Vallende ster (Arnold, Oprah en Linda)

God is dood, Nietzsche ook, de samenleving is niet maakbaar, ideologieën zijn overleefd, vooruitgang is een illusie en de wetenschap staat met de mond vol tanden. Overgebleven is ons geloof in mensen. En dan vooral ons geloof in de helden en halfgoden uit de wereld van glamour en glitter, de film- en televisiesterren voorop.

In feite bestaan die sterren niet; het zijn fantasiefiguren. Of het nu de mooie, stoere en onverschrokken held is, de ‘boy next door’ (beroemd maar gewoon gebleven), de ‘underdog’ (beroemd ‘against all odds’), de beroemde clown of de beroemde ‘man you love to hate’ is: ze zijn nep. Althans, het beeld dat we van hen hebben strookt niet met wie zij werkelijk zijn. Hooguit kennen we een zeer beperkt aspect van hun persoonlijkheid, zoals dat is uitvergroot door de media. Terwijl de ster natuurlijk ook maar een mens van vlees en bloed is, met zijn eigenaardigheden, zijn grillen en nukken.

Dat ons beeld van de ster een waanbeeld is, blijkt vaak als hij uit de hemelse hoogten afdaalt voor een werelds baantje.

Het valt nog wel mee als zijn nieuwe functie grotendeels symbolisch is en hij gewoon een rol kan blijven spelen – gesteld dat het een rol is die hem ligt, natuurlijk. Reagan als president, Schwarzennegger als gouverneur van Californië, waarom niet? Omgekeerd zie ik menige ‘sales rep’, populaire politicus of ambtenaar (type Klaas Wilting) wel als mediaster. Leidinggeven is ook acteren.

De ster valt pas door de mand als hij verkeerd gecast is: als hij wat anders moet doen dan acteren of als het werk niet aansluit op zijn imago. Als hij zich tegen een tijdschrift aan gaat bemoeien, bijvoorbeeld. Als de bladformule aansluit op zijn imago, kan het goed uitpakken, zeker als de ster zich niet te veel inlaat met het journalistieke handwerk. Neem het blad O, een voortzetting in druk van de talkshow van Oprah Winfrey. Goed idee, zeker in Amerika waar het ‘werken aan jezelf’ zo’n beetje het elfde gebod is, vanzelfsprekend met Oprah als profeet. Al te vaak gaat het echter helemaal mis met bladen die zijn opgetrokken rondom ‘personalities’.

Dit alles bedacht ik me toen het eerste nummer doornam van LINDA. (met modieuze punt). Een blad met ongeveer evenveel karakter als het gezicht van naamgever Linda de Mol. Na alle facelifts en botox-behandelingen, wel te verstaan.

Deel:

Geef een reactie