De daad bij het woord (Bij het nieuwe voetbalseizoen)

De daad bij het woord (Bij het nieuwe voetbalseizoen)

Nu het nieuwe voetbalseizoen nadert (vroeg, inderdaad) misschien een goed moment om stil te staan bij dat rare ‘Geen woorden maar daden’. Raar, inderdaad, want wat is dat voor een opgeklopte schijntegenstelling? En bovendien, waarom zouden ‘daden’ superieur zijn aan ‘woorden’?

Het idee dat daden en woorden op een of andere manier met elkaar op gespannen voet staan, zelfs de strijd met elkaar kunnen aangaan, is wijdverbreid. In de psychologie hebben we het zelfs over het gevaar van de Verbaal-Performale kloof: het verschil tussen VIQ (verbaal IQ) en PIQ (performaal IQ), en er wordt wel gedacht dat een grote V/P kloof duidt op een of andere stoornis, zeker bij kinderen met een hoog algemeen IQ. Perfectionisme, faalangst, motorische problemen? Verbaal-Performale kloof, mevrouw! AD(H)D, dyslexie, dyscalculie? Verbaal-Performale kloof, meneer! Autisme? NLD? Veel woorden, weinig daden – het ziet er somber uit voor uw kind!

Een vreemde (Rotterdamse?) misvatting, en je hoeft geen Darwin te zijn om in te zien waarom. Discussie, uitwisseling van gedachten, hoor- en wederhoor, verbale krachtmetingen – het zijn allemaal beproefde middelen om te komen tot betere inzichten, betere besluiten en – uiteindelijk – betere daden. En omgekeerd kunnen die ‘daden’ weer op hun merites worden beoordeeld, en kan tijdens woordenrijke evaluatierondes besloten worden tot aanpassingen, aanvullingen, op- en aanmerkingen en suggesties. Met nog betere daden als gevolg. En zo kunnen woord en daad elkaar in innige samenwerking tot grote hoogten opstuwen. Hoe meer woorden, hoe beter de daden.

Dat daden dan wellicht toch superieur zouden zijn aan woorden? Ook dat is niet vol te houden. In onze samenleving verdienen leidinggevenden in het algemeen meer dan mensen met uitvoerend werk; ‘praters’ worden beter gehonoreerd dan ‘doeners’. Kennelijk vinden we woorden belangrijker dan daden.

Natuurlijk zijn er ook uitzonderingen op deze regel, zeker in de sport waarop het adagium ‘Geen woorden maar daden’ betrekking heeft: in de voetballerij verdient een speler al gauw meer dan zijn trainer en de rond de voetballers cirkelende bobo’s en stafleden. Maar zelfs in de voetbalsport is het waarheidsgehalte van ‘Geen woorden maar daden’ aanvechtbaar. Met je daden onderscheid je je als profvoetballer maar moeilijk; daarvoor is het niveau eenvoudigweg te hoog. De speler die boven het maaiveld wil uitsteken zal meer moeten doen dan alleen goed voetballen: aanvoerder worden, z’n marktwaarde opvijzelen met mediaoptredens, slimme salarisonderhandelingen voeren – allemaal zaken waarbij het op woorden aankomt en niet op daden.

Wie is trouwens de beste Nederlandse voetballer aller tijden? Inderdaad: die man die maar niet kan ophouden met praten.

Beeld: Atomick – photography on the net

Deel:

Geef een reactie