De vrouw achter de man

Zou het toevallig zijn dat de muze die de kunstenaar inspireert altijd wordt uitgebeeld als een aantrekkelijke vrouw? Dacht het niet. De meeste kunstenaars zijn mannen, en veel mannen worden nu eenmaal geïnspireerd door mooie vrouwen. Een symfonie componeren? Een roman schrijven? Een beetje artiest kan het ook alleen af. Maar met een aantrekkelijke vrouw in de buurt gaat het toch het makkelijkst. Als zij maar zorgt voor dat ene procentje inspiratie, levert de man zijn 99% transpiratie wel.

Ook in het bedrijfsleven lijkt de vrouw nogal eens de aanzet te geven tot mannelijke acties. Zo willen hardnekkige geruchten dat Cor Boonstra het hoofdkantoor van Philips vanuit Eindhoven naar Amsterdam heeft verhuisd omdat hij zijn nieuwe vlam Sylvia Tóth dan vaker kan zien. Het argument dat Philips beter op zijn plaats is in Amsterdam vanwege de hoge concentratie marketeers en reclamemensen zou Boonstra hebben verzonnen. Het is ook een ongebruikelijk beeld: Amsterdam als reclamecentrum. Amoureus centrum klinkt vertrouwder in de oren.

Wie weet hoeveel belangrijke bedrijfsbeslissingen worden ingegeven door libidinale drijfveren. Alles draait om geld in het bedrijfsleven, wordt wel eens gezegd. Maar dat is goeddeels uiterlijke schijn. Aanzien, macht en geld zijn vaak slechts instrumenten om in de smaak te vallen bij het schone geslacht. Want zoals mannen van mooie vrouwen houden, zo houden vrouwen van mannen met macht. Er is sprake van een onderhandse markt, waarin mannen hun wereldlijke bezittingen inbrengen en vrouwen hun lichamelijkheid. Een markt van mannelijk geld en vrouwelijk vlees, die verre van statisch is.

Het mannelijke libido moet namelijk steeds opnieuw worden uitgedaagd. En het is slechts weinige muzen gegeven de veeleisende topman duurzaam in vervoering te brengen. In de regel slaat bij hem vroeg of laat de verveling toe. De topman vlucht in zijn werk, trouwt als het ware met zijn bedrijf. Zijn vrouw – die zoveel heeft gedaan om man en bedrijf bij elkaar te brengen – heeft aan dit huwelijk part noch deel. Met haar muzische werk heeft zij haar eigen ondergang in de hand gewerkt. Zij verwelkt, losgesneden van haar man en niet meer bij machte hem te enthousiasmeren.

Zo raken de twee van elkaar verwijderd. Niets bindt de topman en zijn vrouw nog. ‘Ondernemers raken in deze globaliserende wereld steeds onthechter’, zo heet het in een recente beschouwing in HP/De Tijd naar aanleiding van de vermeende amoureuze escapades van Boonstra en Tóth. ‘Ze zijn papier- en telefoon- en e-mail-verwerkende fabrieken geworden die vrijwel nooit thuis zijn.’ Tot het werk hen scheidt: ‘Er gaan meer huwelijken kapot aan buitenspel dan overspel.’

Benijdenswaardig is de onthechte, gescheiden topmanager niet. Want te midden van alle stapels papier, telefoongesprekken en e-mail mist hij iemand die hem in vuur en vlam zet – die muze, die aantrekkelijke vrouw die hem tot grootse daden kan opzwepen. En dus gaat hij de markt op om bij te tanken. Gezien de aantrekkingskracht van de topman is een nieuwe vrouw meestal snel gevonden. En wat voor vrouw! Vaak is het een ’trophy wife’, aldus HP/De Tijd: een mooie, jongere vrouw voor topmensen die de vernieuwing in de seksualiteit zoeken. Bekendste voorbeeld is Donald Trump, die zijn hoogblonde Ivana enkele jaren geleden inruilde voor een jongere uitvoering.

Moreel gezien is het heetbloedige gedrag van de topman misschien verwerpelijk. Maar zolang het bedrijf er wel bij vaart, verdient geïnspireerde promiscuïteit aan de top natuurlijk te worden aangemoedigd. Kampt een bedrijf met uitgebluste directieleden? Zet een contactadvertentie voor ze (’toppers zoeken toppers’). Laat ze eens een bedrijf overnemen waarbij de synergie met het andere geslacht aandacht krijgt. Verhuis het hoofdkantoor desnoods naar Amsterdam.

Column voor F&O

 

 

Deel:

Geef een reactie