Lessen in overleven

Lessen in overleven

In het Victoriameer in het hart van Afrika werd een paar decennia terug bij wijze van wetenschappelijk experiment een handjevol Nijlbaarzen uitgezet. Het resultaat was een Darwinistische strijd om het leven tussen de Nijlbaarzen en allerlei inheemse vissen, die uitmondde in een klinkende overwinning van de Nijlbaarzen.

Het ecologisch evenwicht in het Victoriameer raakte volledig ontwricht. De roofzuchtige Nijlbaars bleek zo’n krachtige overlever dat in een mum van tijd bijna alle andere bestaande vissoorten in het gigantische meer uitstierven. Bijna alle bestaande vissoorten: de soorten die de Nijlbaars niet lustte bleven bestaan, en er ontstonden zelfs mondjesmaat nieuwe, Nijlbaars-resistente soorten. Maar het is gedaan met de enorme variëteit aan vissoorten die het Vitoriameer eeuwenlang heeft gekend.

De Verenigde Naties hebben het uitzetten van de nijlbaars nog enige tijd financieel gestimuleerd ook. Het idee was dat de Tanziaanse bevolking rondom het meer zou kunnen verdienen aan de export van Nijlbaars. Schone visfabrieken, die mensen werk en inkomen zouden garanderen – het leek een mooi initiatief. Het zou anders lopen. In de documentaire Darwin’s Nachtmerrie die dezer dagen op het IDFA draait, wordt getoond hoe de ecologische ramp in het Victoriameer uitmondt in een humanitaire ramp.

In het gebied rondom het Victoriameer vindt eenzelfde soort ongelijke strijd om het bestaan plaats als ooit in het water, een strijd tussen mensen met welvaart als inzet. Dagelijks worden honderden tonnen nijlbaarsfilet met vrachtvliegtuigen naar Europa en Japan gevlogen, terwijl de hongerende lokale bevolking een karig maaltje mag bakken van het visafval. Gezinnen worden uit elkaar geslagen omdat vissers dagen van huis zijn.

De maker van de documentaire, Hubert Sauper, veroordeelt niemand, al heeft hij weinig op met de lokale Tanzaniaanse politici die maar niet opkomen voor hun bevolking (Verraders van hun volk! Opportunistische assholes!). Maar de ware roofzuchtige Nijlbaars in zijn film is ‘het systeem’: “Dat is de boef. We hebben een monstrueuze machine gecreëerd die we wereldkapitalisme noemen. De machine is groter dan we ooit hadden kunnen denken. Hoe veel mensen worden door de machine van de aardbodem geveegd?”

Een strijd tegen ‘een systeem’ lijkt moeilijk te winnen, zeker een systeem dat zo levenskrachtig is als het ‘wereldkapitalisme’. Als zo veel mensen gebaat zijn bij instandhouding van dat systeem – politici, zakenlieden en verwende consumenten voorop – hoe kun je je daar als individu of kleine gemeenschap dan tegen verzetten?

Er lijken twee manieren. Niet meedoen aan ‘het systeem’ is de eerste: de weg van het isolationisme, die een land als Bhutan is ingeslagen – arm maar met een sterke identiteit. Een andere is zorgen dat ‘het systeem’ zich niet te veel om jou bekommert. Wie weinig te bieden heeft (geen meer met Nijlbaarzen, geen natuurlijke rijkdommen, geen bijzondere talenten waar anderen aan kunnen verdienen) is niet interessant voor ‘het systeem’. Zoals in het Victoriameer de vissen overleven die de Nijlbaars niet lust, zo overleven mensen die niet interessant genoeg zijn om mee te draaien in ‘het systeem’. De survival of the unfittest.

Deel:

Geef een reactie