Everlast heeft meer te bieden dan ‘Jump Around’

Everlast heeft meer te bieden dan ‘Jump Around’

Maar al te vaak teren artiesten die een wereldhit hebben gescoord op oude roem. Zo niet Everlast. Onlangs heeft hij het vitale ‘Whitey Ford’s House of Pain’ uitgebracht. Afgelopen donderdag was hij in Q Factory in Amsterdam om dit album te promoten. Rondspringen doet hij niet meer, maar op zijn lauweren rusten zeker ook niet.

Goede vragen voor een popquiz in het buurtcafé: Van welke hit is Everlast vooral bekend? Hoe heette de groep waarmee hij dit nummer uitbracht? En waar is de bekende sample uit het nummer van afkomstig?

De antwoorden op de eerste twee vragen zijn uiteraard (ik moest het even opzoeken) ‘Jump Around’, het onweerstaanbare hiphopnummer met de sirene (of is het een hinnekend paard?) van House of Pain uit 1992. Een nummer van Everlast (echte naam Erik Schrody) met een even dom als aanstekelijk refrein – Jump around! Jump up, jump up and get down! Jump! Jump! Jump! Jump! (everybody jump) – en cryptische coupletten (I’ll serve your ass like John McEnroe / If your girl steps up, I’m smacking the hoe). Een klassieker van heb ik jou daar, waarmee je gegarandeerd elk feest kunt opvrolijken.




Groezelig

Everlast heeft zich na die ene wereldhit verrassend ontwikkeld. Hij is uitgegroeid tot een blues- en rootsgeoriënteerde singer-songwriter die heel behoorlijk gitaar speelt en wanneer hij niet rapt blijkt te beschikken over een onverwacht goede zangstem – doorleefd, groezelig, met een timbre dat nu eens doet denken aan John Hiatt, dan weer aan Tom Waits of Captain Beefheart.

Werkelijk bijzonder aan Everlast is dat hij sporadisch gebruik maakt van voorgeprogrammeerde samples en beats om zijn nummers op te sieren. Misschien niet helemaal uniek (denk aan Spearhead), maar niemand die zo’n krachtige en prettige mix van Americana en hip hop weet te maken.

Overigens ziet Everlast zelf het onderscheid tussen die twee muziekstijlen niet. Everlast beschouwt zichzelf nog altijd primair als hiphopper, heeft hij in interviews verklaard, voor wie de tekst centraal staat. En zoals elke hiphopper plukt hij uit andere muziekstijlen wat hem in zijn kraam te pas komt – nu eens een sample van een ander, dan weer een eigen gitaarriedeltje of een riff.

Vitale plaat

Erg productief is Everlast helaas niet de laatste jaren. Nadat hij House of Pain had verlaten, kwam hij nog met een paar solo-albums, pende hij nog een tweede monsterhit (‘Put Your Lights On’ met Carlos Santana) en maakte hij enige tijd deel uit van het hiphop-gezelschap La Coka Nostra, maar sinds 2013 heeft hij geen plaat uitgebracht.




Tot nu dan: een paar geleden verscheen opeens ‘Whitey Ford’s House of Pain’ van Everlast. Een ongelukkige, verwarrende titel: ‘Whitey Ford’ is de artiestennaam waarvan Erik Schrody zich op zijn solo-albums bedient terwijl hij al Everlast als pseudoniem heeft, en dat ‘House of Pain’ lijkt eerder uit commerciële dan uit artiestieke overwegingen te zijn toegevoegd. Maar een goede, vitale plaat is het wel, zeker de eerste helft.

Liefhebbers van hiphop worden op hun wenken bediend met woordenrijke nummers als ‘The Culling’, de eerste single van het album, waarin Everlast zijn spervuur van associatieve teksten opeens afwisselt met sterke oneliners als ‘When politicians talk – assume they’re lying’ en ‘Living on your knees – much worse than dying’. Andere nummers zijn meer blues- en rootsgeoriënteerd, met uitschieters ‘One of Us’,’The Climb’ en vooral ‘Smokin’ and Drinkin’. Zeer geslaagd.







Stuiterbal

Afgelopen donderdag was Everlast in Q Factory in Amsterdam om dit album te promoten. Zijn nummers zijn soms misschien wat al te simpel – meestal een riff waarom heen hij dan rapt of zingt, zonder dat de melodie zich ontwikkelt – maar ze blijven live makkelijk overeind. Everlast is een charismatisch artiest, die het publiek makkelijk voor zich wint. De tijd dat hij als een stuiterbal over het podium beweegt is wel voorbij, maar op zijn lauweren rusten doet hij zeker ook niet, met zijn woeste gebaren en zijn stoere gezang en gitaarspel.

Een sterk optreden kortom, al zakte het wel in toen Everlast het podium verliet zodat zijn dj een onbeduidend muzikaal intermezzo kon verzorgen. Helemaal tenenkrommend was een kort gastoptreden van de rapper Termanology, die toen hij het podium had verlaten van Everlast kreeg toegevoegd dat hij er inderdaad niets van had gebakken.

Die mindere momenten waren in een klap vergeten toen Everlast het laatste nummer aankondigde. Inderdaad: Jump! Jump! Jump! Jump! (everybody jump)… En dat gehinnik? Er wordt wel gezegd dat het afkomstig is van ‘Crazy Horses’ van The Osmond Brothers, maar andere kandidaten zijn ‘Shoot your shot’ van Junior Walker and the All Stars en ‘Get Off’ van Prince. Onzeker. Wie het weet, krijgt bonuspunten.

Foto: © pitpony.photography / CC-BY-SA-3.0

Deel:

Geef een reactie