Minder kilo’s zonder extra kilometers (Over het ketodieet)

Minder kilo’s zonder extra kilometers (Over het ketodieet)

De halve marathon van Amsterdam bleek dit jaar voor mij een kwart marathon te zijn. Na ruim tien kilometer geploeter moest ik opgegeven. Dat kwam – denk ik – door het ketodieet dat ik in de maand voorafgaand aan het evenement heb gevolgd. Daardoor was ik – denk ik – behoorlijk verzwakt. Maar daardoor heb ik ook – dat weet wel ik zeker – in een paar weken tijd coronakilo’s verloren. En daardoor is mijn gewicht van ruim 88 naar rond de 80 kilo afgenomen. Zodoende ging ik slank maar slap de halve marathon in.

Was het dieet dit waard? Natuurlijk. Wat moet je met die extra ballast? Je zeult onnodig gewicht mee, je schaamt je, je vriendin lacht je in je gezicht uit, andere mensen achter je rug. Herover je zelfvertrouwen, geef ramptoeristen geen kans – weg met al dat vet.

Met het ketodieet raak je al die overtollige kilo’s bovendien moeiteloos kwijt. Je hoeft geen honger te lijden, je moet alleen zo min mogelijk suiker eten en voorzichtig zijn met voedingsmiddelen met veel koolhydraten, zoals pasta, brood, rijst. Eiwitten mogen, maar overdrijf niet. Als je honger hebt, kun je beter wat groene groenten eten. Of, dat vooral, iets met met veel vet – mijn favoriet waren avocado’s met eigengemaakte mayonaise, macademianoten en zogeheten ‘bulletproof’ koffie (koffie met grasboter en MCT-olie).

Vet eten om niet vet te worden, met andere woorden. Dat klink misschien tegenstrijdig, maar de ervaring leert dat het toch echt zo werkt. Voor een uitgebreide theoretische onderbouwing verwijs ik naar de YouTube-filmpjes van mijn leidsman Dr. Ekberg ( ‘I’m a holistic doctor and a former decathlete’). In het kort komt het er op neer dat suikers en andere koolhydraten bevorderlijk zijn voor de aanmaak van insuline, een hormoon dat vetopslag stimuleert. Vet is daarentegen insulineneutraal, terwijl eiwitten tussen koolhydraten en vetten in zitten. Eet je iets met veel koolhydraten (snoep bijvoorbeeld), dan stilt dat de honger even, maar voor je het weet heb je weer trek. Eet je iets met veel vet, dan blijft de honger veel langer weg.

En zolang je maar meer calorieën verbrandt dan verbruikt, val je af. Daarvoor is het niet eens nodig om veel aan sport te doen. Sowieso is veel sporten niet de manier om veel af te vallen. Beweging kan wel bevorderlijk zijn voor vetverbranding (wandelen bijvoorbeeld), maar het tikt niet echt aan en je hebt het er zo weer bijgegeten. Een uurtje wandelen kost misschien 250 kilocalorieën (zie hier); als je na afloop deze muffin eet, schuif je die zo weer naar binnen. Wie wil afvallen, kan zich het beste richten op de inputzijde, niet aan de outputkant. Minder eten, niet méér aan sport doen.

Als je toch aan sport wilt doen, al was het maar om (een beetje) extra af te vallen? Ik zou dan kiezen voor een combinatie van krachtsport en duursporten. Krachtsport vooral omdat het indirect effectief is, en je na het sporten vet verbrandt. Duursport omdat je dan direct vet verbrandt. Althans wanneer het een training met lage intensiteit is, en er verbranding met tussenkomst van zuurstof kan plaatvinden (de zogeheten anaerobe verbranding). Wandelen dus, of een andere vorm van sport die weinig inspanning kost. En daarnaast op aanraden van Dr. Eric Berg twee keer per week een ‘High Intensity Interval Training’ (HIIT), bij voorkeur een looptraining waarbij je vijf keer met tussenpozen van een minuut of vijf een sprintje trekt.

Het schijnt dat je je lichaam ook kunt trainen om tijdens het hardlopen vet te verbranden, maar mij is dat nooit gelukt. Vandaar ook dat ik de halve marathon dit jaar niet kon uitlopen. De volgende lange-afstandsloop wordt het daarom weer koolhydraten bunkeren en glucose buffers aanleggen in de week voorafgaand de wedstrijd en suikerhoudende gelletjes tijdens het rennen. Wel jammer, want op je vetvoorraad schijn je dagen vooruit te kunnen. Ook na mijn geslaagde dieet had ik in principe vele tientallen kilometers kunnen lopen, en had een halve marathon geen probleem hoeven vormen. Ik kon alleen niet bij mijn eigen vet komen.

Beeld: Diana Polekhina via Unsplash

 

Deel:

Geef een reactie