de Vorst op zoek was naar de opperpestkop met de omineuze naam Choky verslapte mijn aandacht).

Misschien wel door er geen aandacht aan te besteden, bedacht ik. Geen ‘Gepest’ op televisie, geen ‘Kanjertrainingen’ op school, geen voorlichtingsavonden aan ouders: misschien is dat wel het beste pesticide. Zoals je het anti-semitisme (misschien) wel de kop indrukt door geen aandacht te besteden aan onfrisse spreekkoren tijdens voetbal, zoals je mensen (waarschijnlijk) van het roken afhelpt door vooral geen dreigende teksten op de pakjes af te drukken, zo zou je het pesten (wellicht) kunnen uitbannen door er geen aandacht aan te besteden.

Door pesten ‘bespreekbaar’ te maken, attendeer je de ontvankelijke kinderen tenslotte op de mogelijkheid dat ze zich als treiterkop kunnen opstellen – en, zou je kunnen zeggen, plant je duistere gedachten in hun kneedbare kinderhoofden. En door het pesten te verbieden, lok je juist wangedrag uit: een pestverbod maakt pesten aantrekkelijk, zeker bij kinderen die toch al de neiging hebben tot wild of zelfs opstandig gedrag. Misschien, misschien.

Hoe dan ook: Leni, Rita, Eric, Hans en Johan: sorry.

Beeld: Odilon Redon, hoofd van een martelaar

Deel:

Geef een reactie