De machtsparadox (Over macht en vrijheid)

De machtsparadox (Over macht en vrijheid)

Wat is het verschil tussen een slaaf en een vrij man? Macht: de slaaf heeft geen macht over zijn eigen leven, een vrij man wel. Een slaaf kan niet zelf bepalen waar hij gaat en staat, wat hij doet en nalaat. Een vrij man wel. Macht betekent dus vrijheid. Macht over je eigen leven tenminste wel.

Maar meer macht betekent niet altijd meer vrijheid. Macht over andermans leven niet, namelijk. Is een slavendrijver vrij? Integendeel: hij moet toezicht houden op zijn mensstapel, hij moet zorgen dat hun levensomstandigheden niet zo bar zijn dat ze in opstand komen – hij heeft kortom allerlei verantwoordelijkheden en verplichtingen. En daar komt bij dat hij een allerminst zorgeloos bestaan heeft; hij leeft voortdurend in angst dat zijn slaven zich tegen hem zullen keren, hij moet voortdurend alert en argwanend zijn. De slavendrijver is net zo min vrij als zijn slaaf.

Met de machtigen der aarde is het niet veel anders dan met de slavendrijvers. Meer macht (meer invloed kunnen uitoefenen over anderen) betekent minder vrijheid (minder invloed over je eigen leven). Iemand die macht verwerft, ontneemt anderen én zichzelf vrijheid. Machtige mensen danken hun positie namelijk aan anderen.

Aan ‘ondergeschikten’ om te beginnen, de mensen over wie ze macht uitoefenen: als die zich niet schikken in de beperking van hun vrijheid, staat gans het raderwerk van de machthebbers stil. En: ‘noblesse oblige’: wie macht heeft, moet zich daar naar gedragen, een voorbeeldfunctie vervullen. Vroeg opstaan, discipline betonen, van onbesproken gedrag zijn, anders is het snel gedaan met zijn invloed.

Ook de steun van mede-machtigen is onmisbaar. Wie machtig is, moet zich in de juiste kringen begeven en de juiste mensen kennen, en die voor hun karretje weten te spannen. Heden ten dage althans: de formele positie die iemand bekleedt, zijn eigen talenten, kennis en vaardigheden zijn van ondergeschikt belang. Het gaat eerder om ‘know who’ dan om ‘know how’, eerder om ‘wie je kent’ dan ‘wie je bent’. Je mag als machtige dus niet uit de toon vallen in de groep van mede-machtigen, en in die zin zijn machtigen niet vrij. Ze moeten zich conformeren aan de mores van hun groep, van de ‘happy few’, van de ‘rich and famous’, van zeden en gewoonten van de elite waarvan ze deel uitmaken.

De machthebber leidt een slavenbestaan.

Deel:

Geef een reactie